Nationalisme en Algemeen Belang

Nationalisme en Algemeen Belang

Egocentrisme en Algemeen Belang

Van egocentrisme wordt gesproken als iemand zijn eigen visie en belangen centraal stelt. Dat gaat vaak samen met een verminderd vermogen zich te verplaatsen in de standpunten en gevoelens van anderen – een gebrek aan empathie. Als iedereen op de wereld zich louter egocentrisch zou gedragen, zou er geen liefde, vriendschap of samenwerking kunnen bestaan. Met louter egocentrisme doet een mens zichzelf tekort, want juist in liefde, vriendschap en samenwerking vindt een mens meerwaarde in zijn eigen leven. Rekening houden met anderen, juist vanwege liefde, vriendschap en samenwerking, zou men in die zin een vorm van eigen belang kunnen noemen. Er is niets mis met het goed zorgen voor jezelf en je dierbaren. Maar een relatie kan alleen goed functioneren als er sprake is van geven en nemen. Het is noodzakelijk rekening te houden met de standpunten en gevoelens van de anderen.

Een dergelijke redenering kan men ook opzetten voor de verhouding tussen nationalisme en algemeen belang. Al degenen die roepen “Eigen volk eerst!” geven blijk van een verminderd vermogen zich te verplaatsen in de leefomstandigheden en belangen van andere mensen, landen en volken. Nationalisten doen zichzelf tekort, want zij verkleinen de kans op samenwerking die noodzakelijk is bij het aanpakken van problemen die de nationale grenzen overschrijden.

Waar het in de praktijk op aan komt is een rechtvaardige balans te vinden tussen het behartigen van het eigen/nationale belang en het behartigen van het algemeen belang. Het is niet een kwestie van òf nationalisme òf algemeen belang, maar van een evenwichtige combinatie van beide.

Populisme

Vast ingrediënt van populisme is: een volksmenner die de volksmassa’s ervan overtuigt dat ze benadeeld of bedreigd worden door een hen vijandige kracht waar ze het slachtoffer van zijn of worden. Of het nu de zwarten, de joden, de communisten, de Chinezen, de moslims, de Russen, de roomsen, de protestanten, de ongelovigen, de migranten, de asielzoekers of de Brusselse regenten zijn, volgens de volksmenner/populist hebben ze alleen maar slechte bedoelingen en dienen ze met alle mogelijke middelen te worden bestreden. Want die vijanden willen de macht, ze domineren het geld, ze pikken onze banen, onze huizen, onze vrouwen, ze hebben geen of een slechte moraal, ze zijn nu eenmaal inferieure mensen of zelfs niet menselijk. Binnen het populisme heeft “de ander” het altijd gedaan. Het is bevrijdend die ander de schuld te geven en het is heerlijk te mopperen en te kankeren. Het ontslaat je tevens van de verantwoordelijkheid zelf iets aan je lot te verbeteren, want jij bent het slachtoffer. De ander moet veranderen of weg uit je leven, en de zelfbenoemde leider zal de problemen die de benoemde vijand je bezorgt, ook wel “simpel” voor je oplossen. De volksmenner/populist appelleert aan en bevordert angst bij de bevolking. Niet om die te helpen, maar om parasiterend op de angst en de daaruit gemobiliseerde woede de eigen macht te vergroten. Hij groeit naarmate het ervaren slachtofferschap groter wordt. Tegelijk wordt er flink op de trom der nationale trots geroffeld. Hij presenteert de problemen zwart-wit: “Wie niet met mij is, is tegen mij”. De gecreëerde tegenstellingen,  vijandigheid en haat vormen de opmaat voor gewelddadige confrontatie of zelfs tot een oorlog!

Meten met twee maten

De grootste bedreiging voor de wereldvrede is een politiek van (neo)kolonialisme, overheersing en uitbuiting. Met een merkwaardig gevoel van superioriteit voelen sommige landen zich gerechtigd om uit strategische en economische motieven macht te verwerven in landen waar ze niet thuis horen. In dat kader wordt verzet (vanuit die overheerste, uitgebuite en vaak van een corrupte marionettenregering voorziene landen) tegen die schending van de soevereiniteit geduid als terrorisme, waartegen met geweld mag/moet worden opgetreden. Dit geweld wordt gerechtvaardigd en gerationaliseerd in termen van humanitaire interventie, van beschaving brengen, van het afwenden van het kwaad of zelfs in termen van zelfverdediging. De prioriteitsstelling van humanitaire hulp aan een bepaalde bevolkingsgroep heeft vaak minder te maken met de daadwerkelijke noden van de betreffende bevolkingsgroep dan wel met de belangen en prioriteiten van de hulpverlenende landen. Zo gebeurt het vaak, dat andere bevolkingsgroepen met vergelijkbare of zelfs ernstiger noden, van hulp verstoken blijven, omdat deze bevolkingsgroepen voor de hulpverlenende landen niet van economisch of strategisch belang zijn.

