Overdenkingen op 4 en 5 mei

Overdenkingen op 4 en 5 mei

Inleiding

De herdenkingen van de oorlogsslachtoffers op 4 mei en van de bevrijding op 5 mei roepen veel emoties op, omdat het over essentiële zaken in het leven gaat: oorlogsgeweld en vrijheid. Daarover nadenken roept ook vragen op, vragen die voorheen of wellicht nog steeds als taboe worden ervaren. Herdenken maakt in de loop van de tijd ook een ontwikkeling door. Was het voorheen taboe te spreken over de koloniale oorlog in voormalig Nederlands Indië en over door het Nederlandse leger en het KNIL begane oorlogsmisdaden, nu wordt daarover gesproken. Was het in het verleden taboe te spreken over de gewone burgers die passief toekeken hoe hun Joodse medeburgers als misdadigers werden afgevoerd, en over de slechte behandeling die uit de kampen teruggekeerde Joodse mensen ten deel viel in Nederland, nu kan daarover worden gesproken. Zelfs de koning durft het taboe rond het gedrag van zijn overgrootmoeder ter discussie te stellen.

Overdenkingen op 4 mei

Nederland is bevrijd door geallieerde legers. Het Nederlandse leger heeft een kleine rol gespeeld gedurende de oorlog en bij de bevrijding van Nederland. Er waren talloze burgers die zich dapper betoonden in hun verzet tegen de Duitsers en in hun bescherming van medeburgers. Daar wordt terecht veel aandacht aan gegeven.

Maar bedenk ook, dat de geallieerden door hun strategische of vergissingsbombardementen veel burgers in Nederland hebben gedood. En dat Duitse steden vol gewone burgers doelbewust zijn platgebombardeerd. En dat het einde van WO-II in Azië door de overgave van Japan een gevolg was van het gooien van atoombommen op burgers van de steden Hiroshima en Nagasaki. Zou de vijand dergelijke acties ondernomen hebben, dan zou gesproken worden van oorlogsmisdaden. De oorlogsmisdaden van de geallieerden zijn echter nooit erkend, laat staan berecht. Waarom meten met twee maten? Waarom zijn bestrijders van het kwaad per definitie goed?

Wie is mijn vijand? Soldaat A van land A ligt in een loopgraaf tegenover soldaat B uit land B die 100 meter verderop in een loopgraaf ligt. Soldaat A wil geen oorlog en wil geen mensen doodmaken; dat wil soldaat B ook niet. Maar hun leiders hebben een conflict en hebben tot oorlog besloten. Soldaat A is een goed burger die niemand kwaad wil doen; hetzelfde geldt voor soldaat B. Beiden hebben hun huis en dierbaren verlaten om in opdracht te gaan schieten op mensen die door hun leiders tot vijand zijn bestempeld. Maar soldaat A heeft soldaat B nooit iets misdaan en omgekeerd. Onder andere omstandigheden zouden ze elkaar als goede burgers sympathiek vinden. Moeten soldaat A en soldaat B nu op commando op elkaar gaan schieten? Zij hebben elkaar nooit iets misdaan. Wat zou er gebeuren als zowel soldaat A als soldaat B hun opdrachtgevers lieten arresteren op beschuldiging van aanzetten tot moord?

We zeggen allemaal dat we vrede willen. Volgens het laatste rapport van SIPRI (over 2019) wordt wereldwijd meer geld dan ooit uitgegeven aan militaire middelen: $ 1917 miljard (Eng. billion). Bedenk dat 1 miljard mensen heden onder het bestaansminimum ($1,90 per dag) leven. Bedenk welke landen wel een sterk leger hebben, maar geen sociale voorzieningen en geen goede gezondheidszorg voor hun burgers. Bedenk dat er ruim voldoende voedsel op de wereld is om alle monden goed te voeden en er desondanks massaal honger wordt geleden. Met het geld dat aan militaire middelen wordt uitgegeven kunnen alle mensen op de wereld van voldoende voedsel worden voorzien en van gratis onderwijs en gezondheidszorg.

