Burgerschapsvorming in het onderwijs

Structuur en algemene inhoud van het burgerschapscurriculum

Dit is mijn feedback op het 5e tussentijds rapport van het Ontwikkelteam Burgerschap in het kader van curriculum.nu.

De belangrijkste inhoudelijke aspecten van burgerschapsonderwijs zijn m.i. wel in het conceptvoorstel terecht gekomen. Dat is het voordeel als vele partijen en individuen hun visie daarop mogen geven. Een groot probleem bij die diverse en massale input is een logische en sluitende structuur te construeren die alle inhoudelijke input een coherente plaats biedt en die operationalisatie naar een werkbaar curriculum mogelijk maakt. De voorgestelde structuur gaat uit van een visie waarin een waardesysteem de basis vormt van waaruit kinderen moeten leren omgaan met essentiële maatschappelijke situaties en ontwikkelingen. Daartoe worden hoofddoelen geformuleerd (Grote Opdrachten). Voor die hoofddoelen zijn Brede Vaardigheden vereist die worden gespecificeerd in Burgerschapsvormende Denk- en Werkwijzen per ontwikkelingsniveau (Bouw). Dus:

  1. Waardesysteem
  2. Maatschappelijk Essentiële Onderwerpen
  3. Hoofddoelen (Grote Opdrachten)
  4. Brede Vaardigheden
  5. Burgerschapsvormende Denk- en Werkwijzen (per Bouw)

Op zich lijkt dit een goede en werkzame uitwerking van visie naar benodigde vaardigheden.

“Burgerschapsvorming in het onderwijs” verder lezen

Feedback op 2e rapport Ontwikkelteam Burgerschap

Antwoord op vraag 1:

Bij de indeling in 5 delen: democratie, diversiteit, technologisch burgerschap, globalisering en duurzaamheid, ligt de nadruk vooral op het aspect “kennis” en komen “basishouding” en  “sociale competenties” weinig systematisch aanbod. Een indeling in 3 dimensies biedt meer structuur en helderheid (zie onder vraag 2). Voorts ontbreekt een definitie van “goed” burgerschap die de basis moet vormen voor het formuleren van de doelstellingen (en voor eventuele latere toetsing) van burgerschapsonderwijs. Voorstel: Het beschikken over zodanige kennis, empathie/respect en sociaal-emotionele competenties, dat men kan functioneren in de maatschappij als een mondig, kritisch, empathisch, niet-gewelddadig, tolerant, sociaal, betrokken, samenwerkend, verantwoordelijk en toekomstgericht burger, die zich gedraagt en zich oriënteert als wereldburger, open staat voor andere culturen, hecht aan algemeen menselijke waarden en milieubewust is.

“Feedback op 2e rapport Ontwikkelteam Burgerschap” verder lezen

Feedback op het 1e rapport Ontwikkelteam Burgerschap

1. In hoeverre maakt de visie voldoende duidelijk wat de relevantie is van burgerschap in het onderwijs?

Een definitie van “goed burgerschap” ontbreekt. Suggesties:

Cognitief—  individuele autonomie, redeneren, argumenteren, kritisch denken, …, maar ook heteronomie (bereidheid en vermogen tot samenleven)

Sociaal-emotioneel—  empathie, niet-gewelddadigheid, tolerantie, betrokkenheid, ….

Noodzakelijke voorwaarden voor deze competenties zijn:

  • Het leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen
  • Het leren luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen
  • Het leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld (bijv. onderhandelen, compromissen sluiten, even goede vrienden blijven ondanks verschillen, modus vivendi zoeken, geven en nemen, wederkerigheid, verzoenen, vergeven, etc.)
  • Het leren samenwerken
  • Het leren verantwoordelijkheid te dragen en te nemen

“Feedback op het 1e rapport Ontwikkelteam Burgerschap” verder lezen

Burgerschapsvorming in het onderwijs: noodzakelijke voorwaarden

Aanbevelingen voor het Ontwikkelteam Burgerschap (Curriculum.nu)

  • Welke sociaal-emotionele vaardigheden zijn noodzakelijk voor “goed burgerschap”, om te kunnen uitgroeien tot een empathisch, tolerant, sociaal, niet-gewelddadig, samenwerkend en verantwoordelijk wereldburger? Volgens mij zijn noodzakelijke voorwaarden hiertoe: a. het kunnen verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen. b. het kunnen luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen. c. het kunnen omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld (compromissen, geven en nemen, verzoenen, etc.) d. het kunnen samenwerken.  e. het kunnen dragen en nemen van verantwoordelijkheid.
  • In een autoritair opvoedingssysteem moet het kind gehoorzamen, worden eigen afwijkende gedachten als ongewenst beschouwd, moet het kind emoties onderdrukken (brutaal, kinderachtig) en eigen wensen onuitgesproken laten (je hebt niks te willen, je moet doen wat je gezegd wordt). In een autoritair systeem wordt de ontwikkeling van autonomie, assertiviteit, zelfredzaamheid en eigen identiteit onderdrukt; persoonlijke ontplooiing wordt in de kiem gesmoord. Overigens komen in elke religie en elke cultuur zowel autoritaire als liberale opvoeders voor.
  • Lang niet alle leerkrachten hebben van huis uit of gedurende hun opleiding de noodzakelijke sociaal-emotionele vaardigheden aangeleerd. Er zijn veel leerkrachten die zich moeten vastklampen aan een autoritaire opvoedingsstijl, omdat ze zelf moeilijk met eigen en andermans emoties kunnen omgaan, en moeite hebben met conflicthantering. Veranderingen in het onderwijs op gebied van persoons- en burgerschapsvorming vereisen ook verregaande veranderingen in het pabo-curriculum. Leerkrachten met onvoldoende taal- en rekenvaardigheden horen niet voor de klas te staan. Datzelfde geldt m.i. voor leerkrachten met onvoldoende sociaal-emotionele vaardigheden.
  • Misschien wel de grootste uitdaging voor het Ontwikkelteam Burgerschap is het formuleren van toetsbare eindtermen voor het “vak” burgerschap. Hoe meet je sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden? Hopelijk gaat het Ontwikkelteam deze uitdaging niet uit de weg door burgerschap te beperken tot de gemakkelijk toetsbare kennisdimensie. Want dan verschraalt/verwordt burgerschapsvorming tot een soort inburgeringscursus voor kinderen of een soort maatschappijleer voor de basisschool.
  • Als het gaat om de kennisdimensie van burgerschapsvorming zou deze m.i.meer gericht moeten worden op wereldburgerschap. Alle kinderen het Wilhelmus leren en alle scholen langs de Nachtwacht sleuren zijn nogal nationaal-chauvinistische doelstellingen. Meer kennis over Erasmus en vrede, over mensen- en kinderrechten, het ontstaan en het nut van de Verenigde Naties, over de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, etc. zijn in een tijd van toenemende globalisering m.i. noodzakelijk.

John Zant,   Mei 2018

Het Ontwikkelteam Burgerschap geeft een samenvatting van de feedback van 88 instellingen en particuliere inzenders.

Onder het kopje “Sterke punten” worden 4 onderwerpen genoemd, waarvan 2 uit mijn feedback:

  • “De nadruk op de unieke rol van de school als samenleving in het klein,waarin verschillende mensen elkaar tegenkomen en leerlingen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot kritische, actieve en betrokken burgers”
  • “Door toevoeging van de mondiale dimensie is de visie een stuk toekomstgerichter. Dit is erg belangrijk en een positief aspect. Burgerschapsonderwijs houdt niet op bij de landsgrenzen”

Onder het kopje “Aandachtspunten” worden 6 punten genoemd, waarvan 3 uit mijn feedback:

  • “Een definitie van ‘goed burgerschap’ ontbreekt. Essentieel zijn sociaal-emotionele competenties. Noodzakelijke voorwaarden hiervoor zijn bijvoorbeeld het leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen en het leren verantwoordelijkheid te dragen en te nemen”
  • “(Meer) aandacht voor verschillende religies, culturen (volkeren wereldwijd) en voor duurzaamheid”
  • “Globalisering, klimaat, energie, voedsel, water, armoede, geletterdheid, internet, sociale media, etc. zullen in toenemende mate om een internationaal georiënteerde aanpak vragen.

Intolerantie voor onzekerheid / Intolerance of Uncertainty

INTOLERANTIE VOOR ONZEKERHEID

Inleiding

In 1994 publiceerden Freeston en medewerkers een meetinstrument voor het begrip “Intolerance of Uncertainty”. Zij beschrijven het begrip als: “emotional, cognitive and behavioural reactions to ambiguous situations, implications of being uncertain, and attempts to control the future”. Factoranalyse resulteerde in vijf factoren:

  1. uncertainty is unacceptable and should be avoided
  2. being uncertain reflects badly on a person
  3. frustration is related to uncertainty
  4. uncertainty causes stress
  5. uncertainty prevents action

“Intolerantie voor onzekerheid / Intolerance of Uncertainty” verder lezen