Wereldburgers

Er spelen in toenemende mate wereldwijde en wereldbedreigende problemen als klimaatverandering, voedsel- en drinkwaterschaarste, energievoorziening, etc. De aanpak hiervan vergt een globaal beleid voor de lange termijn. Dat houdt in dat voor onze 21e eeuw een verschuiving teweeg gebracht moet worden van korte termijn beleid (gericht op het eigen economisch en strategisch belang) naar het nemen van verantwoordelijkheid als wereldburgers. Leidraad in dit proces vormt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties.

Het lijkt wel of het belang van de Verenigde Naties (VN) in de perceptie van de mensen verflauwt. Dat heeft te maken met het disfunctioneren van de Veiligheidsraad van de VN zelf, die de vrede in de wereld zou moeten bewaken, maar in feite een arena is van gevestigde machtsblokken als de VS, Rusland, China en Europese landen. Bovendien zijn de VN te zeer financieel afhankelijk van de VS, waardoor de VS disproportionele invloed kunnen uitoefenen op het te voeren beleid. Landen in Afrika, Azië en Zuid- en Midden-Amerika voelen zich niet of te weinig vertegenwoordigd. In toenemende mate wordt een oorlog begonnen zonder instemming van de VN. En dat terwijl er een mogelijkheid is om conflicten tussen staten voor te leggen aan het Internationaal Gerechtshof, een mogelijkheid waar veel te weinig gebruik van wordt gemaakt. De VN worden gemarginaliseerd door landen die hun eigen strategische en economische belangen nastreven ten koste van het algemeen belang. Daarmee wordt dit uiterst belangrijke, internationale forum -deze verworvenheid van onschatbare waarde- ondergraven.

Gezagsorganen op een hoger niveau

In zijn boek “Steunberen van de samenleving” beschrijft Kees Schuyt hoe in vroeger tijden in Nederland het recht van de sterkste heerste, en conflicten met wraak en eigenrichting werden beslecht. Op het gebied van regulering van maatschappelijke conflicten zijn grote vorderingen gemaakt. In plaats van wraak en eigenrichting hebben we inmiddels het wettelijk strafproces, een pijler onder onze publieke rechtsorde, waarin conflicten worden voorgelegd aan en beoordeeld door een boven de partijen geplaatst en erkend rechtscollege. Vroeger bestonden er ook stads- en provincielegertjes die elkaar bestreden. Tegenwoordig hebben we een nationale politie en een nationaal leger die binnen een wettelijk kader onder parlementaire controle staan.

Het is dus op nationaal niveau mogelijk gebleken maatschappelijke tegenstellingen te hanteren en te kanaliseren door ze te reguleren op een hoger niveau in nationaal erkende gezagsorganen.  Als dit op nationaal niveau mogelijk is gebleken, moet het in principe ook internationaal mogelijk zijn op wereldniveau tegenstellingen tussen staten of allianties van staten te hanteren en te kanaliseren door het instellen van gezagsorganen op een hoger, bovennationaal niveau. Hierin kunnen en moeten de Verenigde Naties een centrale rol spelen als een boven de staten geplaatst en erkend gezag.

Nationaal leger, NAVO of VN

Hans van Mierlo pleitte in Nederland ooit voor een internationale brigade van de Verenigde Naties (UN Stand-by Force) bestaande uit snel inzetbare eenheden uit diverse landen die gelijkwaardig zijn getraind en toegerust. De vraag is aan de orde: Blijft het nationale leger ingezet worden als instrument van een (op zichzelf gerichte, neokoloniale) nationale staat of wordt het als instrument ingezet voor een organisatie van wereldburgers met een verantwoordelijkheid die verder strekt dan het eigenbelang en dat van zijn bondgenoten. De NAVO is sterk afhankelijk van de VS en neemt af in belang sinds de Koude Oorlog voorbij is. De VS zijn niet meer bereid het financiële voortouw te nemen. De Nederlandse regering zou door op termijn niet te kiezen voor een eigen nationaal leger binnen het kader van de NAVO, maar voor een legermacht ten dienste van de VN-brigade een internationale impuls kunnen geven aan de versterking van de VN. Misschien wordt het mogelijk dat in verre de toekomst staten hun onderlinge geschillen zullen voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof in plaats van de wapens op te pakken en het uit te vechten.

