Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden

ONDERWIJS IN SOCIAAL-EMOTIONELE VAARDIGHEDEN M. de Winter (2011): “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” Burgerschapsvorming Burgerschapsvorming is meer dan het leren van de Nederlandse taal en ook meer dan weten wat de Tweede Kamer is en wat belangrijke gebeurtenissen zijn in de Nederlandse historie. Behalve het opdoen van allerlei relevante kennis, is het aanleren van vaardigheden waarmee je je als een sociaal en maatschappelijk betrokken persoon kunt gedragen, noodzakelijk. Sinds 2006 is burgerschapsvorming op scholen wettelijk verplicht en zijn er veel projecten en initiatieven op dit terrein, echter van wisselende kwaliteit, vaak zonder duidelijke coördinatie of afstemming en vaak zonder duidelijk resultaat. Staatssecretaris Dekker zei hierover in de Tweede Kamer in december 2013: “Burgerschap behoort tot de kerntaken van het onderwijs”. Op school worden vooral intellectuele vaardigheden aangeleerd zoals taal en rekenen. Mijn stelling is dat sociaal-emotionele scholing net zo noodzakelijk is als intellectuele scholing. Deze sociaal-emotionele scholing zou moeten bestaan uit het leren van:

  1. sociale regels
  2. sociaal-emotionele vaardigheden

1. Sociale regels Je mag niet slaan, schoppen, schelden, wapens dragen, eigendommen stukmaken, pesten, vernederen, belachelijk maken, dreigen, intimideren, discrimineren, etc. onder het motto “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Sociale regels stellen en handhaven vormen volgens mij echter maar de helft van het verhaal, noodzakelijk maar niet voldoende. Zou het alleen bij corrigeren blijven, dan is er sprake van een autoritair systeem dat uitsluitend gehoorzaamheid aan de geboden en verboden eist. Kinderen leren dan wel gehoorzamen (vooral in aanwezigheid van de autoriteit), maar leren niet om op een andere manier met hun woede en frustratie om te gaan dan gewelddadig. Zodra ze zelf in een dominante positie komen, zullen ze ook alleen maar autoritaire regels aan anderen kunnen stellen en op hun beurt gehoorzaamheid eisen. Het is onacceptabel dat er leerkrachten zijn die zelf slecht zijn in taal en rekenen. Volgens mij is het even onacceptabel als leerkrachten sociaal-emotionele vaardigheden missen en aangewezen zijn op eenzijdig en verkrampt autoritair gedrag. 2. Sociaal-emotionele vaardigheden Bij burgerschapsvorming zijn volgens mij de volgende sociaal-emotionele vaardigheden van belang:

  1. verwoorden van eigen opvattingen, gevoelens en wensen
  2. luisteren naar de opvattingen, gevoelens en wensen van de ander
  3. hanteren van verschillen en conflicten
  4. sluiten van compromissen
  5. dragen van verantwoordelijkheid
  6. samenwerken

Ieder onderdeel vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende onderdeel. a. verwoorden Het leren van sociaal-emotionele vaardigheden begint met het mondig (assertief) maken van kinderen. Ze leren hun eigen mening onder woorden te brengen, ze leren in woorden uit te drukken wat ze voelen en ze leren te formuleren wat ze wel en wat ze niet willen. Het feit dat een kind zijn opvattingen, gevoelens en wensen mag uiten en dat er ook naar wordt geluisterd, geeft het kind de erkenning dat hij mag zijn zoals hij is. Dat geeft een kind een gevoel van eigenwaarde, het voedt het zelfvertrouwen en bouwt een gevoel van eigen identiteit op. Dat gebeurt allemaal niet of veel minder in autoritaire situaties waarin een kind vooral moet zwijgen, luisteren en gehoorzamen. Het kind ontwikkelt zich dan tot een soort kopie van zijn gebieder. b. luisteren Als je wil dat een ander aandacht heeft voor jou dan zul je ook de ander dat respect moeten betuigen. Door te luisteren kun je ontdekken dat de ander overeenkomsten met jou vertoont, of je kunt leren dat je tegen bepaalde zaken ook op een andere manier kunt aankijken, of dat het mogelijk is bepaalde gevoelens juist wel met anderen te delen. Je kunt leren daar je waardering over uit te spreken en de ander een compliment te geven. Je kunt ontdekken dat je ongelijk had of dat wat je wil, onmogelijk is. Voor leren toegeven en ongelijk bekennen is het noodzakelijk goed naar de argumenten van anderen te luisteren. Door te luisteren kun je ook ontdekken dat de ander opvattingen, gevoelens of wensen heeft die je onacceptabel vindt. Als je het contact met die ander wil voortzetten, zul je een manier moeten vinden om met die tegenstellingen om te gaan. c. hanteren van tegenstellingen en conflicten Als een ander zich op een onacceptabele manier gedraagt of onacceptabele dingen zegt, is het zaak daar niet met fysiek of verbaal geweld op te reageren, maar onder woorden te brengen waar je het niet mee eens bent en wat je niet bevalt in het gedrag en de houding van de ander. Het is belangrijk bij conflicten onderscheid te maken in inhoudelijke aspecten en relationele aspecten (bejegening). Bijvoorbeeld, als de ander tegen je zegt: “Ik wil dat jij de deur dicht doet”, kun je daarop op twee manieren antwoorden, inhoudelijk of relationeel. Je kunt antwoorden, dat het juist lekker koel is de deur open te laten (inhoudelijke reactie). Je kunt ook antwoorden dat je het niet prettig vindt gecommandeerd te worden (relationele reactie). Inhoudelijk reageren is makkelijker, omdat de inhoud al in woorden is gegeven. Commentaar geven op bejegening (metacommunicatie) is relatief moeilijk, omdat je woorden moet zoeken voor het onprettige gevoel dat de ander bij je teweeg heeft gebracht, niet door de inhoud van zijn woorden, maar door een neerbuigende intonatie, dwingende gebaren en een bevelende woordkeuze. Als je de ander aanspreekt op zijn manier van bejegening en als de ander prijs stelt op goede voortzetting van het contact, zal hij misschien zijn excuses aanbieden voor zijn houding en in het vervolg zich op een meer gelijkwaardige manier tegen je gedragen door iets te vragen in plaats van te bevelen. Er kunnen vervolgens situaties bestaan waarin twee mensen elkaar met alle respect bejegenen, maar inhoudelijk gezien het volstrekt met elkaar oneens blijven, zelfs nadat ze zorgvuldig kennis hebben genomen van elkaars argumenten. Je kunt dan definitief afscheid van elkaar nemen, maar zult iets onderling moeten regelen als je samen verder wilt, of als er maar één besluit kan worden genomen. d. compromissen sluiten Bij tegenstellingen en conflicten kunnen op verschillende manieren compromissen worden gesloten die voortgang in de relatie mogelijk maken: -Afspreken dat vandaag gebeurt wat de een wil en morgen wat de ander wil. -Bij meerdere tegenstellingen een soort uitruil doen, waarbij de een zijn zin krijgt in dit onderwerp en de ander in dat onderwerp. -Besluiten dat elk voor zijn tweede optie kiest (second best), als men het daar toevallig wel over eens is. -Afspreken dat als je toegeeft aan de ander, die ander extra diensten of goederen levert ter compensatie. -De tegenstelling laten rusten, omdat die niet belangrijk genoeg is binnen de relatie. Hoever je wil gaan in het sluiten van compromissen, hangt af van de mate waarin je voortgang van de relatie wenst. e. verantwoordelijkheid dragen Het is belangrijk dat kinderen zelf onderlinge afspraken maken over ruzie maken en pesten. Omdat ze zelf de regels hebben gemaakt en samen hebben afgesproken zich eraan te houden, kunnen ze er elkaar ook op aanspreken en elkaar corrigeren. Omdat de leerlingen de regels als van henzelf ervaren, voelen ze zich er ook aan gecommitteerd; het zijn regels die ze zelf willen en niet regels die ze door de leerkracht opgelegd hebben gekregen. In een autoritaire opvoedingssituatie blijft de verantwoordelijkheid grotendeels bij de leerkracht; de leerlingen voelen zich niet zelf verantwoordelijk en zijn zonder leerkracht ook minder goed in staat zelfstandig die verantwoordelijkheid te nemen. f. samenwerken Het is belangrijk dat kinderen niet alleen leren goede prestaties te leveren en in competitie leren het beste uit zichzelf te halen, maar ook kennismaken met de meerwaarde van samenwerken boven individuele inspanningen. Het al jong oefenen in de klas maakt kinderen vaardig voor sociaal functioneren in groepen en werken in teamverband. Ze leren tegenstellingen te overwinnen en leren tot gezamenlijke doelstellingen te geraken en tot gezamenlijke afspraken over taakverdeling; ze leren verantwoordelijk te zijn voor een gezamenlijk resultaat. Het project “de Vreedzame School” –inmiddels op ruim 650 scholen in Nederland omarmd- is een goed voorbeeld van hoe kinderen leren zelf of met hulp van mediatie hun onderlinge conflicten op te lossen; kinderen worden vertrouwd gemaakt met een vredescultuur en opgevoed tot democratisch burgerschap. Voor geweldloze conflicthantering zijn sociaal-emotioneel vaardige mensen nodig die de kunst van het constructief ruzie maken beheersen. Leerkrachten Bovenstaande vormt een raamwerk voor een curriculum voor leerkrachten. Ik pleit niet voor aparte leerkrachten voor het vak “geweldloze conflicthantering” of “vredeseducatie” of “burgerschapsvorming”. Het enerzijds zelf aanleren en anderzijds leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden zouden verplichte onderdelen moeten zijn voor elke opleiding tot leerkracht. In de praktijk zijn er te veel leerkrachten met onvoldoende sociaal-emotionele vaardigheden. Daardoor gaan veel tijd en energie verloren aan chaotisch, agressief en non-coöperatief gedrag met eindeloos waarschuwen, corrigeren, schreeuwen en straffen, terwijl die zelfde tijd en energie aan nuttige zaken kunnen worden besteed door een sociaal-emotioneel vaardige leerkracht. Het resultaat is: betere leerprestaties, betere onderlinge relaties en burgervaardigheden, meer zelfvertrouwen, coöperatief gedrag, etc. Op maatschappelijk niveau is het resultaat: betere, meer assertieve en sociaal betrokken burgers, een efficiënter onderwijssysteem met een hoger rendement en met meer kwaliteit, aanzienlijk minder kosten door minder gedragsproblemen en sociale spanningen voor politie, justitie en gezondheidszorg. En hopelijk op internationaal niveau te zijner tijd minder gewapende conflicten. Het aanleren van voldoende taal- en rekenvaardigheden kan niet alleen aan de ouders worden overgelaten, omdat sommige ouders dat wel goed kunnen maar veel andere ouders niet; vanwege het maatschappelijk belang van deze vaardigheden zijn deze taken daarom aan het onderwijssysteem toevertrouwd. Sommige ouders zijn sociaal-emotioneel vaardig, veel andere ouders niet. Om die reden zou het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden ook aan het onderwijssysteem moeten worden toevertrouwd. Het bijbrengen van kennis en inzicht op dit gebied is onvoldoende; de implementatie in de praktijk door het daadwerkelijk zelf aanleren en praktisch leren toepassen van de benodigde sociaal-emotionele vaardigheden is essentieel. Maar dan moeten er door de opleiding van de leerkrachten wel garanties worden gegenereerd dat de leerkrachten daartoe ook goed in staat zijn, want zij hebben het ook niet allemaal van huis uit meegekregen. John Zant Geachte Heer Zant, Hartelijk dank. Ik ga op het onderwerp nader in in een lezing die ik op 22 sept. voor een conferentie in Den Haag moet geven bij de Organisatie tegen Chemische Wapens (OPCW). Ik zal dan ook aandacht aan uw ervaringen met dit onderwerp geven. Vriendelijke groet/Kind regards Joris Voorhoeve Chair Board of Supervisors Oxfam International Support Oxfam for a just world without poverty Visit Sen-Foundation for Research and Education in International Cooperation, and the GPPAC Foundation for the Prevention of Armed Conflict Peace Education Some points of the speech to the OPCW conference on peace education, Sept. 22, 2014. It is a great pleasure to introduce the subject of your conference today. Peace education is the key to repairing our broken, violent world. New treaties and institutional reforms will not be sufficient to reduce the inclination to resort to armed violence, if citizens do not know how to resolve conflicts peacefully. Governments often abuse citizens’ anger and pride to confront other states and threaten with violent action. If citizens demand peaceful means to settle conflicts, governments will me more inclined to restrain themselves. Peace education starts with the upbringing and education of children, teaching them basic rules. Social conflicts can be settled peacefully by toleration of rightful views of others, by understanding, moderation, reasoning, communication, mediation, arbitration, if necessary by going to court, and by voting democratically to settle political conflicts according to the rules of a rule-of-law system which fully respects the rights of minorities. Much of what is wrong in the world is the result of abuse of power, imposing views on those who are less powerful, and exploiting their weaknesses. Improvement starts with self-restraint of those with the means to force others into behavior they would not choose freely. Peace education requires that parents, teachers, civil society and local authorities show daily how to protect the freedom of other people. But freedom needs to be defined not as doing and saying what you want, but as personal responsibility for the choices you make and the consequences of those choices, given the rights of others. Freedom is not majority rule, it is not mass consumerism, it is not saying and doing what you like irrespective of the consequences to others. It is: making your own choices responsibly. The freedom to swing my arms ends where I would hit someone else in the face. This simple truth is sometimes not understood by advocates of unrestrained freedoms at the cost of others. Teaching personal responsibility and basic rules of social behavior starts in primary education. In primary school, as of age 8, children can be taught the basics of a democratic rule-of-law society. In many countries, education over-emphasizes cognitive abilities above this social competence. The educational system should focus on training good citizenship at the primary level. This should be strengthened in secondary education, be it vocational or college-preparatory. Teachers of history, geography and social sciences have a special task to encourage reconciliation among population groups, understanding for others, and human rights awareness. In too many countries, children are imbued with false images of other people, somewhat false geography maps, nationalist interpretations of history, and disdainful or hateful views of other cultures and religions. Writers of textbooks which present nationalistic and group-centered images, which degrade other people as inferior human beings, ultimately contribute to violence. In some countries it is very difficult for teachers and writers to write truthfully with honest precision about history, geography and social sciences. Educational authorities check the content of textbooks and determine what is allowed politically. Such authorities determine what is the so-called truth. This is a source of many distortions and propaganda of a political, religious or ideological nature. It takes a lot of courage for teachers and writers to avoid this and show that reality has many facets and interpretations. Yet the honest search for the truth is the basis of peace education. Teaching the competence of peaceful conflict settlement has to continue, of course, at the university level. Educators can and should encourage true world citizenship. We should also look at the possibilities out-of-school. There is a great demand for internet games. It had become a multi-billion dollar market. Almost all games are very violent. This appeals to the basic attraction to violence, particularly among boys. Computer gaming can also be utilized for citizenship education, human rights and peaceful conflict settlement. As teachers, educational institutes and civil society organizations, we should invest in computer games that engage teenagers and young adults in making choices for smart negotiations and democratic decision-making. Such games may not be as attractive as violent games, and require great imagination and creative skills. But educational games can complement formal education courses; ideally they should grab the student’s interest to play them at home.