Onze regering heeft de mond vol van vrede, vrijheid en medemenselijkheid. Getreurd wordt om de vervolging van de Joden, de Roma, de Sinti, de homoseksuelen, etc. in WO-II. De Nederlandse regering is echter niet bereid de huidige miljoenen vluchtelingen de helpende hand te bieden of de talloze werklozen die hun kansen in het rijke Europa wagen. Zelfs kinderen zonder begeleiding in overvolle vluchtelingenkampen zijn in Nederland niet welkom. En dan toch als premier van Nederland op 4 mei op de Dam staan.

De vraag is of er van de Holocaust ook geleerd is. Volgens Primo Levi zijn momenteel “de Palestijnen de Joden van de Israeli’s”

Bedenk dat de zogenaamde vredesmissies en humanitaire interventies van het Nederlands leger soms zonder toestemming van de VN plaatsvinden, soms onder valse voorwendsels. Officieel zou het gaan om het brengen van vrijheid en democratie, terwijl het gaat om macht houden over oliebronnen in een land dat niet het jouwe is en waar de bodemschatten het eigen volk niet ten goede komen. Bedenk dat de beoogde positieve doelen van deze missies niet of nauwelijks bereikt worden, zeker niet op lange termijn, en altijd aanleiding geven tot meer geweld, verdere bewapeningsopbouw, talloze burgerslachtoffers, vluchtelingenstromen van miljoenen mensen, ontwrichte staten, burgeroorlogen, etc. Denk ook aan de Nederlandse soldaten die zinloos om het leven komen of lichamelijk en geestelijk worden beschadigd, vaak voor de rest van hun leven.

Het is storend, dat op 4 mei op de Dam van de 6 hoogwaardigheidsbekleders er 5 sober en stemmig gekleed zijn, en dat er 1 met volledige toeters en bellen staat te pronken. De koning heeft toch ook niet zijn kroon op en draagt toch ook niet de hermelijnen mantel en de scepter?

Het wordt ook tijd voor een andere tekst voor het Volkslied. Dat hoort niet meer te gaan over oorlog, bloed, dood en trouw aan koning en vaderland. Het is in ieder geval niet mijn volkslied.

Overdenkingen op 5 mei 2020

Bij de bevrijding in 1945 werd luid verzucht: “Dit nooit meer!” en geroepen: “Laten we de vrijheid vieren!” In 1941 gewaagde Franklin D. Roosevelt al van de vier vrijheden: vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid, vrijwaring van gebrek en van vrees. In 1945 werd de organisatie der Verenigde Naties (VN) opgericht. In 1948 zag de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) het licht, waarin de vier vrijheden werden uitgewerkt tot beleidslijnen die door bijna alle landen in de wereld werden omarmd. In Europa gingen landen, ook voormalige aartsvijanden, samenwerken en werd de Europese Unie (EU) gevormd. In 1950 werd het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) ondertekend dat in 1953 in werking trad. Zowel de VN als de EU zijn zeer kostbare verworvenheden die erop gericht zijn de vrede te bewaren en de noden der mensheid te lenigen door samenwerking.

In deze tijd kunnen de grote wereldproblemen, klimaatverandering, honger, armoede, pandemieën, onrecht, discriminatie, watervoorziening, oorlog en geweld, etc. niet meer uitsluitend op nationaal niveau worden aangepakt. Het regeringsbeleid wordt dan ook steeds meer gericht op Europese en mondiale samenwerking. Dat brengt herverdelingsproblemen met zich mee die aanleiding geven tot nationalistisch protectionisme en een “eigen-volk-eerst”-mentaliteit. Hierdoor wordt het noodzakelijk streven naar samenwerking bij de aanpak van wereldwijde problemen ondergraven en wordt ook gezaagd aan de poten van de EU en de VN. De VN wordt door de gevestigde machtsblokken gebruikt voor eigen doelen en gemeenschappelijk beleid wordt geblokkeerd. Nederland zou via de EU zich sterk kunnen maken voor noodzakelijke hervormingen van de VN. In de EU wordt de onderlinge solidariteit en samenwerking ondergraven door allerlei nationalistische en populistische krachten, waarvan Brexit een treurig voorbeeld is.

Bij de herdenking van 4 en 5 mei is niet of nauwelijks aandacht besteed aan de voorwaarden die nodig zijn voor vrede en vrijheid. Het belang van de VN en de EU is niet ter sprake geweest. En dat terwijl in 2020, dit jaar dus!, het 75-jarig jubileum van de VN wordt gevierd. Daarover is niets vernomen in de plechtige toespraken. Een gemiste kans. De komende jaren zou de aandacht bij de herdenking van oorlog en bevrijding wat minder nationaal gericht moeten zijn en wat meer op de kostbare verworvenheden van vrede en vrijheid: de VN en de EU.

In 2023 kunnen we het 75-jarig jubileum vieren van de UVRM en het 70-jarig jubileum van de EVRM. In dat jaar wordt trouwens ook het 175-jarig jubileum gevierd van de progressieve Nederlandse Grondwet (1848).

De herdenking van de bevrijding op 5 mei zou in het teken moeten staan van internationale vrede en vrijheid, gesymboliseerd door de VN en uitgewerkt in de UVRM. Voor behoud van vrede en vrijheid moet gestreden worden, niet met wapens maar door alle inspanning te genereren die mogelijk is tot het behalen van de door de VN gestelde Social Development Goals in 2030.

Samenwerking is noodzakelijk, in eerste instantie op Europees niveau. Die Europese samenwerking moet dan weer niet ontsporen in een Fort Europa waarmee een nieuw soort Europees-nationalistisch protectionisme zijn intrede doet. Het mooist zou het zijn als op 5 mei het bewustzijn wordt versterkt dat we allen wereldburgers zijn die zich niet alleen verantwoordelijk voelen voor wat zich binnen de grenzen van Nederland afspeelt. Vrede en Vrijheid moeten we koesteren door de EU en de VN met alle kracht te bevorderen!

5 mei 2020

John Zant

Nationalisme en Algemeen Belang

Nationalisme en Algemeen Belang

Egocentrisme en Algemeen Belang

Van egocentrisme wordt gesproken als iemand zijn eigen visie en belangen centraal stelt. Dat gaat vaak samen met een verminderd vermogen zich te verplaatsen in de standpunten en gevoelens van anderen – een gebrek aan empathie. Als iedereen op de wereld zich louter egocentrisch zou gedragen, zou er geen liefde, vriendschap of samenwerking kunnen bestaan. Met louter egocentrisme doet een mens zichzelf tekort, want juist in liefde, vriendschap en samenwerking vindt een mens meerwaarde in zijn eigen leven. Rekening houden met anderen, juist vanwege liefde, vriendschap en samenwerking, zou men in die zin een vorm van eigen belang kunnen noemen. Er is niets mis met het goed zorgen voor jezelf en je dierbaren. Maar een relatie kan alleen goed functioneren als er sprake is van geven en nemen. Het is noodzakelijk rekening te houden met de standpunten en gevoelens van de anderen.

“Nationalisme en Algemeen Belang” verder lezen

Vergeten bevolkingsgroepen in nood

“Vergeten” bevolkingsgroepen in nood Inleiding Groen Links, en dus ook de werkgroep Vrede en Veiligheid, heeft de afgelopen tijd veel tijd en aandacht besteed aan Kunduz en doet dat nog steeds. Daar is ook alle reden toe. Er zijn echter naast Afghanistan (Kunduz) nog vele andere brandhaarden in de wereld. In een kleine partij is het zaak de beperkte menskracht en middelen rationeel en rechtvaardig in te zetten. Het project “Vergeten bevolkingsgroepen in nood” komt voort uit de ongerustheid dat met alle inzet van menskracht en middelen voor probleemgebied Kunduz, er relatief weinig inzet en aandacht over blijft voor andere probleemgebieden. Er lijkt sprake van selectieve aandacht voor Kunduz. Dat kan gerechtvaardigd zijn als daar de nood verreweg het hoogst is, maar het is de vraag of dat het doorslaggevende argument voor de keuze is (geweest); mogelijk spelen andere factoren ook een rol; te denken valt aan de prioriteitstelling van de VS, aan politiek-strategische belangen, aan economische belangen, aan de waan van de dag in de media, collectieve bewustzijnsvernauwing, etc. Groen Links/de werkgroep Vrede en Veiligheid wil zich sterk maken voor:

  1. De bescherming van kwetsbare burgers
  2. Het vergroten van het respect voor de mensenrechten
  3. Het scheppen en handhaven van vrede en veiligheid

Aannemend dat Groen Links denkt in termen van wereldburgers, van gelijkwaardigheid van elk der wereldburgers en van hulpverlening op basis van objectieve nood in plaats van op basis van bevriendheid, economisch en/of politiek voordeel, toevallig binnen de media-aandacht vallen, etcetera, zou Groen Links een strategie moeten bedenken hoe de schaarse tijd, menskracht en middelen het beste kunnen worden ingezet om de wereldburgers die het meest te lijden hebben onder geweld en repressie ook de meeste hulp en aandacht te bieden. Doelstellingen De doelstellingen van dit project zijn:

  1. Overzicht: Het voorzien in een overzicht van alle landen/volkeren/bevolkingsgroepen die te lijden hebben van geweld, repressie en schending van mensenrechten.
  2. Prioriteitstelling: Het formuleren van criteria op grond waarvan te bepalen is welke bevolkingsgroepen er wat dat betreft het slechtst aan toe zijn en het meest aanspraak zouden maken op hulp en aandacht.
  3. Beleidsadvies: Het formuleren van doelgericht en rechtvaardig beleid voor Vrede en Veiligheid van Groen Links op grond van geformuleerde prioriteiten.

Aanpak Ondergetekenden inventariseren welke nuttige informatiebronnen reeds beschikbaar zijn. In eerste instantie wordt gekeken naar de volgende informatiebronnen:

  1. Human Rights Watch (www.hrw.org)
  2. Amnesty International (www.amnesty.org)
  3. International Committee of the Red Cross (www.icrc.org)
  4. UN Refugee Agency UNHCR (www.unhcr.org)
  5. Human Development Index (www.hdr.undp.org)
  6. Failed States Index (www.global.fundforpeace.org)

Bevindingen 1. Human Rights Watch Human Rights Watch is dedicated to protecting the human rights of people around the world. We stand with victims and activists to prevent discrimination, to uphold political freedom, to protect people from inhumane conduct in wartime, and to bring offenders to justice. We investigate and expose human rights violations and hold abusers accountable. We challenge governments and those who hold power to end abusive practices and respect international human rights law. We enlist the public and the international community to support the cause of human rights for all. HRW publiceert zeer frequent over onderdrukte bevolkingsgroepen en is daarmee zeer actueel. Deze actuele informatie kan gebruikt worden voor sturing en actualisering van het beleid. 2. Amnesty International Amnesty International is a global movement of more than 3 million supporters, members and activists in over 150 countries and territories who campaign to end grave abuses of human rights. Our vision is for every person to enjoy all the rights enshrined in the Universal Declaration of Human Rights and other international human rights standards. We are independent of any government, political ideology, economic interest or religion, and are funded mainly by our membership and public donations. After more than 50 years of groundbreaking achievements, Amnesty International is now embarking on a major process of evolution, to adapt to the dramatic changes in the world we operate in, and to increase the impact of our human rights work. We are introducing a new, global way of working – with a distributed centre and Regional Hubs of research, campaigns and communications – because we owe it to the people we work for to be the most effective force for freedom and justice that we can, globally. As we develop this process – in line with the long-held desire of our international membership – we will post regular blogs, articles, stories and personal accounts to explain what is happening, and why it is important to those on the human rights front line. Amnesty publiceert zeer frequent;ook deze actuele informatie kan gebruikt worden voor sturing en actualisering van het beleid. 3. International Committee of the Red Cross The International Committee of the Red Cross (ICRC) is an impartial, neutral and independent organization whose exclusively humanitarian mission is to protect the lives and dignity of victims of armed conflict and other situations of violence and to provide them with assistance. The ICRC also endeavours to prevent suffering by promoting and strengthening humanitarian law and universal humanitarian principles. Established in 1863, the ICRC is at the origin of the Geneva Conventions and the International Red Cross and Red Crescent Movement. It directs and coordinates the international activities conducted by the Movement in armed conflicts and other situations of violence. Het ICRC geeft elk kwartaal het International Review of the Red Cross uit met informatie over actuele activiteiten en projecten. Er is een overzicht van landen waarin het ICRC actief is. 4. UN Refugee Agency UNHCR UNHCR levert een Statistical Online Population Database voor de “population of concern to the UNHCR”: vluchtelingen, asielzoekers, teruggekeerde vluchtelingen, internally displaced persons (IDP’s), teruggekeerde IDP’s, statenlozen, en andere zorggroepen voor de UNHCR, in meer dan 150 landen. 5. Human Development index Het Human Development Report Office brengt al 24 jaar een jaarlijks rapport uit over de gezondheidstoestand (levensverwachting bij geboorte), het opleidingsniveau (aantal jaren scholing) en de levensstandaard (bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking) van elk land. Op grond hiervan wordt de “Human Development Index” berekend. Voor 2012 worden 47 landen aangemerkt als “very high”, 47 landen als “high”, 47 landen als “medium” en 45 landen als “low”. 6. Failed States index Voor het jaar 2012 hebben “Foreign Policy” en “Fund for Peace” voor de 8e keer een overzicht gepubliceerd van “indicators of state vulnerability” voor 178 landen. Er worden 12 indicatoren gebruikt: Social -mounting demographic pressures -massive displacement of refugees creating severe humanitarian emergencies -widespread vengeance-seeking group grievance -chronic and sustained human flight Economic -uneven economic development along group lines -severe economic decline Political -criminalization and/or delegitimization of the state -detoriation of public services -suspension or arbitrary application of law, widespread human rights abuses -security apparatus operating as a ‘state within a state’ -rise of factionalized elites -intervention of external political agents Voor elk land wordt een totaalscore berekend die bepalend is voor de rangordening van meest en minst problematische landen. Er worden 33 landen gerangschikt onder “alert”, 92 landen onder “warning”, 39 landen onder “moderate” en 12 landen als “sustainable”; voor 2 landen is geen score berekend. Het is ook mogelijk om een rangordening te genereren per indicator. Voor 2012 zijn de 10 slechtst gekwalificeerde landen: Somalië, Democratische Republiek Congo, Noord-Soedan en Zuid-Soedan, Tsjaad, Zimbabwe, Afghanistan, Haïti, Jemen, Irak en Centraal Afrikaanse Republiek. Evaluatie doelstellingen tot nu toe 1. Overzicht Hierboven zijn enkele informatiebronnen genoemd die een overzicht bieden van de bevolkingsgroepen in nood in de wereld. Aangezien de doelstellingen van genoemde organisaties humanitair, apolitiek en wereldomspannend geformuleerd zijn, zijn ze geschikt om “vergeten” bevolkingsgroepen in kaart en onder de aandacht te brengen. De genoemde bronnen dienen nog verder bestudeerd en uitgewerkt te worden. Suggesties voor nog andere informatiebronnen zijn welkom. 2. Prioriteiten De Human Development Index en de Failed State Index hanteren criteria om te schatten hoe erg de situatie in bepaalde landen is. Deze criteria zijn goed te gebruiken om te bepalen welke landen het meest de inzet van schaarse menskracht en middelen behoeven. Aangezien het een overzicht van landen betreft is niet direct zichtbaar welke bevolkingsgroepen in nood verkeren: Een land kan als geheel redelijk scoren, terwijl met name één bevolkingsgroep wordt verdrukt, die door de redelijke overall score van het land over het hoofd gezien kan worden. Met name de Human Rights Watch, het ICRC en het UNHCR geven actuele informatie over mogelijk “vergeten” bevolkingsgroepen in nood. 3. Beleidsadviezen Alvorens beleidsadviezen te formuleren is het zaak dat vanuit de werkgroep/partij wordt aangegeven of dit een zinvolle benadering is die het verdient verder uitgewerkt te worden. Het lijkt ons hoe dan ook nuttig dat een of meerdere personen genoemde bronnen (bijna) dagelijks screenen en daarover op vaste tijden rapporteren/adviseren aan de betreffende portefeuillehouder in de Tweede Kamer. Verdere planning Als de werkgroep/partij dit een zinvolle aanpak vindt, zal verdere uitwerking plaats vinden. De eindrapportage zou dan in het vierde kwartaal van 2013 het licht kunnen zien.