Wapenindustrie

Ieder bedrijfstak heeft te maken met de markt: vraag en aanbod. Als de vraag afneemt, doet een bedrijf er alles aan de vraag te stimuleren, door reclame, het maken van nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product. De wapenindustrie is, economisch gezien, voor veel landen een factor van groot belang (Nederland hoort tot de top 10 van wapenexporterende landen). Als er op grote schaal door regeringen wordt bezuinigd op defensie-uitgaven, neemt de vraag af en probeert de wapenindustrie met reclame, nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product, de vraag te stimuleren. Als het overal vrede zou zijn, zou de wapenindustrie instorten en zouden diverse landen daardoor grote economische problemen krijgen. Daarom wordt op alle mogelijke manieren geprobeerd de vraag te stimuleren, misschien, als er vrede dreigt, zelfs door het creëren van een oorlog als daarmee de economisch zo belangrijke bedrijfstak gehandhaafd kan worden. Alle ethische afspraken ten spijt zullen er wapens geleverd blijven worden aan vriend en vijand in een oorlogsconflict, rechtstreeks of via een bevriend ander land. Machthebbers/zoekers worden op hun wenken bediend. Handel is handel. De fabrikant acht zich niet verantwoordelijk voor het gebruik van zijn producten. Zolang de wapenindustrie winst moet maken, zal er altijd oorlog blijven.

Burgerschapsvorming

Scholing voor alle kinderen in de wereld is een noodzakelijke voorwaarde voor vrede en veiligheid. Daarbij dient het onderwijs zich niet te beperken tot het aanleren van taal- en rekenvaardigheden, maar dient het onderwijs zich tevens te richten op het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn voor goed burgerschap. Kinderen leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld, kinderen leren wat empathie is, kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen en zo nodig te nemen, kinderen leren wat de meerwaarde is van samenwerken. Dit zijn noodzakelijke vaardigheden voor de opbouw van een vreedzame samenleving. Recent heeft Curriculum.nu een voorstel aan de minister van onderwijs aangeboden waarin burgerschapsvorming structureel onderdeel is: Burgerschap behoort tot de kerntaken van het onderwijs. Een bruikbaar motto kan aan Micha de Winter worden ontleend: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”.

Programmapunten vrede en veiligheid

  1. Maak een wereldomvattende inventarisatie van kwetsbare bevolkingsgroepen en naties, die lijden onder geweld, uitbuiting, honger, mensenrechtenschendingen, etc. Formuleer prioriteiten op grond van de nood van deze kwetsbare groepen en niet op grond van politieke en/of economische belangen.
  2. Bepleit dat militair ingrijpen niet het enig overblijvende alternatief is, als alle vreedzame middelen tot nu toe niet hebben geleid tot het beëindigen van het conflict. Niet militair ingrijpen kan vaak nog erger voorkomen. Bepleit het inschakelen van het Internationaal Gerechtshof ter beslechting van internationale conflicten.
  3. Inventariseer naast de positieve ook de averechtse en negatieve gevolgen van Nederlandse deelname aan internationaal militair ingrijpen voor de  korte en de lange termijn om van de geschiedenis te leren, in plaats van alleen de ”successen” te roemen.
  4. Bevorder het verbod op alle commerciële wapenproductie. Alleen wapenproductie onder toezicht van de VN en uitsluitend te gebruiken door een internationale VN- troepenmacht en door nationale politie (voor locale ordehandhaving) zijn toegestaan.
  5. Bepleit dat Nederland goed opgeleid en toegerust personeel levert voor een VN-leger ter handhaving van de wereldvrede, en dat het nationale leger afgeschaft wordt en zich terugtrekt uit de NAVO.
  6. Leer kinderen op school de benodigde sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden aan opdat zij leren om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld; pas hiertoe ook de opleiding van leerkrachten aan.

Tot slot

F. Wibaut:

 “Er is maar één land, de aarde; er is maar één volk, de mens; er is maar één geloof, de liefde.”

John Zant

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *