De Methodologie van de Oorlog

Het perspectief van de burger

Wie is mijn vijand? Mijn vijand is degene die mij of mijn dierbaren opzettelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen; het is ook degene die de persoonlijke levenssfeer van mij of van mijn dierbaren schaadt of dreigt te schaden, waarbij levenssfeer zoiets is als vrijheid van denken spreken en handelen (met de aantekening dat mijn vrijheid niet ten koste van die van een ander zou moeten gaan).

Mijn dierbaren en ik/ik en mijn dierbaren vormen een wij-groep in engere zin: wij hebben een persoonlijke, emotionele band met elkaar. Er zijn ook wij-groepen in ruimere zin: buurtgenoten, clubgenoten, collega’s, stadgenoten, streekgenoten, landgenoten, werelddeelgenoten, wereldburgers. Zijn degenen die een van mijn wij-groepsleden in ruimere zin belagen, ook mijn vijanden? In mijn gevoel niet. Maar ik weet dat veel anderen daar andere gevoelens en ideeën bij hebben dan ik. Wel vind ik dat daar door het door mij gekozen gezag tegen opgetreden dient te worden, waarbij het gezag een op goede rechtsbeginselen georganiseerde en gecontroleerde organisatie moet zijn.

Zijn degenen die door mij gekozen vertegenwoordigers belagen, mijn vijand? In zekere zin wel, als direct of indirect de levenssfeer van mij en mijn dierbaren bedreigd wordt. Als een gek onze minister-president vermoordt, beschouw ik die niet als vijand. Als een leider van een ander land de opdrachtgever is van een aanslag met als doel de samenleving te destabiliseren, dan beschouw ik de opdrachtgever als vijand, meer nog dan de dader zelf. Zijn de soldaten van een vijandelijk leger mijn vijand? De meeste mensen zullen volmondig met ja antwoorden. Ik twijfel. Natuurlijk is degene die een geweer op mij richt mijn vijand.

Maar stel, dat zijn leider en mijn leider ruzie hebben en hebben besloten die met een oorlog uit te vechten. Ik zit in de ene schuilplaats en de soldaat van de tegenpartij in een andere schuilplaats, zo’n 100 meter verderop. Ik heb nog nooit iemand gedood of willen doden; hij ook niet. We kennen elkaar niet en hebben elkaar nog nooit een strobreed in de weg gelegd. Moeten wij nu op elkaar gaan schieten? Ik gebruik hier het woord “wij” voor de vijandelijke soldaat en mijzelf; we zijn lotgenoten die met angst en vreze huis en haard hebben verlaten, omdat we de opdracht hebben gekregen de ruzie tussen onze leiders door middel van een oorlog uit te vechten. Wij hebben geen ruzie; we zijn eigenlijk geen vijanden van elkaar. Toch schiet ik misschien, ook al doe ik dat liever niet, uit angst dat de ander misschien schiet, ook uit angst; dan kun je maar beter het eerst schieten en schiet je iemand neer die je niet kent en die je nooit kwaad heeft gedaan, of je treft toevallig een voorbij lopende vrouw met kind, en dat heet dan “collateral damage”.Hoe kun je jezelf nog recht in de ogen kijken als je geschoten hebt op mensen die je niet kent en die je nooit iets misdaan hebben, maar die je leider “vijanden” noemt? Misschien is de werkelijke vijand niet die bange onbekende soldaat in die andere schuilplaats, maar is mijn echte vijand degene die mij beveelt op een onschuldige medemens te schieten en is zijn echte vijand degene die hem beveelt op mij te schieten. Als alle soldaten in plaats van te schieten op de benoemde vijand hun eigen leider aanklagen wegens aanzetten tot moord, is er nooit meer oorlog.

Het perspectief van de leider

De geschiedenis van de mensheid lijkt voor het grootste deel uit oorlogen te bestaan met vele miljoenen doden, gewonden, getraumatiseerden, van hun bezit en bestaansmiddelen beroofden en ontheemden. Van deze lange geschiedenis wordt echter weinig geleerd. Beschaafde mensen moeten in staat geacht worden zelfs de meest ingewikkelde tegenstellingen met praten en compromissen te kunnen oplossen. Beschaafde leiders leggen hun onderlinge conflicten, waar ze met overleggen niet uitkomen, voor aan het Internationaal Gerechtshof.

Echter, de leiders van machts-economische elites, met hun zorgvuldig gekoesterde nationaal-chauvinistische xenofobieën, pakken hun onderlinge belangentegenstellingen liever in oorlogen aan met als doelen: het draaiende houden van de lucratieve oorlogsindustrie, het beheersen van de fossiele energiebronnen of het stillen van megalomane machtshonger. Het volk is gemakkelijk angstig te maken met uit zijn verband gerukte, verzonnen of geënsceneerde dreigende gebeurtenissen. En het is vanuit die aangewakkerde angst binnen de door de leider benoemde hogere waarden (op zogenaamd religieuze, ideologische en humanitaire gronden) gemakkelijk tot de tunnelvisie te brengen dat oorlog de enige oplossing is en dat het volk vooral achter de leider moet gaan staan. Alle oorlogen worden aangegaan volgens een zelfde methodologie. Als we ons die bewust zijn, kunnen we het aandringen op een oorlog door onze leiders misschien tijdig herkennen en er een stokje voor steken.

Methodologie van de oorlog:

  1. benoem een vijand (bijv. communisten, joden of moslimextremisten waarbij je de toevoeging extremisten al snel kunt weglaten om meer vijanden te hebben)
  2. maak het volk bang voor de gekozen “vijand” (van diaboliseren tot geënsceneerde aanslagen)
  3. beroep je op grootse waarden van religieuze, ideologische of humanitaire aard (leugens en “dubbelspraak”)
  4. breng het volk tot de tunnelvisie dat gewapend ingrijpen de enige oplossing is
  5. zet bondgenoten onder druk om mee te doen (‘wie niet met mij is, is tegen mij’)

Tot slot

–Elke gewonnen oorlog is een pyrrusoverwinning: ieder geweld roept de frustratie en weerstand op die vroeg of laat leiden tot het volgende geweld.

–Oorlog heeft alles te maken met macht en geld van een elite en heeft niets te maken met idealen en hogere waarden.

–Wie op bevel schiet op een persoon die je nooit iets heeft misdaan, maar die tot vijand is benoemd, is een misdadiger. De wroeging die veel soldaten na de oorlog ervaren, bewijst dat ze dat zelf ook zo zien.

–Wie gelooft in een rechtvaardige oorlog of in een vredesoorlog, gelooft ook dat zwart wit is.

John Zant

noot: dit artikel is opgenomen in het boek: “De Boemerang van het Geweld”, Rotterdam, Huis van Erasmus, 2016, uitgegeven in het kader van het Erasmusjaar

Soorten democratisch genoemde verkiezingen

Soorten democratisch genoemde verkiezingen

Je kunt m.i.  verschillende soorten democratisch genoemde verkiezingen onderscheiden:

  1. Onvrije verkiezingen, waarbij wordt gecontroleerd op wie je stemt en je eigenlijk wordt verplicht op één partij of kandidaat te stemmen
  2. Deels vrije verkiezingen,  waarbij een deel van de bevolking niet mee mag stemmen
  3. Zogenaamd vrije verkiezingen,  waarbij leden/partijen van de oppositie geen kans krijgen campagne te voeren, bijvoorbeeld door ze gevangen te nemen of geen zendtijd te geven
  4. Zogenaamd vrije verkiezingen waarbij eenmaal gekozenen zich laten leiden door de meest betalende: corruptie
  5. Zogenaamd vrije verkiezingen
  6. Vrije verkiezingen waarbij “the winner takes all”: dus er wordt geen rekening gehouden met minderheden of met de oppositie
  7. Vrije verkiezingen waarbij de meerderheid regeert met oog voor de belangen van minderheden en de oppositie

John Zant

Populisme: appelleren aan en bevorderen van slachtofferschap

Populisme: appelleren aan en bevorderen van slachtofferschap

Inleiding

Er zijn m.i.  twee manieren om volksmassa’s te mobiliseren: een nobel ideaal overtuigend presenteren, of een vijandelijke dreiging. Als het ideaal echt nobel is, wordt er geen vijand benoemd. Gebeurt dat wel, dan verwordt het ideaal tot het bestrijden, verslaan of vernietigen van de vijand. Vast ingrediënt van populisme is: een volksmenner die de volksmassa’s ervan overtuigt dat ze benadeeld of bedreigd worden door een hen vijandige kracht waar ze het slachtoffer van zijn of worden.

“Populisme: appelleren aan en bevorderen van slachtofferschap” verder lezen

Groen Links maakt het verschil op gebied van vrede en veiligheid

Groen Links maakt het verschil op gebied van vrede en veiligheid: beleidsvoorstel 2013

Uitgangspunten

Bijdragen aan:

  1. de bescherming van kwetsbare burgers
  2. het vergroten van het respect voor de mensenrechten
  3. het scheppen en handhaven van vrede en veiligheid.

Kwetsbare burgers

Met beperkte middelen en mankracht is het zaak vooraf te bepalen waar je je bijdragen wilt inzetten. Als je kwetsbare burgers wilt beschermen, zul je eerst moeten inventariseren wie je daaronder wilt rekenen en zul je vervolgens je prioriteiten moeten stellen op wie je je beperkte middelen en mankracht zult richten. Een dergelijke inventarisatie ontbreekt. Desondanks worden schaarse middelen en mankracht ingezet. De vraag is hoe en door wie de prioriteiten zijn gesteld. Ook is de vraag waarom de een wel hulp krijgt en de ander met vergelijkbare problemen niet. Wordt de Nederlands keuze bepaald door de agenda van de VS, het ministerie van buitenlandse zaken van Nederland, de Navo, de beeldvorming door de media, de economische belangen? Een dergelijke prioriteitstelling ontbreekt.

Mensenrechten

Gelukkig zijn de rechten van de mens goed vastgelegd door de VN. Er zijn vele landen en regeringen die niet voldoen aan het vereiste respect voor die mensenrechten. De keuze wie aan te spreken op gebrekkig respect voor de mensenrechten vereist allereerst dat je zelf geen blaam treft op dit gebied. Voorts kun je niet de een corrigeren, terwijl je een ander die op dezelfde wijze de mensenrechten schendt, ongemoeid laat. Het kan niet zo zijn dat de mensenrechtenschendingen van niet-bevriende naties wel en van bevriende naties niet aan de kaak worden gesteld, of dat uit angst voor economische sancties er maar niet over wordt gepraat. Een evaluatie van Nederlandse mensenrechtenschendingen, alsook een helder beleid welke natie wel en welke niet door Nederland moet worden aangesproken, ontbreekt.

Vrede en veiligheid

Op gebied van internationale vrede en veiligheid is het beleid van de VN leidend. Het functioneren van de VN is verre van volmaakt en nog verre van onpartijdig. De VN-organisatie is echter wel het beste dat we als wereldburgers tot nu toe hebben. Uitgangspunt is dat kwetsbare burgers van welke natie dan ook beschermd moeten worden tegen geweld desnoods tegen hun eigen regering (R2P). Daarbij dient eerst alles in het werk gesteld te worden die kwetsbare burgers te beschermen door vreedzame middelen (diplomatie, economische sancties, humanitaire hulp, etc.). Pas wanneer deze vreedzame middelen niet helpen, kan militair ingrijpen worden overwogen. Dit eventuele militaire ingrijpen zou in ieder geval door de VN dienen te worden geleid dan wel gedelegeerd naar andere instanties of coalities. Het kan niet zo zijn, dat als alle vreedzame middelen hebben gefaald, er dus niets anders rest dan militair ingrijpen. Men zal dienen te overwegen of militair ingrijpen de zaken niet eerder verergert dan verbetert. Soms is de realiteit dat er niets anders op zit dan, militair gezien, machteloos toezien om nog erger te voorkomen. Sommigen noemen dit laf, anderen verstandig. Het Internationaal Gerechtshof wordt zelden als alternatief gezien. Waarom maakt Nederland zich meer bezorgd om Syrië dan om Tibet, de Oeigoeren, de Papoea’s, de Tsjetsjenen, de Palestijnen, de vrouwen in bijvoorbeeld India en Saoedi Arabië, etc. Wiens prioriteitstelling volgt Nederland? Waarom wel militair ingrijpen overwegen in Syrië en niet in die andere landen waar kwetsbare mensen slachtoffer zijn van geweld?

Programmapunten vrede en veiligheid van Groen Links

  1. GL maakt een wereldomvattende inventarisatie van kwetsbare bevolkingsgroepen en naties, die lijden onder geweld, uitbuiting, honger, mensenrechtenschendingen, etc. GL formuleert prioriteiten op grond van de nood van deze kwetsbare groepen en niet op grond van politieke en/of economische belangen en niet op grond van wel of niet onder de loep gelegd door de media.
  2. GL evalueert de Nederlands schendingen van de mensenrechten
  3. GL beargumenteert dat, als alle vreedzame middelen tot nu toe niet hebben geleid tot het beëindigen van geweld, militair ingrijpen niet het enig overblijvende alternatief is. Niet militair ingrijpen kan vaak nog erger voorkomen. GL bepleit het inschakelen van het Internationaal Gerechtshof ter beslechting van internationale conflicten.
  4. GL inventariseert de averechtse en negatieve gevolgen van Nederlandse deelname aan militair ingrijpen voor de korte en lange termijn om van de geschiedenis te leren, in plaats van alleen de ”successen” te roemen.
  5. GL zet zich ervoor in alle commerciële wapenproductie te verbieden. Alleen wapenproductie onder toezicht van de VN en uitsluitend te gebruiken door een internationale VN- troepenmacht en door nationale politie (voor locale ordehandhaving) zijn toegestaan.
  6. GL bepleit dat Nederland goed opgeleid en toegerust personeel levert voor een VN-leger ter handhaving van de wereldvrede, het nationale leger afschaft en zich terugtrekt uit de Navo.
  7. GL wil de wereld verbeteren door te beginnen bij de opvoeding: Leer kinderen op school de benodigde sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden aan opdat zij leren om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met geweld; pas hiertoe ook de opleiding van leerkrachten aan.

Groen Links motto

“Er is maar één land, de aarde; er is maar één volk, de mens; er is maar één geloof, de liefde.” ( F. Wibaut, onlangs geciteerd door L.

Vergeten bevolkingsgroepen in nood

“Vergeten” bevolkingsgroepen in nood Inleiding Groen Links, en dus ook de werkgroep Vrede en Veiligheid, heeft de afgelopen tijd veel tijd en aandacht besteed aan Kunduz en doet dat nog steeds. Daar is ook alle reden toe. Er zijn echter naast Afghanistan (Kunduz) nog vele andere brandhaarden in de wereld. In een kleine partij is het zaak de beperkte menskracht en middelen rationeel en rechtvaardig in te zetten. Het project “Vergeten bevolkingsgroepen in nood” komt voort uit de ongerustheid dat met alle inzet van menskracht en middelen voor probleemgebied Kunduz, er relatief weinig inzet en aandacht over blijft voor andere probleemgebieden. Er lijkt sprake van selectieve aandacht voor Kunduz. Dat kan gerechtvaardigd zijn als daar de nood verreweg het hoogst is, maar het is de vraag of dat het doorslaggevende argument voor de keuze is (geweest); mogelijk spelen andere factoren ook een rol; te denken valt aan de prioriteitstelling van de VS, aan politiek-strategische belangen, aan economische belangen, aan de waan van de dag in de media, collectieve bewustzijnsvernauwing, etc. Groen Links/de werkgroep Vrede en Veiligheid wil zich sterk maken voor:

  1. De bescherming van kwetsbare burgers
  2. Het vergroten van het respect voor de mensenrechten
  3. Het scheppen en handhaven van vrede en veiligheid

Aannemend dat Groen Links denkt in termen van wereldburgers, van gelijkwaardigheid van elk der wereldburgers en van hulpverlening op basis van objectieve nood in plaats van op basis van bevriendheid, economisch en/of politiek voordeel, toevallig binnen de media-aandacht vallen, etcetera, zou Groen Links een strategie moeten bedenken hoe de schaarse tijd, menskracht en middelen het beste kunnen worden ingezet om de wereldburgers die het meest te lijden hebben onder geweld en repressie ook de meeste hulp en aandacht te bieden. Doelstellingen De doelstellingen van dit project zijn:

  1. Overzicht: Het voorzien in een overzicht van alle landen/volkeren/bevolkingsgroepen die te lijden hebben van geweld, repressie en schending van mensenrechten.
  2. Prioriteitstelling: Het formuleren van criteria op grond waarvan te bepalen is welke bevolkingsgroepen er wat dat betreft het slechtst aan toe zijn en het meest aanspraak zouden maken op hulp en aandacht.
  3. Beleidsadvies: Het formuleren van doelgericht en rechtvaardig beleid voor Vrede en Veiligheid van Groen Links op grond van geformuleerde prioriteiten.

Aanpak Ondergetekenden inventariseren welke nuttige informatiebronnen reeds beschikbaar zijn. In eerste instantie wordt gekeken naar de volgende informatiebronnen:

  1. Human Rights Watch (www.hrw.org)
  2. Amnesty International (www.amnesty.org)
  3. International Committee of the Red Cross (www.icrc.org)
  4. UN Refugee Agency UNHCR (www.unhcr.org)
  5. Human Development Index (www.hdr.undp.org)
  6. Failed States Index (www.global.fundforpeace.org)

Bevindingen 1. Human Rights Watch Human Rights Watch is dedicated to protecting the human rights of people around the world. We stand with victims and activists to prevent discrimination, to uphold political freedom, to protect people from inhumane conduct in wartime, and to bring offenders to justice. We investigate and expose human rights violations and hold abusers accountable. We challenge governments and those who hold power to end abusive practices and respect international human rights law. We enlist the public and the international community to support the cause of human rights for all. HRW publiceert zeer frequent over onderdrukte bevolkingsgroepen en is daarmee zeer actueel. Deze actuele informatie kan gebruikt worden voor sturing en actualisering van het beleid. 2. Amnesty International Amnesty International is a global movement of more than 3 million supporters, members and activists in over 150 countries and territories who campaign to end grave abuses of human rights. Our vision is for every person to enjoy all the rights enshrined in the Universal Declaration of Human Rights and other international human rights standards. We are independent of any government, political ideology, economic interest or religion, and are funded mainly by our membership and public donations. After more than 50 years of groundbreaking achievements, Amnesty International is now embarking on a major process of evolution, to adapt to the dramatic changes in the world we operate in, and to increase the impact of our human rights work. We are introducing a new, global way of working – with a distributed centre and Regional Hubs of research, campaigns and communications – because we owe it to the people we work for to be the most effective force for freedom and justice that we can, globally. As we develop this process – in line with the long-held desire of our international membership – we will post regular blogs, articles, stories and personal accounts to explain what is happening, and why it is important to those on the human rights front line. Amnesty publiceert zeer frequent;ook deze actuele informatie kan gebruikt worden voor sturing en actualisering van het beleid. 3. International Committee of the Red Cross The International Committee of the Red Cross (ICRC) is an impartial, neutral and independent organization whose exclusively humanitarian mission is to protect the lives and dignity of victims of armed conflict and other situations of violence and to provide them with assistance. The ICRC also endeavours to prevent suffering by promoting and strengthening humanitarian law and universal humanitarian principles. Established in 1863, the ICRC is at the origin of the Geneva Conventions and the International Red Cross and Red Crescent Movement. It directs and coordinates the international activities conducted by the Movement in armed conflicts and other situations of violence. Het ICRC geeft elk kwartaal het International Review of the Red Cross uit met informatie over actuele activiteiten en projecten. Er is een overzicht van landen waarin het ICRC actief is. 4. UN Refugee Agency UNHCR UNHCR levert een Statistical Online Population Database voor de “population of concern to the UNHCR”: vluchtelingen, asielzoekers, teruggekeerde vluchtelingen, internally displaced persons (IDP’s), teruggekeerde IDP’s, statenlozen, en andere zorggroepen voor de UNHCR, in meer dan 150 landen. 5. Human Development index Het Human Development Report Office brengt al 24 jaar een jaarlijks rapport uit over de gezondheidstoestand (levensverwachting bij geboorte), het opleidingsniveau (aantal jaren scholing) en de levensstandaard (bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking) van elk land. Op grond hiervan wordt de “Human Development Index” berekend. Voor 2012 worden 47 landen aangemerkt als “very high”, 47 landen als “high”, 47 landen als “medium” en 45 landen als “low”. 6. Failed States index Voor het jaar 2012 hebben “Foreign Policy” en “Fund for Peace” voor de 8e keer een overzicht gepubliceerd van “indicators of state vulnerability” voor 178 landen. Er worden 12 indicatoren gebruikt: Social -mounting demographic pressures -massive displacement of refugees creating severe humanitarian emergencies -widespread vengeance-seeking group grievance -chronic and sustained human flight Economic -uneven economic development along group lines -severe economic decline Political -criminalization and/or delegitimization of the state -detoriation of public services -suspension or arbitrary application of law, widespread human rights abuses -security apparatus operating as a ‘state within a state’ -rise of factionalized elites -intervention of external political agents Voor elk land wordt een totaalscore berekend die bepalend is voor de rangordening van meest en minst problematische landen. Er worden 33 landen gerangschikt onder “alert”, 92 landen onder “warning”, 39 landen onder “moderate” en 12 landen als “sustainable”; voor 2 landen is geen score berekend. Het is ook mogelijk om een rangordening te genereren per indicator. Voor 2012 zijn de 10 slechtst gekwalificeerde landen: Somalië, Democratische Republiek Congo, Noord-Soedan en Zuid-Soedan, Tsjaad, Zimbabwe, Afghanistan, Haïti, Jemen, Irak en Centraal Afrikaanse Republiek. Evaluatie doelstellingen tot nu toe 1. Overzicht Hierboven zijn enkele informatiebronnen genoemd die een overzicht bieden van de bevolkingsgroepen in nood in de wereld. Aangezien de doelstellingen van genoemde organisaties humanitair, apolitiek en wereldomspannend geformuleerd zijn, zijn ze geschikt om “vergeten” bevolkingsgroepen in kaart en onder de aandacht te brengen. De genoemde bronnen dienen nog verder bestudeerd en uitgewerkt te worden. Suggesties voor nog andere informatiebronnen zijn welkom. 2. Prioriteiten De Human Development Index en de Failed State Index hanteren criteria om te schatten hoe erg de situatie in bepaalde landen is. Deze criteria zijn goed te gebruiken om te bepalen welke landen het meest de inzet van schaarse menskracht en middelen behoeven. Aangezien het een overzicht van landen betreft is niet direct zichtbaar welke bevolkingsgroepen in nood verkeren: Een land kan als geheel redelijk scoren, terwijl met name één bevolkingsgroep wordt verdrukt, die door de redelijke overall score van het land over het hoofd gezien kan worden. Met name de Human Rights Watch, het ICRC en het UNHCR geven actuele informatie over mogelijk “vergeten” bevolkingsgroepen in nood. 3. Beleidsadviezen Alvorens beleidsadviezen te formuleren is het zaak dat vanuit de werkgroep/partij wordt aangegeven of dit een zinvolle benadering is die het verdient verder uitgewerkt te worden. Het lijkt ons hoe dan ook nuttig dat een of meerdere personen genoemde bronnen (bijna) dagelijks screenen en daarover op vaste tijden rapporteren/adviseren aan de betreffende portefeuillehouder in de Tweede Kamer. Verdere planning Als de werkgroep/partij dit een zinvolle aanpak vindt, zal verdere uitwerking plaats vinden. De eindrapportage zou dan in het vierde kwartaal van 2013 het licht kunnen zien.