Activiteiten Vredeseducatie

Activiteiten Vredeseducatie

2008

–lid van Humanistisch VredesBeraad (HVB) –lid werkgroep strategie en beleid van het HVB

–interview met prof. mr. dr. C. (Kees) Schuijt, lid van de Raad van State, over geweldloze actie n.a.v. zijn boek “Steunberen van de samenleving”

–interview met dr. Ph. (Philip) Everts, lid van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken en verbonden a/d afdeling Politieke Wetenschap van de Universiteit van Leiden, over het inzetten van Nederlandse troepen in internationale conflicten n.a.v. zijn boek “De Nederlanders en de wereld, publieke opinies na de Koude Oorlog” (website HVB)

–interview met prof. dr. R. (Rob) de Wijk, directeur van het Haags Centrum voor Strategische Studies en hoogleraar Internationale Betrekkingen a/d Universiteit van Leiden, over de legitimiteit en effectiviteit van de inzet van Nederlandse troepen in internationale conflicten n.a.v. zijn boek “The art of military coercion” (HVB-Nieuwsbrief 73, dec. 2008)

2009

–publicatie van drieluik over “Angst, Macht en Geweld”in het VredesMagazine: 1. “Angst en Macht” (VM nr.1, 2009, 26-29) 2. “Geweld en Economie” (VM nr. 2, 2009, 12-14) 3. “Voorwaarden voor Vrede” (VM nr. 3, 2009, 16-17)

–open brief aan Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken n.a.v. de Nederlandse boycot van de VN-conferentie tegen racisme (website HVB)

–beleidsnota SMART-doelen voor het HVB –boekbespreking van “Met alle Geweld” van prof. H. (Hans) Achterhuis, filosoof (VM nr. 4, 2009, 16-17)

–open brief aan President Obama n.a.v. zijn redevoering bij het in ontvangst nemen van de Nobelprijs voor de Vrede (website HVB)

2010

–lid van de werkgroep Vrede en Veiligheid (V&V) van GroenLinks voor advisering van de Tweede Kamerfractie op dit beleidsterrein

–publicatie van “Het einde van het nationale leger” n.a.v. het eindrapport van de projectgroep Strategische Verkenningen over de beleidsopties voor het Nederlandse leger 2020-2030 dat werd gepresenteerd aan de Tweede Kamer (VM nr. 3, 2010, 22-23) t.b.v. V&V

–publicatie van “Politiemissie naar Afghanistan” (VM nr. 3, 2010, 2) t.b.v V&V

–artikel “Onafhankelijke journalistiek in internationale conflicten” t.b.v. V&V

–artikel “Onderwijs in Conflicthantering” t.b.v V&V

2011

–beëindiging lidmaatschap werkgroep Vrede en Veiligheid van GroenLinks n.a.v. het steunen van een politiemissie naar Afghanistan –publicatie van “Onderwijs in conflicthantering” (VM nr. 3, 2011, 8-9)

–benoemd tot ambassadeur van het project “de Vreedzame School/ Wijk””(dVSW) door Eduniek voor de regio Amsterdam (contactpersoon: Ger Roos)

–samenwerking met “hetABC”, de Onderwijsbegeleidingsdienst van Amsterdam die een licentie heeft voor het project dVSW (contactpersoon: Jack Vreeke) –promotie van het project dVSW bij verschillende Stadsdelen van Amsterdam met de betreffende ambtenaren voor Jeugd en Onderwijs: Noord: Peter Vrieler Zuid: Ted Neervoort Oost: Guido Kroon

–verzoek aan wethouders Andrée van Es en Lodewijk Asscher om te zorgen voor meer structuur en coördinatie in de uiteenlopende initiatieven die de Stadsdelen nemen op het gebied van bevordering van burgerschapsvorming in het basisonderwijs; schriftelijk antwoord van César Kuyper van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Amsterdam, dat samen met Ger Roos van dVSW teamtrainingen zullen worden opgezet om de communicatie tussen leerkrachten, leerlingen en ouders te verbeteren

–presentatie van artikel “Onderwijs in conflicthantering” aan drs. A. (Adrie) van der Rest, secretaris/directeur van de Onderwijsraad in Den Haag; schriftelijke bevestiging van prof. dr. mw. G. (Geert) ten Dam, hoogleraar Onderwijskunde a/d Universiteit van Amsterdam en voorzitter van de Onderwijsraad, dat het artikel ter hand gesteld is van de projectgroep “Burgerschap en Sociale Integratie” die in september 2012 advies zal uitbrengen aan de minister van Onderwijs over burgerschapsonderwijs

2012

–contact met mw. drs J.(Judith) Kivits, beleidsadviseur lerarenopleidingen van de HBO-raad over artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” (licht gewijzigde versie van “Onderwijs in conflicthantering”); aanleiding: het rapport van de HBO-raad om naast taal en rekenen nog 4 kernvakken te benoemen, waaronder NIET begrepen burgerschapsvorming en sociaal-emotionele vaardigheden; ze heeft het artikel doorgestuurd naar een lerarenopleider die een publicatie over burgerschap voorbereidt

–contact met mw. drs. C. (Christa) Compas, directeur van hetABC i.v.m. het bevorderen van dVSW in Amsterdam en i.v.m. strategie voor lange termijn en coördinatie van activiteiten in Amsterdam gericht op burgerschapsvorming aan de hand van mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”

–gesprek met Rein Heijne, voorzitter van het Huis van Erasmus (HvE) te Rotterdam, om samenwerking te bevorderen tussen het HVB en het HvE, met name op gebied van vredesonderwijs samen met Ger Roos van dVSW

–César Kuyper (DMO Gemeente Amsterdam) stuurt mij “Bestek teamtrainingen primair onderwijs”, waarin de aanbesteding voor een teamtraining voor leerkrachten wordt beschreven met doelstellingen voor burgerschapsvorming en dat ik doorstuur naar Ger Roos (dVSM); de opdracht voor deze teamtraining wordt echter aan een andere instelling gegeven

–verzoek aan de wethouders jeugd en onderwijs van de Stadsdelen in Amsterdam om in hun contacten met schoolhoofden burgerschapsvorming te bevorderen en met name het project “de Vreedzame School/ de Vreedzame Wijk” met argumenten zoals verwoord in mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”: =Corry van Berkum (Noord): verwijst naar Peter Vrieler (beleidsadviseur); met hem al eerder contact gehad; project dVSW loopt uitstekend, al in stadium Vreedzame Wijk =Lieke Thesing (Oost): verwijst naar Guido Kroon (beleidsmedewerker) en Pieter Klapwijk (senior gebiedsmanager); project dVSW in opbouw, willen starten met Vreedzame Wijk =Martien Kuitenbrouwer (West): verwijst naar Ouarda Farouk (beleidsadviseur) en naar Ilonka Terlouw (Jong-in-West); nemen initiatief om dVSW te bevorderen in hun ambitiegesprekken met schoolhoofden/besturen =Simone Kukenheim (Zuid): verwijst naar Sinem Zorlu-Sisli (beleidsadviseur) en René Kars (manager Ouder en Kind Centrum); nemen intiatief om dVSW te bevorderen in hun ambitiegesprekken met schoolhoofden/besturen =Ronald Mauer (NieuwWest) en Hinde Chergui (beleidsadviseur) nemen initiatief om dVSW verder te bevorderen in hun ambitiegesprekken met schoolhoofden/besturen =Muriël Dalgliesh (ZuidOost): verwijst naar Gerd-Jan Mense (senior adviseur onderwijs) die onderling contact tussen stadsdelen hierover wil bevorderen =Roeland Rengelink (Centrum) en Johan van Beek (politiek assistent) nemen initiatief om dVSW te bevorderen in hun ambitiegesprekken met schoolhoofden/besturen NB Gedurende of na deze gesprekken reik ik ook mijn artikel “Autoritair opvoedingssysteem” uit in aansluiting op “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” NB De meeste gesprekken met de stadsdelen worden samen met Jack Vreeke (hetABC) gevoerd, zodat meteen ook eventuele praktische afspraken kunnen worden gemaakt NB De wethouders en beleidsadviseurs van alle 7 stadsdelen zijn nu actief bezig de schoolhoofden/besturen te benaderen om sociaal-emotionele vaardigheden in het kader van burgerschapsvorming te bevorderen. Mijn doel bereikt!

–verzoek aan directeuren van PABO-opleidingen er zorg voor te dragen dat het aanleren van en leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden structureel deel uitmaken van het PABO-curriculum met argumenten zoals verwoord in mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”: =Marcelle Peeters (HVA): zij onderschrijft mijn argumenten en heeft het verzoek voorgelegd aan hun OnderWijsRaad. =Ben Snoeijink (iPABO): hij onderschrijft mijn argumenten en heeft het verzoek doorgestuurd naar collega’s die zich bezighouden met het curriculum van iPABO. Ineke Schaveling (UPvA): zij erkent dat in het concept curriculum te weinig aandacht wordt besteed aan sociaal-emotionele vaardigheden en vraagt mij het curriculum aan te vullen; voorts vraagt ze me als adviseur bij onderzoek naar de ontwikkeling van een meetinstrument “omgaan met diversiteit”; ik arrangeer een afspraak tussen Ineke Schaveling en Leo Pauw (dVSW); ze spreken af dat dVSW lesblokken gaat verzorgen in het curriculum voor as. leerkrachten over sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden. Mijn doel bereikt! =Cor de Raadt (UPInholland): hij laat weten dat in het curriculum voldoende aandacht wordt besteed aan sociaal-emotionele vaardigheden =Perry den Brok (hoogleraar Eindhoven School of Education): hij onderschrijft mijn argumenten en verwijst naar Anouke Bakx. =Anouke Bakx (lector Fontys-PABO’s): zij onderschrijft mijn argumenten en verwijst naar de manager onderwijs Henderijn Heldens =Henderijn Heldens (Fontys-PABO’s): zij houdt zich bezig met curriculuminnovatie en is betrokken bij de invoering van een landelijke kennisbasis; zij onderschrijft mijn argumenten en meldt dat sociaal-emotionele vaardigheden een stevige plaats in het curriculum hebben, met name in de vakken onderwijs en pedagogiek, levensbeschouwing en burgerschapsvorming, mens en maatschappij, sociaal en zelfredzaam gedrag; voorts meldt zij dat in de landelijke kennisbasis kennis van sociaal-emotionele vaardigheden en sociale redzaamheid is opgenomen; op mijn commentaar dat het daarin vooral om kennis gaat en nauwelijks over vaardigheden krijg ik ondanks herhaald verzoek geen reactie

–opnieuw bericht gestuurd aan Lodewijk Asscher en Andrée van Es met het verzoek meer stimulerend, structurerend en coördinerend op te treden bij het bevorderen van sociaal-emotionele vaardigheden, benodigd voor succesvolle burgerschapsvorming in het basisonderwijs; daarop uitgenodigd door César Kuyper voor een “benen op tafel” gesprek; hij erkent nu dVSW als best practice namens de wethouders Van Es en Asscher/Hilhorst; er heeft eerst een gesprek plaats samen met Ger Roos, die op verzoek een opzet schrijft voor de bevordering van democratisch burgerschap in het voortgezet Onderwijs (begroting: 190.000 euro, te subsidieren door de Gemeente Amsterdam); in een tweede gesprek wordt Leo Pauw en Ineke Schaveling van de Universitaire Pabo verzocht een project te beschrijven waarin democratisch burgerschap in het curriculum voor leerkrachten opgezet en geimplementeerd kan worden (begroting: 180.000 euro, te subsidieren door de Gemeente Amsterdam). Mijn doelen bereikt!

–de Onderwijsraad heeft haar rapport uitgebracht “Verder met burgerschap in het onderwijs”; alle belangrijke punten uit mijn aan de Onderwijsraad verstrekte artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” zijn in het rapport terug te vinden. Mijn doel bereikt!

–opnieuw lid van de werkgroep Vrede en Veiligheid van Groen Links; kritiek ingebracht op de steun aan de politiemissie naar Kunduz, een nota ingebracht over Smart doelen stellen en het belang van sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden in het onderwijs onder de aandacht gebracht; de volgende passage is gestuurd naar de fractie voor de begroting van 2013: Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding!

  1. Leer kinderen om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten op andere manieren dan met geweld
  2. Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden en in burgerschapsvorming is net zo belangrijk als onderwijs in taal en rekenen
  3. Volg de adviezen van de Onderwijsraad in rapport “Verder met burgerschap in het onderwijs”
  4. Implementeer methoden zoals “de Vreedzame School”in het onderwijs
  5. Zorg dat leerkrachten net zo goed kunnen lesgeven in taal en rekenen als in sociaal-emotionele vaardigheden en burgerschapsvaardigheden; dus pas de Pabo-opleiding aan

2013

–contact met Rob van Renen, voorzitter van de werkgroep Onderwijs van Groen Links; mijn stuk “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” wordt in de betreffende werkgroep besproken en de strekking wordt overgenomen in de beleidsnota 2013 van Groen Links; de werkgroep Vrede en Veiligheid verwijst dit onderwerp naar de werkgroep Onderwijs

–het bestuur van het Huis van Erasmus nodigt mij uit als ambassadeur van de Vreedzame School/Wijk naar analogie van Amsterdam ook in Rotterdam de beleidsmakers te interesseren voor dit project; Ger Roos en Leo Pauw (dVSW) staan achter dit idee

–contact gelegd met Annet Doeschot en Frank Rote(CED gefuseerd met Eduniek) die enthousiast zijn en willen samenwerken –contact gelegd met de burgemeester (Ahmed Aboutaleb), de wethouder onderwijs (Hugo de Jonge) en de directeur van het cluster maatschappelijke ontwikkeling (Ineke Bakker); via hen een gesprek met hun beleidsadviseur Sander van Ee, die zeer geinteresseerd is in de Vreedzame School/Wijk; ik laat demonstratiemateriaal achter; in een aparte e-mail onderstreept de wethouder zijn interesse; Sander van Ee wil een nota schrijven voor de wethouder waarin hij het belang van onderwijs in sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden beargumenteert; voorts wil hij in september een meerpartijen overleg tussen de Gemeente Rotterdam, de projectleiding van de Vreedzame School, CED/Rotterdam, Huis van Erasmus, Federatie van OverKoepelende Onderwijsorganisaties Rotterdam (FOKOR), en ondergetekende

–contact gelegd met de directeur van de Pabo Hogeschool en de Academische Pabo van de Erasmus universiteit van Rotterdam, van de Thomas More Hogeschool Pabo en van de Inholland Pabo Rotterdam; ik heb hen het belang van sociaal-emotionele vaardigheden van leerkrachten onder de aandacht gebracht en hen erop attent gemaakt dat de Universitaire Pabo van de UvA extra collegeblokken gaat inbouwen in het curriculum samen met dVS, tot nu toe met Jan de Bas van Inholland een afspraak in augustus –het college B&W van Amsterdam keurt de subsidie-aanvrage van dVS goed en kent ruim twee ton toe, met volgens Cesar Kuyper: “speciale dank aan John Zant”

–brief naar staatssecretaris Dekker die een antipest wet introduceert; mijn commentaar: noodzakelijk maar niet voldoende; het is symptoombestrijding zonder het onderliggende probleem van gebrek aan sociaal-emotionele vaardigheden ook aan te pakken

–brief aan minister Bussemaker die de toelatingseisen voor de pabo wil verzwaren wat betreft aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek; mijn commentaar: noodzakelijk om kennis van wereldorientatie en exacte vakken te verbeteren, maar zonder voldoende sociaal-emotionele vaardigheden zal een leerkracht al die kennis niet aan leerlingen bij kunnen brengen, laat staan ze kunnen opvoeden tot samenwerken, verantwoordelijkheid nemen en dragen, en tot goed omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten

–namens (de werkgroep Vrede en Veiligheid van) Groen Links een brief opgesteld aan minister Timmermans van buitenlandse zaken, waarin GL aandringt op zijn initiatief om samen met de EU en de VN te bevorderen dat het gevaarlijk escalerende conflict tussen Noord-Korea en Zuid Korea/VS met diplomatieke middelen wordt opgelost; tevens aanbevolen nadrukkelijk het Internationaal Gerechtshof te Den Haag te propageren als mogelijkheid om internationale conflicten op te lossen, met de aantekening dat als Nederland, de hoeder van deze verworvenheid van de wereldburgers, deze mogelijkheid al vergeet of als inadequaat ziet, er van andere landen geen initiatief in deze richting te verwachten is; de werkgroep vrede en veiligheid van GL vindt dat ik deze acties op persoonlijke titel moet ondernemen, hetgeen ik gedaan heb; minister Timmermans stuurt in mei brieven naar de Tweede Kamer, waarin hij beschrijft welke acties hij op deze beide terreinen heeft ondernomen

–gesprek in het Tweede Kamergebouw tussen de werkgroep (vanaf nu expertgroep) vrede en veiligheid met fractievoorzitter Bram van Ojik; hij wil advies op twee terreinen, mensenrechtenbeleid en standpunten over de toekomst van het Nederlandse leger; mijn opzet `Vergeten bevolkingsgroepen in nood` wordt positief ontvangen en verdient verdere uitwerking, en mijn artikel `Het einde van het Nederlandse leger` wordt onderdeel van de voorgenomen brainstormsessie; ik benoem de aandacht van GL voor Kunduz als `ongezonde fixatie` en de partijleider wil verder geen energie in het onderwerp steken

–gesprek met Mirjam van der Ven die Ger Roos opvolgt als projectleider van dVS/W, omdat hij met pensioen is gegaan; haar verslag gedaan van signalen uit het veld dat de aandacht van de onderwijzers van vreedzame scholen voor een groot deel al snel inzakt; dus kennelijk ervaren onderwijzers dVS als iets wat extern is opgelegd en is het project onvoldoende geinternaliseerd; voorts gewezen op het gevaar dat, nu er meer dan 500 scholen vreedzaam zijn, de aandacht van de medewerkers van dVS steeds meer versnipperd raakt en de activiteiten verschuiven naar relatief meer organisatorische en relatief minder inhoudelijke taken, waardoor de kracht en de continuiteit van dVS wordt ondermijnd; dus betere borging en meer delegeren zijn noodzakelijk

–gesprek in het Tweede Kamergebouw over Syrie tussen leden van diverse werkgroepen van GroenLinks, partijbestuurders en Bram van Ojik met gastsprekers uit het leger, het internationaal recht en het vluchtelingenwerk; de conclusie is dat zowel vanuit militair als juridisch oogpunt militaire interventie in Syrie geen optie is en dat er meer aandacht moet zijn voor ondersteuning van het vluchtelingenwerk, geheel in de lijn van mijn Syrie-pamflet gericht aan Bram van Ojik en minister Timmermans “Wat nu met Syrie?”

–Leo Pauw, dVS/W: “Amsterdam is wel in beweging: Marte van der Hoed, collega van César, is bezig het VMBO-project vlot te trekken. Volgende week wordt het in het schoolbesturenoverleg besproken; er is een stedelijke werkgroep Vreedzame Wijk; we zijn met Vreedzame Wijk nu actief in Noord in drie deelwijken, Oost (Transvaal en misschien ook Indische Buurt) en in Oud-West. Wellicht gaat Zuidoost en Nieuw-West in de toekomst ook volgen; er komt een afspraak met Andree van Es over Vreedzaam aan; dus … al ons geploeter begint te helpen. Hartelijke groet, en dank, Leo.”

–nadat ik diverse partijen in Rotterdam enthousiast heb gemaakt voor dVS/W nodigt wethouder van jeugd en onderwijs Hugo de Jong via zijn beleidsadviseur Sander van Ee vertegenwoordigers van al die partijen uit voor overleg en ondelinge afspraken; aanwezig zijn Sander van Ee (gem. Rotterdam), Leo pauw (dVS/W), Rein Heijne en Hendrik Verweel (Huis van Erasmus), Jan de Bas (Pabo-Inholland) en ondergetekend; er worden 8 afspraken gemaakt met evaluatie begin 2014

–samen met de werkgroep Midden-Oosten van Groen Links amendementen opgesteld voor het Europees verkiezingsprogramma van Groen Links; uitgenodigd om lid te worden van deze werkgroep, en uitgenodigd deel te nemen aan beleidsontwikkeling ten aanzien van twee onderwerpen: religieus gemotiveerd terrorisme en wel/niet steunen van BDS (boycot, desinvesteringen en sancties tegen Israels bezettingspolitiek); over beide onderwerpen een artikel gepubliceerd resp. “Hoe het Westen met twee maten meet” en “Israel-Palestina conflict”.

–op 16 december 2013 reageert staatssecretaris Dekker van Onderwijs op het rapport van de Onderwijsraad “Verder met burgerschap in het onderwijs” d.d. augustus 2012; de minister en staatssecretaris onderschrijven het rapport volledig en streven naar structurele versterking van het burgerschapsonderwijs: “Burgerschap hoort tot de kerntaken van het onderwijs”.

2014

–voorstel om in de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) een voordracht door Peter Vrieler, beleidsadviseur onderwijs Gemeente Amsterdam en opvolger van Cesar Kuyper, over de Vreedzame School te laten houden, is door Leo Willemse gerealiseerd. Caroline Verhoeff van dVS is in overleg met de directie van de OBA om alle filialen vreedzaam te maken.

–verder overleg met Peter Vrieler die zich inzet voor dVS/W namens de Gemeente Amsterdam.

–brief naar burgemeester van Aartsen en wethouder onderwijs van Engelshoven te Den Haag gestuurd met het doel burgerschapsvorming in Den Haag te bevorderen. Antwoord van de beleidsadviseurs Arjan Daal en Borre Rosema, dat Den Haag al veel doet op dat terrein zoals verwoord in de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018; bij lezing van dit stuk blijkt er nauwelijks te worden gesproken over burgerschapsvorming; als ik dat aan de beleidsadviseurs voorhoud, wordt medegedeeld dat deze agenda na veel en moeizaam overleg met de schoolbesturen tot stand is gekomen en dat men niet voornemens is wijzigingen daarin aan te brengen; tot schrale troost wordt gemeld dat het onderwerp de volle aandacht heeft.

–brief naar burgemeester Jorritsma en wethouder onderwijs Peeters te Almere gestuurd met het doel burgerschapsvorming in Almere te bevorderen; van de beleidsadviseurs Jorgine Anderson en Nicole Bosman verneem ik dat wethouder Peeters mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” heeft geagendeerd voor het overleg met de schoolbesturen (BOSA).

–correspondentie met professor Paul Cliteur over het misbruik dat machthebbers en machtzoekenden maken van religie; religieuze groeperingen worden door machthebbers/zoekers tegen elkaar opgezet voor hun eigen economische en politieke doelen; hij onderschrijft de stelling: religie maakt meer kapot dan je lief is.

–lid geworden van de Worldconnectors; correspondentie met Herman Wijffels, tot voor kort voorzitter; hij vindt het idee van de oprichting van een Partij voor Wereldburgers een sympathiek idee, maar wil daar zelf geen actieve rol in nemen.

–deelname een brainstorm sessie van Groen Links over Vrede en Veiligheid in de 21e eeuw; ik stel daartoe 8 stellingen op; deze stellingen zend ik ook naar Harry van Bommel van de SP die daarop schriftelijk reageert: Vrede en Veiligheid in de 21e eeuw, reacties van Harry van Bommel (*) -stellingen-   1. Religies, ideologieën en etniciteit zijn voor machthebbers/zoekers middelen bij uitstek om het volk te mobiliseren en voor het karretje van hun eigen economische en machtsdoelstellingen te spannen. Sommige van de religieuze, ideologische en etnische conflicten zijn georganiseerd door een machthebber/zoeker die groeperingen, die voorheen altijd vreedzaam met elkaar leefden, tegen elkaar heeft opgezet voor eigen doeleinden. Dit aspect wordt te weinig in de analyses betrokken. *Ik ben het met u eens dat onder meer aspecten van religies, ideologieën en etniciteit door leiders misbruikt kunnen worden om bevolkingen tegen elkaar op te zetten. Dat is zeer kwalijk en verdient inderdaad aandacht in analyses die worden gemaakt. Sociaal-economische aspecten worden geregeld onderbelicht in analyses. 2. Naast veroordeling en bestrijding van terrorisme dient ook aandacht te worden besteed aan de terrorisme-genererende rol van degene die zich terrorisme-bestrijder noemt. Sommige landen voeren militaire acties uit op het grondgebied van een ander land met allerlei nobele officiële doelen, maar in feite om de eigen economische en strategische belangen veilig te stellen. De vraag is of het verzet daartegen terrorisme genoemd moet worden en voor zover dat wel geschiedt of er geen sprake is van een zekere hypocrisie. Dit aspect wordt te weinig in de analyses betrokken. *Opnieuw ben ik het met u eens dat er te weinig aandacht is voor het gegeven dat terreurbestrijding bij kan dragen aan het creëren van potentiële nieuwe terroristen. De Amerikaanse drone-oorlog in bijvoorbeeld Pakistan en Jemen is hier een goed voorbeeld van. Voor elke vermeende terrorist die met de aanvallen vanuit deze onbemande vliegtuigen wordt gedood, staan er twee mensen op die zinnen op wraak. 3. Humanitaire interventie en responsibility to protect zijn op zich nobele doelstellingen. De vaststelling van de criteria waaronder dergelijke maatregelen gerechtvaardigd zijn, is een complexe zaak. In sommige gevallen wordt er gesproken van humanitaire interventie of van responsibility to protect, terwijl deze termen slechts als dekmantel fungeren om op andermans grondgebied de eigen economische en strategische belangen veilig te stellen. Dit aspect wordt te weinig in de analyses betrokken. *Het wordt eentonig, maar ik ben het opnieuw met u eens. Dit is ook de reden dat er buiten de westerse wereld zo’n wantrouwen heerst tegen deze begrippen. Ik ben ook van mening dat de verantwoordelijkheid te beschermen tijdens de NAVO-missie in Libië is misbruikt om het regime af te zetten. De Libië-oorlog verklaart deels de grote weerstand die nu bestaat tegen deze, op zichzelf zeer nobele begrippen. Op 9 april heb ik een gesprek met de hoogste verantwoordelijke bij de VN voor het concept R2P. Daar zal ik dit aan de orde stellen. 4. Bij het te hulp schieten van een bevolkingsgroep in nood spelen behalve de nobele doelen soms ook andere factoren een rol, zoals de prioriteitsstelling van de Verenigde Staten, eigen economische en strategische belangen, de waan van de dag in de media, collectieve bewustzijnsvernauwing, etc. De prioriteitsstelling van de geboden hulp aan een bepaalde bevolkingsgroep heeft vaak minder te maken met de daadwerkelijke noden van de betreffende bevolkingsgroep als wel met de belangen en prioriteiten van de hulpverlenende landen. Zo gebeurt het vaak, dat andere bevolkingsgroepen met vergelijkbare of zelfs ernstiger noden, van hulp verstoken blijven, omdat deze bevolkingsgroepen voor de hulpverlenende landen niet van economisch of strategisch belang zijn. Dit aspect wordt te weinig in de analyses betrokken. *Deze discussie speelde ook toen Nederland besloot mee te doen aan de VN-missie in Mali. In de Centraal-Afrikaanse Republiek brak toen ook een hoop onrust uit, maar er lijkt minder animo hier in te grijpen. Dat komt niet doordat de gruwelijkheden in dat land minder ernstig zijn. 5. In het kader van lange termijn beleid voor de 21e eeuw zal een verschuiving teweeg gebracht dienen te worden van korte termijn beleid gericht op het eigen economisch en strategisch belang naar het nemen van verantwoordelijkheid als wereldburgers met als uitgangspunt de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties. Een bruikbaar motto kan aan Floor Wibaut worden ontleend: “Er is maar één land, de aarde; er is maar één volk, de mens; er is maar één geloof, de liefde”. Ik hoop zeer dat het staten in de 21e eeuw beter zal lukken om in het buitenlands beleid te opereren op basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN. De SP zal hier in ieder geval op aan blijven dringen. 6. Voor de 21e eeuw bezint ook het Nederlandse leger zich op de te vervullen rol; er zou een evolutie in gang gezet kunnen worden van verdediging van het eigen landsbelang, via verdediging van het belang van de NAVO-bondgenoten, via de verdediging van het belang van de Europese landen, naar het uitsluitend leveren van personele en materiële bijdragen aan een toekomstige wereldpolitiemacht onder auspiciën van de Verenigde Naties. *De SP is tegen buitenlandse missies als een volkenrechtelijk mandaat van de VN hiervoor ontbreekt. Daarnaast moet opgepast worden dat de nationale soevereiniteit niet wordt ondermijnd door militair optreden in EU-verband. Vanwege zorgen hierover staat de SP op de rem aangaande militaire samenwerking op EU-niveau. 7. Ieder bedrijfstak heeft te maken met de markt: vraag en aanbod. Als de vraag afneemt, doet een bedrijf er alles aan de vraag te stimuleren, door reclame, nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product. De wapenindustrie is, economisch gezien, voor veel landen een factor van groot belang (Nederland hoort tot de top 10 van wapenexporterende landen). Als er op grote schaal door regeringen wordt bezuinigd op defensie-uitgaven, neemt de vraag af en probeert de wapenindustrie met reclame, nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product, de vraag te stimuleren. Als het overal vrede zou zijn, zou de wapenindustrie instorten en zouden diverse landen daardoor grote economische problemen krijgen. Daarom wordt op alle mogelijke manieren geprobeerd de vraag te stimuleren, misschien, als er vrede dreigt, zelfs door het creëren van een oorlog als daarmee de economisch zo belangrijke bedrijfstak gehandhaafd kan worden. Alle ethische afspraken ten spijt zullen er wapens geleverd blijven worden aan vriend en vijand in een oorlogsconflict, rechtstreeks of via een bevriend ander land. Machthebbers/zoekers worden op hun wenken bediend. Handel is handel. De fabrikant acht zich niet verantwoordelijk voor het gebruik van zijn producten. Zolang de wapenindustrie winst moet maken, zal er altijd oorlog blijven. *Het is triest, maar de wapenindustrie is er vooral bij gebaat dat geleverde wapens ook daadwerkelijk worden gebruikt. Het is pervers, maar wij kunnen hier de ogen niet voor sluiten. Daarom is het van groot belang dat exportcriteria voor wapenleveranties nauwgezet worden gevolgd. Dat gebeurt te vaak niet. Ook moet illegale wapenhandel worden tegengegaan. 8. Scholing voor alle kinderen in de wereld is voorwaarde scheppend voor vrede en veiligheid. Daarbij dient het onderwijs zich niet te beperken tot het aanleren van taal- en rekenvaardigheden, maar dient het onderwijs zich tevens te richten op het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn voor goed burgerschap. Kinderen leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met dreigen en geweld, kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen en zo nodig te nemen, kinderen leren wat de meerwaarde is van samenwerken, zijn essentiële vaardigheden voor de opbouw van een vreedzame samenleving. Staatssecretaris van onderwijs Sander Dekker reageerde op 16-12-2013 in de Tweede Kamer op het rapport van de Onderwijsraad “Verder met burgerschap in het onderwijs” en concludeerde: “Burgerschap behoort tot de kerntaken van het onderwijs”. Een bruikbaar motto kan aan Micha de Winter worden ontleend: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”. *Het belang van onderwijs en opvoeding in het voorkomen van (gewapende) conflicten is inderdaad groot. Er is een duidelijke link tussen vrede en veiligheid en goed onderwijs. *Reacties van Harry van Bommel, buitenlandspecialist en lid Tweede Kamer voor de SP. –tweede bijeenkomst in Rotterdam voor bevordering van dVS/W in Rotterdam; Sander van Ee, beleidsadviseur zegt namens wethouder van onderwijs de Jonge, volledige steun toe; Annet Doeschot en Frank Rote van CED-Rotterdam plaatsen in de wijkkranten van alle stadsdelen een artikel over dVS/W; een docent van de Pabo van de Hogeschool Rotterdam, Geertje Nijhoving wil ook deelnemen aan dit overleg.

–lid geworden van de Wereld Federalisten Beweging Nederland en ingeschreven als “wereldburger”; uitgenodigd door Frans Vermeulen voor deelname aan productie van een beleidsstuk over een wereldrechtsorde en wereldwijde democratie; bij het eerste contact blijkt het een club te zijn die niet in staat is concrete doelen te formuleren; lidmaatschap opgezegd.

–behalve Jan de Bas van pabo Inholland wil in het Rotterdamse ook Geertje Nijhovig van de Hogeschool pabo Deelnemen aan het overleg met de Gemeente Rotterdam over dVS/W.

–correspondentie met Jan Pronk en Joris Voorhoeve over mijn artikel “Partij van Wereldburgers”; hun advies is geen nieuwe partij op te richten, maar het gedachtegoed te incorporeren in enkele van de bestaande partijen.

–mijn artikel “Antipest programma’s zijn symptoombestrijding” gestuurd naar staatssecretaris Dekker; Margriet Koopmans reageert namens de staatssecretaris en verzekert dat de antipest programma’s een aanvulling vormen op de programma’s voor burgerschapsvorming; de Stichting Leerplan Ontwikkeling is belast met de uitvoering en bewaking van de ontwikkeling van burgerschapsvorming in het onderwijs; in de nieuwsbrief dVS/W van juni wordt mijn artikel geciteerd.

–mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” gestuurd naar de fractiespecialist onderwijs van de SP, Jasper van Dijk; hij stelt de staatssecretaris vragen over de vorderingen van burgerschapsvorming in het onderwijs, en zal, zodra hij antwoord heeft ontvangen, met mij en Leo Pauw een afspraak maken; eerder had ik dit artikel ook naar de werkgroep onderwijs van GL gestuurd die het zou integreren in het visiestuk onderwijs; Fiona Frank die dit stuk redigeert heeft me in het najaar uitgenodigd voor concrete invulling van dit onderwerp.

–in Amsterdam bezoek ik Peter Vrieler, inmiddels beleidsmedewerker DMO en vervanger van Cesar Kuyper; Peter is een enthousiast ambassadeur van dVS/W; op 24 september heeft hij met Leo Pauw een conferentie belegd over Amsterdam Vreedzame Stad, nu in Noord, West en Oost Vreedzame Wijken zijn gevormd.

–in Rotterdam de 3e bijeenkomst met Sander van Ee; de vorderingen verlopen traag, maar het enthousiasme voor dVS/W verspreidt zich.

–in Den Haag wethouder van onderwijs Ingrid van Engelshoven benaderd; via haar beleidsadvisurs, Arjan van Daal en Borre Rosema verneem ik dat aan burgerschapsvorming uitgebreid aandacht wordt besteed in de Haagse Educatieve Agenda 2014-2018; bij lezing van dit rapport blijkt echter dat de term 1x wordt genoemd zonder enige uitwerking; als ik dat meldt aan de beleidsadviseurs geven ze na lang aandringen toe dat dit stuk tot stand is gekomen na lang en moeizaam overleg tussen Gemeente en schoolbesturen, en dat ze daarom niets willen veranderen en ook geen behoefte hebben aan een nader gesprek; tijdens een ontmoeting met Marlies Sneller en Roos Havelaar van bureau WellesNietes leerlingbemiddeling in Den Haag vonden zij de reactie van de Gemeente ook teleurstellend; zij beloofden in hun contact met de wethouder dit onderwerp aan te kaarten.

–in Almere wethouder van onderwijs Rene Peeters benaderd; hij kende mij nog uit Amsterdam en wilde in het BOSA (Bestuurlijk Overleg Schoolbesturen Almere) met de drie scholenkoepels Almeerse Scholen Gemeenschap (hr. Griffioen), Stichting Katholiek Onderwijs Flevoland en Veluwe (hr. Oosterbaan) en Stichting Prisma Almere (hr. Eijgenstein) mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” agenderen; alleen de laatste bleek bereid tot een vervolggesprek.

–via de voorzitter van de Worldconnectors, mw. Aerdts, verwezen naar het NCDO (Nationaal Centrum voor Duurzame Ontwikkeling) die zich toelegt op bevordering van wereldburgerschap in het onderwijs; enkele gesprekken met Jeroen van der Zant, redacteur van SamSam; samen met Leo Pauw wordt gekeken naar raakvlakken en mogelijkheden tot samenwerken: effectonderzoek doen, artikelen opnemen in SamSam van dVS/W; samen onderwijsprogramma’s ontwikkelen voor LO en VO, zowel op de kennisdimensie als op de sociaal-emotionele en gedragsdimensies.

–op bezoek bij Joris Rijbroek en Wing Lee in het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te spreken over de 1 jaar geleden ingediende subsidie-aanvrage van de Universitaire Pabo van Amsterdam en dsVS/W aangaande het inbouwen van extra collegeblokken in het pabo curriculum over het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden; wat betreft subsidiering houdt SZW de boot af; Ineke Schaveling (Univ. Pabo A’dam) en Leo Pauw gaan het plan komend studiejaar realiseren met of zonder subsidie. mijn doel bereikt! na de zomer een bijeenkomst organiseren tussen Ineke Schaveling en Jan de Bas/Geertje Nijhoving (Rotterdam).

–artikel “Eigen rechter spelen” op deze website geplaatst n.a.v. kritiek van regeringsfunctionarissen op een uitspraak van de rechter.

–als lid van de werkgroep Midden-Oosten van GL discussie gevoerd over BDS (economische boycot van Israel); de hele groep is voor; ik ben tegen en leg mijn argumenten neer in een artikel “Is een boycot van de EU tegen Israel verstandig?”

–de voorzitter van de werkgroep Midden-Oosten, Lilian Peters, vraagt of ik een evaluatie wil schrijven van de Afghanistan/Kunduz missie ter voorbereiding op de evaluatie in de Tweede Kamer; ik presenteer “Afghanistan Evaluatie” en krijg gelegenheid hierover met Bram van Ojik, partijleider GL, in het Tweede Kamergebouw te discussieren; de discussie wordt wegens tijdgebrek afgebroken; herhaalde verzoeken de discussie via e-mail voort te zetten worden niet beantwoord.

–ik besluit uit de werkgroep te stappen en mijn lidmaatschap van GL te beeindigen: 1. Mijn op schrift gestelde bijdragen aan de discussie binnen Groen Links (zie bijlagen*) hebben niet of nauwelijks tot weerklank, laat staan resultaat geleid. 2. Veel onderwerpen overstijgen misschien de scoop van de werkgroep MO, maar de integratie van de internationale werkgroepen die een jaar geleden door Marjolein is toegezegd, is niet gerealiseerd. 3. Lange termijn beleid ontwikkelen voor vrede en veiligheid in de 21e eeuw is gereduceerd tot voorwaarden formuleren voor militaire interventie, terwijl daar al een uitstekend themanummer van de Helling aan is gewijd (2011, nr.4). 4. Uitwisseling van gedachten en standpunten met de fractie is zeer beperkt tot onmogelijk; op herhaalde verzoeken om antwoord op korte vragen per e-mail wordt niet gereageerd. 5. Discussies gaan meer over de organisatie en het functioneren van de partij/werkgroepen/overbelaste functionarissen etc. dan over inhoudelijke zaken; de partij verbureaucratiseert. * “Afghanistan Evaluatie”, “Is een boycot van de EU tegen Israel verstandig?”, “Koers van Groen Links”, “Vrede en Veiligheid in de 21e eeuw”, “” Vergeten bevolkingsgroepen in nood”, “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”

–naar aanleiding van een artikel op de website van de NVVN (Nederlandse Vereniging van de Verenigde Naties) over UPEACE stuur ik mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” en de Engelse versie “Education in conflictmanagement” naar de University of Peace van de VN, gevestigd in het Vredespaleis te Den Haag, en tevens naar de directrice, Petra van der Ham, met het verzoek tot een nader gesprek.

–Marieke Brugman, Policy Officer Education/ ASP-net National Coordinator van Unesco, plaatst mijn artikel “Een visie op burgerschapsvorming” op www.unescoscholen.nl dd 17 juli 2014.

–Namens de werkgroep “Burgerschapsvorming in Rotterdam” een nota geschreven voor de nieuwe coalitie in Rotterdam van Leefbaar-D66-CDA getiteld “Volle Kracht Vooruit met Burgerschapsvorming in Rotterdam”.

–Joris Voorhoeve houdt een lezing op een conferentie van de Organisatie tegen Chemische wapens ()PCW) in Den Haag en spreekt op mijn verzoek ook over verankering van burgerschapsvorming en het structureel aanleren van de daarvoor noodzakelijke sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs; hij stuurt me er een verslag van (zie: “Peace Education” als bijlage van “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”)

–bezoek aan de heer Eijgenstein, bestuursvoorzitter van de scholenkoepel prisma in Almere; hij geeft aan dat er op hun 17 scholen niets aan burgerschapsvorming wordt gedaan en hij zegt nog nooit te hebben gehoord van de Vreedzame School; ik geef voorlichting en wijs op de maatschappelijke noodzaak van burgerschapsvorming (en ook op wettelijk verplichting daartoe); hij geeft aan enthousiast te zijn, maar bericht later dat hij het onderwerp voorlopig wil laten rusten; ik spreek daar mijn teleurstelling over uit

–de werkgroep Burgerschapsvorming in Rotterdam heeft na Sander van Ee een nieuwe voorzitter, Muriel Weltens; namens de gemeente zullen ook Corrie Wolfs, die de vertrekkende Muriel opvolgt, en Marieke de Groot deelnemen

–ik spreek met Gerben de Vries van de pabo van de Marnix Hogeschool over duurzaam onderwijs, burgerschapsvorming en over de noodzaak extra lesblokken in te bouwen in de pabo curricula waarin aanstaande leerkrachten ook zelf sociaal-emotionele vaardigheden aanleren; hij is geinteresseerd in een bijeenkomst in Amsterdam als de Universitaire Pabo van Amsterdam rapporteert over de eerste ervaringen met dit uitgebreide curriculum, waarschijnlijk voorjaar 2015

–ik ga op bezoek bij Jasper van Dijk, Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder op gebied van onderwijs en defensie; hij zegt toe staatssecretaris Sander Dekker regelmatig te vragen in de Tweede Kamer verslag te doen van de vorderingen van het beleid ten aanzien van burgerschapsvorming; ik geef voorlichting over het belang van sociaal-emotionele vaardigheden en over de Vreedzame School/Wijk/Stad; per e-mail stel ik ook zijn medewerker Erik Flentge op de hoogte

–door Fiona Frank uitgenodigd het visiestuk over onderwijs 2014-2018 van Groen Links te komen aanvullen met burgerschapsvorming en het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden; mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” en mijn stellingen daarover zijn geagendeerd; het resultaat is dat het visiestuk met mijn suggesties wordt uitgebreid

–voor de werkgroep Burgerschapsvorming Rotterdam maak ik een conceptbrief voor wethouder de Jonge waarin verslag van de door hem ingestelde werkgroep wordt gedaan over 2013 en 2014, en waarin wordt aangegeven op welke onderdelen van het collegepramma “Volle Kracht Vooruit” en het daaruit afgeleide actieprogramma “Kendoe” de werkgroep het college met raad en daad zou kunnen ondersteunen; mijn stuk “Volle Kracht Vooruit met Burgerschapsvorming in Rotterdam” wordt in aangevulde vorm onder de titel “Hoe gaan we met elkaar om in Rotterdam?” als bijlage meegestuurd; mijn regie wordt nu overgenomen door Els Rietveld van CED Rotterdam die de brief verstuurt naar het college van B&W en naar de commissieraad Zorg Onderwijs Cultuur en Sport

–op mijn verzoek bespreekt wethouder Peeters van onderwijs in Almere opnieuw het belang van burgerschapsvorming en het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden in het onderwijs met de drie bestuursvoorzitters van BOSA (Bestuurlijk Overleg Scholen Almere); het gesprek levert geen toezeggingen op

–Wing Lee en Joris Rijbroek van het ministerie van SZW delen mee dat er geen subsidie aan ons project wordt verleend; Leo Pauw gaat de mogelijkheden bespreken met Rinda den Besten van de PO raad

–op mijn aandringen heeft Leo Pauw een gespek met wethouder Engelshoven van onderwijs in Den Haag; het gesprek levert geen toezeggingen op

–voor de ideeenbus van staatssecretaris Dekker Onderwijs 2032 stuur ik mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”in met een begeleidende brief waarin ik aangeef dat in het huidige onderwijs het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden te weinig aandacht krijgt in vergelijking tot het aanleren van cognitieve vaardigheden; ik spreek de vrees uit dat allerlei nieuwe (trendgevoelige) voorstellen de aandacht verder op het aanleren van nog meer cognitieve vaardigheden zal richten ten koste van de aandacht voor het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden

2015

–wethouder de Jonge van onderwijs, jeugd en zorg in Rotterdam bericht dat de adviezen van de werkgroep “Burgerschapsvorming in Rotterdam” zijn opgenomen in het Rotterdams Onderwijs Beleid “Leren Loont”; mijn doel bereikt (zie website: “Burgerschapsvorming in Rotterdam”); ik houd contact met Esther Los, rechterhand van de wethouder over de vorderingen op gebied van burgerschapsvorming in het onderwijs in haar contacten met schoolbesturen en schoolcontactpersonen

–Ineke Schaveling van de Universitaire Pabo van Amsterdam wordt opgevolgd door Erna van Hest; samen met Johan Jelsma van de Pabo van de Hogeschool van Amsterdam vormen zij de nieuwe directie; bij de kennismaking blijkt dat ze weinig inzicht hebben in de extra collegeblokken gericht op sociaal-emotionele vaardigheden van a.s. leerkrachten; in het najaar zullen ze ervoor zorg dragen dat deze collegeblokken een structurele plaats in het curriculum krijgen; zij blijken hun belofte niet na te komen

–gesprekken met beleidsadviseurs onderwijs van de gemeente Amsterdam, Peter Vrieler en Abdelhak Ben Aissa; er is een commissie Vreedzame Wijk in het leven geroepen; 145 scholen ontvingen dit jaar subsidie op gebied van burgerschap; zij woden opgevolgd door Marte van den Hoed met wie Leo Pauw al regelmatig overlegt

–uitgenodigd voor een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer met de vaste Kamercommissie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over de noodzaak van burgerschapsvorming in het onderwijs in het kader van #Onderwijs2032; vier stukken van mij worden verspreid en gepubliceerd in de Tweede Kamer: “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”, “Autoritaire opvoeding”, “Affectarme opvoeding” en “Stellingen over onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden en burgerschapsvorming”; ik krijg de gelegenheid de noodzaak van burgerschapsvorming in het onderwijs te bepleiten, kan aangeven dat de kern is leren luisteren naar anderen en leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld

–burgerschap is opgenomen als een van de pijlers voor het onderwijs in 2032, naast Nederlands, rekenen/wiskunde, Engels, digitale vaardigheden en thema/projectgerichte kennis van de wereld; samen met Leo Pauw (Stichting Vreedzaam; dVS/W) een reactie ingestuurd, getiteld “Reactie op het Advies van het Platform Onderwijs 2032”, op het voorlopig advies van het Platform; eind december wordt het definitieve advies aangeboden aan staatssecretaris Dekker

–naar aanleiding van de aanslagen in Parijs het artikel “Oorlog tegen IS” geschreven

2016

–tot mijn grote vreugde heeft het Platform Onderwijs2032 o.l.v. prof. Schnabel in het eindadvies aan staatssecretaris Dekker persoons- en burgerschapsvorming structureel opgenomen naast Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde, digitale vaardigheden en wereldoriëntatie, een advies dat door de staatssecretaris integraal is overgenomen getuige zijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 23 januari 2016; ik beveel het Platform de Vreedzame School aan om opgenomen te worden in het Ontwerpteam

–naar aanleiding van VN-resolutie 2250 on Youth, Peace and Security d.d. december 2015 kwam ik in contact met de coördinator van het Culture of Peace News Network, David Adams; hij was geïnteresseerd in mijn artikel en in de uitgewerkte methode van de Vreedzame School; hij heeft deze stukken op hun site geplaatst (http://cpnn-world.org/new/?p=5276)

–in de loop van dit jaar heb ik contact met de afdeling onderwijs van de gemeente Rotterdam (Reinier Mouthaan); mij is gevraagd een college te geven over burgerschap in het onderwijs aan de schoolcontactpersonen van de gemeente; verschoven naar het najaar en niets meer van vernomen

–contact met de bestuursvoorzitters van de 4 schoolkoepels in Rotterdam over implementatie van burgerschap in het onderwijs: de besturen van de koepels PCBO en BOOR geven aan hiermee zelf aan de slag te zijn gegaan; het bestuur van RVKO reageert niet; het bestuur van “Kind en Onderwijs” nodigt mij uit voor een orienterend gesprek; ze willen zelf aan de slag en informeren mij in het najaar of ze behoefte hebben aan ondersteuning; niet nodig, evt. advisering toegezegd

–bezoek aan Luc Stevens, directeur van het NIVOZ, Nederlands Instituut voor Onderwijs- en opvoedings Zaken; hij kent dVS en ziet parallellen met de activiteiten van het NIVOZ; mijn voorstel tot samenwerking wordt “voorlopig” afgehouden, omdat het NIVOZ volgens Luc Stevens “in transitie verkeert”

–mijn artikel “De Methodologie van de Oorlog” wordt opgenomen in het boek “De Boemerang van Oorlog en Geweld” dat op 29 oktober wordt gepresenteerd in het kader van het Erasmusjaar; het is 500 jaar geleden dat Erasmus zijn boekje “Dulce Bellum Inexpertis” uitbracht; in het panel licht ik de noodzaak van verankering van burgerschapsvorming in het onderwijs toe en de wijze waarop dVS die vertaalt in de praktijk per groep; voorts kan ik melden dat persoons- en burgerschapsvorming is opgenomen in het vernieuwingsplan van het ministerie van onderwijs: Onderwijs2032

–ik stuur het volgende bericht naar het ministerie van onderwijs: “Mijn zorg is dat het “nieuwe” vak persoons- en burgerschapsvorming geen traditie kent in het onderwijs en in de onderwijsinstituties. Ik ben bang dat het daardoor in de verdiepingsfase en in de ontwerpfase onderbelicht blijft en mijn grote vrees is, dat het mogelijk ondergesneeuwd raakt onder de “gevestigde” vakken, zoals taal, rekenen, aardrijkskunde,geschiedenis, etc. en/of onder het “modieuze” vak ict-vaardigheden. Wie vertegenwoordigt de stem van het nieuwe “vak” persoons- en burgerschapsvorming? Dat zou ik graag willen weten.” antwoord dd 17-10-2016: “Zoals u eerder al terecht opmerkte worden burgerschap en persoonsvorming duidelijk genoemd in het advies. En zo ook in de verdiepingsfase staan deze thema’s duidelijk op ons vizier. Momenteel brengen we in kaart hoe onderdelen van het advies al in de praktijk worden gebracht. Ook qua burgerschap, zo hebben we aantal scholen die werken met de methodiek Vreedzame School bezocht. En het netwerk van aangesloten scholen is ook bij ons bekend. Deze en andere ervaringen worden door ons gebruikt in een advies over hoe de nadere en verdere uitwerking vorm moet krijgen.”

2017

–Niet gerust gesteld door het antwoord van het ministerie van onderwijs richt ik het volgende schrijven aan de coordinator van project Onderwijs2032 en aan de voorzitter en vicevoorzitter van de PO-raad, mw. den Besten en de hr. van Hoepen: “Het is in mijn ogen een groot goed dat persoons- en burgerschapsvorming structureel deel uit maakt van de plannen voor Onderwijs2032. Bij het ontwerpen van de inhoudelijke onderwijsprogramma’s voor 2032 wordt een beroep gedaan op leerkrachten met veel ervaring. Voor alle vakken in Onderwijs2032 geldt dat er ervaren leerkrachten zijn op elk vakgebied, behalve op het gebied van persoons- en burgerschapsvorming. Mijn vrees is dat die daardoor tussen de wal en het schip kan gaan vallen. Voorts bestaat het risico dat burgerschapsvorming wordt versmald tot uitsluitend de kennisdimensie (een soort maatschappijleer). Die is gemakkelijker concreet te maken en te meten dan de sociaal-emotionele dimensie. Bovendien zijn er veel beleidsmakers en leerkrachten die zelf tekort schieten wat betreft hun sociaal-emotionele vaardigheden. Het is dan net als kleurenblinden vragen beleid te maken dan wel les te geven in kleurgebruik; ze zullen zich beperken tot de kennisdimensie van de kleurentheorie. Het zijn juist mensen die autoritair zijn opgevoed die niet geleerd hebben open te staan voor andere meningen, gevoelens en wensen (zie mijn artikel hierover in de bijlage). Noodzakelijk aan te leren sociaal-emotionele vaardigheden (leerdoelen) voor goed burgerschap zijn mijns inziens:

  1. Het leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen
  2. Het leren luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen
  3. Het leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met angst, afwijzing, bedreiging en geweld
  4. Het leren verantwoordelijkheid te dragen, te voelen en te nemen
  5. Het leren samenwerken en de voordelen daarvan te ervaren

Mijn advies aan u is een of meerdere zeer ervaren mensen op gebied van sociaal-emotionele vaardigheden i.v.m. persoons- en burgerschapsvorming bij de verdere ontwikkeling te betrekken. Ik denk bijvoorbeeld aan professor Micha de Winter en/of aan programmamakers van “de Vreedzame School”. Desgevraagd zou ik als gepensioneerd klinisch psycholoog ook gaarne mijn medewerking verlenen. Ik hoor graag van u.” Antwoord PO-raad: “Bedankt voor uw betrokkenheid en advies. De PO-Raad deelt uw mening dat burgerschap en persoonsvorming veel meer is dan kennisoverdracht. Wij nemen uw advies ter harte in de gesprekken die wij zullen voeren over Onderwijs 2032. Uw bijdrage stuur ik door aan onze beleidsadviseurs, zodat zij contact met u op kunnen nemen wanneer zij een beroep willen doen op uw expertise. In ieder geval bedankt voor het aanbod. Hartelijke groet, mede namens Rinda den Besten en Anko van Hoepen, Elise Haarman communicatieadviseur PO-Raad

2018

–Huis van Erasmus wil na het Erasmusjaar 2017 een Vredescentrum opzetten rond het gedachtengoed van Erasmus; ik neem deel aan de brainstormsessies

–ik informeer bij de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN) of er voorlichtingsmateriaal is voor kinderen over:

  1. Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind
  2. Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor 2030
  3. Achtergrond en belang van de Verenigde Naties

er is alleen een soort Ganzenbordspel over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen dat mij wordt toegezonden; tevens ontvang ik het voorlichtingsboek over de VN in het Nederlands (2002) en in het Engels (2017)

–de NVVN wil een speciaal project starten voor 2020 als de VN 75 jaar bestaan; de focus ligt op onderwijs; ik probeer in overleg met Otto Spijkers (projectleider) en met de Vreedzame School een gezamenlijk project te realiseren: Van: John Zant [j.zant1@chello.nl] Verzonden: donderdag 15 februari 2018 14:02 Aan: Spijkers, O. (Otto) CC: ‘Info NVVN’ Onderwerp: VB: VB: materiaal voor kinderen Geachte heer Spijkers, In mijn correspondentie met Justine Jones (NVVN) noemde zij mij uw naam in verband met een (voorgenomen) onderwijsproject van de werkgroep VN75 in het kader van het 75-jarig bestaan van de VN in 2020. Mijn algemene doel is het ideaal van een vreedzame en duurzame samenleving een concrete stap dichterbij te brengen. Al enige jaren richt ik me op het structureel doen implementeren van burgerschapsvorming in het onderwijs. Het gaat daarbij m.i. vooral om het van jongs af aan aanleren van de sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn om te kunnen uitgroeien tot een empathisch, niet-gewelddadig, tolerant, sociaal, betrokken, samenwerkend en verantwoordelijk wereldburger. Mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” (zie bijlage) bracht mij in contact met de Onderwijsraad, met de Onderwijscommissie van de Tweede Kamer, met staatssecretaris Dekker van onderwijs, en met de wethouders van jeugd en onderwijs van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere. De Vreedzame School heeft een programma ontwikkeld voor elke basisschoolgroep op maat dat deze vaardigheden systematisch aanleert. Daarom heb ik mij indertijd aangemeld als ambassadeur. Al meer dan 950 scholen hebben het programma van de Vreedzame School geïntegreerd in hun onderwijsprogramma. Nu het ontwikkelteam van het vak burgerschap in het kader van Onderwijs2032 op 8 maart van start gaat, wil ik proberen de leden van deze visie te overtuigen, opdat burgerschap niet wordt versmald tot alleen de kennisdimensie, een soort inburgeringscursus voor schoolkinderen of een vak maatschappijleer voor de basisschool. Bovendien lijkt het me belangrijk op de cognitieve dimensie kinderen niet een nationale oriëntatie op het leven mee te geven maar een internationale, gericht op wereldburgerschap. De VN spelen daarbij m.i. een cruciale rol. Het zou mooi zijn als de VN voorlichtingsmateriaal zou hebben voor schoolkinderen. Dat blijkt echter in beperkte mate aanwezig. Frederik Bordon (UNRIC) heeft mij reeds enkele beschikbare materialen toegestuurd. In het kader van het Erasmusjaar (2017) wil de stichting Huis van Erasmus in 2018 een programma ontwikkelen “Erasmus voor de Klas 2.0”. Doel is kinderen in het basisonderwijs het gedachtengoed van Erasmus bij te brengen gericht op vrede, saamhorigheid, verantwoordelijkheid. Ook dit initiatief wil ik ondersteunen. Inmiddels heb ik gesproken met Huis van Erasmus en met De Vreedzame School; beide organisaties zouden graag willen meedenken over een onderwijsprogramma dat scholieren van het basis- en middelbaar onderwijs vertrouwd kan maken met de geschiedenis en het belang van de VN, met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en van het Kind, en met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor 2030.   Graag zou ik een keer met u af willen spreken om hierover nader van gedachten te wisselen. Ik zie uit naar uw reactie. Met vriendelijke groet, John Zant

–de bijeenkomst van de Vreedzame School (dVS) en de Nederlandse Vereniging van de Verenigde Naties (NVVN) levert twee resultaten op: 1. Mijn aanbevelingen aan het Ontwikkelteam Burgerschap van Curriculum.nu (Platform 2032) “Burgerschapsvorming in het onderwijs” worden door het bestuur van de NVVN overgenomen en namens de NVVN naar Curriculum.nu gestuurd. 2. Via Michiel van de Kasteelen wordt gepoogd subsidie te krijgen van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor een project waarin VN-zaken in een lespakket via de Vreedzame School zou kunnen worden aangeboden.

–Ik heb direct contact gelegd met twee leden van het Ontwikkelteam Burgerschap, Elske Westland en Annette van der Laan. Met hen bespreek ik rechtstreeks mijn feedback op de tussentijdse rapporten van het Ontwikkelteam Burgerschap (zie “Feedback op resp. het 1e, 2e en 3e rapport Ontwikkelteam Burgerschap”).

–Ik ga met Huis van Erasmus mee op bezoek bij Micha de Winter om hem uit te nodigen een voordracht te houden in de Erasmusweek in Rotterdam, 28 oktober. Hij zegt toe en de bijeenkomst is een groot succes.

-Ik leg contact met professor Roger Boonen van de universiteit van Antwerpen/Leuven, die een opleiding Vredeseducatie leidt; mogelijk komen hieruit gesprekken voort over samenwerking tussen de Vreedzame School en dit Vlaamse initiatief. Ik woon het minisymposium bij van het 20-jarig jubileum van de Vreedzame School/Wijk; Leo Pauw en zijn vrouw Caroline treden terug; er zijn nu meer dan 1000 Vreedzame Scholen en de eerste in Belgie.

2019

–Feedback op het 4e en 5e rapport van het Ontwikkelteam Burgerschap, waarin een sterk gewijzigd model voor het curriculum Burgerschap wordt voorgesteld. Het is verspreid onder de leden van het Ontwikkelteam en wordt besproken.

–Op 10 oktober wordt het eindrapport van curriculum.nu aangeboden aan minister Slob; in het gedeelte over burgerschap is mijn bijdrage “Burgerschapsvorming in het Onderwijs” (Opmerkingen over het 5e rapport Ontwikkelteam Burgerschap) opgenomen als bijlage via een link naar mijn website www.johnzant.nl; op 28 november dient minister Slob een wetsvoorstel in ter verbetering van het curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs en op 9 december volgt een reactie van het kabinet hierop: burgerschapsvorming krijgt veel aandacht en wordt noodzakelijk geacht.

2020

–Bas de Gaay Fortman is samen met het Staatshuys te Zwolle de “Grondwetcampagne 2023” gestart. Op 3 november 2023 bestaat de Nederlandse Grondwet 175 jaar en dat jubileum gaat gevierd worden met allerlei acties die de Grondwet opnieuw onder de aandacht van de bevolking brengen. Op 10 december 2023 is het 75 jaar geleden dat de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) van de Verenigde Naties het licht zag. Mijn voorstel is beide jubilea te koppelen, omdat de doelstellingen in hoge mate parallel lopen. Ik heb een driepartijenoverleg georganiseerd met Bas de Gaay Fortman c.s., de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN) en onderwijsinstellingen, nl. het NIVOZ en de Vreedzame School. Mijn doel is dat er lesmodules worden ontwikkeld voor het primair en het voortgezet onderwijs over de Grondwet, het Europees Verdrag voor en de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. De drie partijen zijn geinteresseerd in samenwerking in 2023. Door corona geen bijeenkomsten.

–Minister Slob heeft een wetsontwerp ingediend bij de Tweede Kamer om burgerschap te verankeren in het onderwijs. De Kamer stemt daarmee in en steunt verdere uitwerking van curriculum.nu. Ik solliciteer bij curriculum.nu om bij de verdere ontwikkeling van burgerschapsvorming en de kerndoelen daarvan betrokken te worden:

L.S.

Ik ben geen leraar en ook geen lerarenopleider. Ik ben deskundig op het gebied van burgerschapsvorming, een nog niet bestaand schoolvak. Ik ben gepensioneerd klinisch psycholoog en heb mij 40 jaar bezig gehouden met conflicthantering tussen partners, ouders en kinderen, werkgevers en werknemers, en met mensen die in conflict met zichzelf waren. Derhalve acht ik mij gespecialiseerd in het bevorderen van geweldloze conflicthantering (i.t.t. afwijzing, dreiging en geweld) en samenwerking.

Ik fungeer sinds 10 jaar als ambassadeur van “de Vreedzame School”. In die hoedanigheid heb ik overleg gevoerd met de wethouders van jeugd en onderwijs van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere met als doel hen ervan te overtuigen dat de Vreedzame School een essentiële bijdrage levert aan burgerschapsvorming. Ik had hierover ook overleg met de Onderwijsraad en met de Tweede Kamercommissie Onderwijs.

Voorts heb ik regelmatig overleg gehad met twee leden van het Ontwerpteam Burgerschap. Mijn bijdrage over burgerschapsvorming is als bijlage opgenomen in het eindrapport van Curriculum.nu aan minister Slob (zie bijlage).

Gaarne zou ik mee willen werken aan het formuleren en meetbaar maken van de kerndoelen van Burgerschapsvorming, gezien bovenstaande ervaring en gezien het feit dat ik als gepromoveerd wetenschappelijk onderzoeker meermalen meetinstrumenten heb ontworpen voor abstracte concepten.

Ik zie uit naar een evt. uitnodiging voor deelname.

Namens curriculum.nu reageert Annette van der Laan:

Dag John,

Er is al een paar keer contact geweest over jouw aanmelding en jouw aanbod om burgerschap verder te ontwikkelen. We zijn bezig met het starten van een advieskring burgerschap; die als taak heeft om te reageren op de ontwikkelde producten. Mogen we jouw naam daarbij noteren?

De advieskring zal pas in `actie` komen als de eerste concepten kerndoelen klaar zijn. De inschatting is dat dat begin voorjaar 2021 zal zijn.

Met vriendelijke groet,

Annette van der Laan

2021

–Dit jaar is de nieuwe onderwijswet van minister Slob na de Tweede Kamer goedgekeurd door de Eerste Kamer. Burgerschap neemt daarin een belangrijke plaats in. het is verplicht onderdeel van het onderwijs geworden. Mijn doel bereikt! Nu de implementatie nog en de vertaling van het curriculum.nu in toetsbare eindtermen voor het onderwijs

–Mijn “sollicitatie” bij SDG Nederland (Sustainable Development Goals):

Indien mogelijk en gewenst zou ik gaarne als vrijwilliger willen bijdragen aan het behalen van de Duurzame Ontwikkelings Doelen (SDG’s) van de VN binnen uw organisatie SDG Nederland. Ik beschouw deze doelen als essentieel voor het beleid van de wereldpolitiek en de redding van onze wereld en samenleving. Bijgaand in kort bestek mijn achtergronden.

Ik ben gepensioneerd klinisch psycholoog/gepromoveerd (voormalig) wetenschappelijk onderzoeker, en heb mij 40 jaar bezig gehouden met conflicthantering tussen partners, ouders en kinderen, werkgevers en werknemers, en met mensen die in conflict met zichzelf waren. Derhalve acht ik mij gespecialiseerd in het bevorderen van geweldloze conflicthantering (i.t.t. afwijzing, dreiging en geweld) en samenwerking.

Ik fungeer sinds 10 jaar als ambassadeur van “de Vreedzame School”. In die hoedanigheid heb ik overleg gevoerd met de wethouders van jeugd en onderwijs van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere met als doel hen ervan te overtuigen dat de Vreedzame School een essentiële bijdrage levert aan burgerschapsvorming. Ik had hierover ook overleg met de Onderwijsraad en met de Tweede Kamercommissie Onderwijs.

Voorts heb ik regelmatig overleg gehad met twee leden van het Ontwerpteam Burgerschap en met de staatssecretaris van onderwijs Dekker. Mijn bijdrage over burgerschapsvorming is als bijlage opgenomen in het eindrapport van Curriculum.nu aan minister Slob (zie bijlage).

Hopelijk kunt u op basis van mijn kennis, ervaring en activiteiten mij een nuttige functie laten vervullen binnen uw organisatie, als vrijwilliger.

–Ik krijg enthousiast antwoord van de projectleider Ivy de Bruijn; ze vraagt wat ik precies zou willen doen. Mijn antwoord:

Dank voor uw reactie.

Ik heb mij aangemeld als vrijwilliger en u vraagt me wat ik concreet zou willen doen.

Zoals u uit mijn “sollicitatiebrief” kunt opmaken ben ik vooral actief geweest op twee terreinen:

  1. Het operationaliseren van algemene doelstellingen; hoe kun je algemene doelstellingen SMART maken (Specifiek, Meetbaar, Aansprekend, Realistisch, Tijdgebonden). Ik heb getracht burgerschapsvorming te operationaliseren.
  2. Het benaderen van beleidsmakers om ze uit te nodigen en te stimuleren zich voor de betreffende doelstelling(en) concreet in te zetten. Ik heb het gesprek gezocht met wethouders, staatssecretaris, minister, Onderwijsraad, Onderwijscommissie van de Tweede Kamer (en ook met de Universitaire Pabo van Amsterdam, en met professor Micha de Winter).

Toen ik hoorde dat Bas de Gaay Fortman voorbereidingen treft voor de viering in 2023 van het 175-jarig jubileum van de Nederlandse Grondwet, heb ik hem en de NVVN (Simone Filippini en Michiel van de Kasteelen) gevraagd of het wenselijk en haalbaar is dit jubileum te koppelen aan de jubilea in 2023 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (75 jaar) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (70 jaar). Eerste gesprekken hebben hierover plaats gevonden.

In 2020 bestond VN 75 jaar. Er zijn wel wat activiteiten geweest om dit jubileum te herdenken, maar de aandacht hiervoor stond in geen enkele verhouding tot het geweldige belang van deze kostbare verworvenheid.

Welnu, wat mij als vrijwilliger voor ogen staat, is niet zozeer het geven van gastlessen. Veeleer denk ik aan het SMART maken van (enkele van) de 17 SDG’s, en in verband daarmee politici, mensen uit het bedrijfsleven en andere beleidsmakers uit te nodigen en hen te vragen wat zij op hun specifieke terrein doen en nog zouden willen/kunnen doen om het betreffende SDG-doel te bereiken en hen zo mogelijk te stimuleren daar meer energie in te steken. Bovendien is 2023 bij uitstek een jaar om de SDG’s weer volop in de publiciteit te brengen als rechtstreeks uitvloeisel van de UVRM.

Ik zou hierover gaarne nader met u van gedachten willen wisselen.

–Ik ontmoet Ivy de Bruijn in het Tropenmuseum. daar leg ik heer mijn plannen voor:

Mijn plannen:

  1. De Vreedzame School zover krijgen dat ze een speciaal lespakket ontwikkelen over het belang van de VN, de EU, de UVRM, het EVRM, de Nederlandse Grondwet, het Internationaal Gerechtshof in Den Haag (Vredespaleis) en het Internationaal Strafhof in Den Haag (Vredespaleis).
  2. Vanuit SDG-Nederland proberen Tweede Kamerleden zover te krijgen dat ze één of meet SDG’s adopteren. En te onderzoeken of via SDG-Nederland financiering is te krijgen voor het speciale lespakket voor de Vreedzame School
  3. De ministers van buitenlandse zaken en van defensie zover krijgen dat ze in de Tweede Kamer, in de EU, in de Navo en in allerlei andere internationale bijeenkomsten en lichamen een krachtig pleidooi houden voor het grote belang van het Internationaal Gerechtshof, waar staten hun onderlinge conflicten aan kunnen voorleggen. Mijn aanbeveling is, juist omdat het Internationaal Gerechtshof is gevestigd in Nederland en omdat dat een extra verantwoordelijkheid met zich meebrengt voor de Nederlandse regering, meer tijd, energie en geld te steken in promotie van het Internationaal Gerechtshof in plaats van nog meer tijd, energie en geld te investeren in gewapende en economische oorlogvoering.
  4. –Ter toelichting van punt 3 stuur ik het volgende stuk:
  5. “Vreedzame beslechting van internationale geschillen”

–Ivy de Bruijn zal mij wat betreft punt 1 in contact brengen met Guiseppe van der Helm die mij zal informeren over het project “Leren voor Morgen”. Wat betreft punt 2 met Rosa van Driel die het project “Adopteer een SDG” heeft opgezet en binnenkort gaat evalueren. Wat betreft punt 3 zal ze mij in contact brengen met een lid van de Worldconnectors.

–Met het oog op punt 1 maak ik een afspraak met de nieuwe projectleiders van de Vreedzame School: Rob van der Gaag en Eke Blijham middels deze introductie:

Tien jaar geleden werd ik door toenmalig projectleider, Ger Roos, benoemd tot “ambassadeur” van de Vreedzame School naar aanleiding van mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden” (zie bijlage 1), een functie zonder functieomschrijving. In de loop der jaren heb ik veel contact gehad met Leo Pauw en met Mirjam van der Ven. Leo is met pensioen en deze zomer aanvaardde Mirjam een functie elders. Zij adviseerde mij voor de continuïteit van mijn contacten met de Vreedzame School contact met u op te nemen.

Ik ben gepensioneerd klinisch psycholoog/gepromoveerd (voormalig) wetenschappelijk onderzoeker, en heb mij 40 jaar bezig gehouden met conflicthantering tussen partners, ouders en kinderen, werkgevers en werknemers, en met mensen die in conflict met zichzelf waren. Derhalve acht ik mij gespecialiseerd in het bevorderen van geweldloze conflicthantering (i.t.t. afwijzing, dreiging en geweld) en samenwerking.

Als “ambassadeur” van de Vreedzame School heb ik overleg gevoerd met de wethouders van jeugd en onderwijs van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere met als doel hen ervan te overtuigen dat de Vreedzame School een essentiële bijdrage levert aan burgerschapsvorming. Ik had hierover ook overleg met de Onderwijsraad en met de Tweede Kamercommissie Onderwijs.

Voorts heb ik regelmatig overleg gehad met twee leden van het Ontwerpteam Burgerschap en met de staatssecretaris van onderwijs Dekker. Mijn bijdrage over burgerschapsvorming is als bijlage opgenomen in het eindrapport van Curriculum.nu aan minister Slob (zie bijlage 2). Onlangs is de nieuwe onderwijswet van minister Slob aangenomen door de Eerste Kamer met daarin een belangrijke plaats voor burgerschap.

Toen ik hoorde dat Bas de Gaay Fortman voorbereidingen treft voor de viering in 2023 van het 175-jarig jubileum van de Nederlandse Grondwet, heb ik hem en de NVVN (Simone Filippini en Michiel van de Kasteelen) gevraagd of het wenselijk en haalbaar is dit jubileum te koppelen aan de jubilea in 2023 van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (75 jaar) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (70 jaar). Ook Mirjam was bij dit overleg betrokken.

Ik vroeg mij af of het wenselijk en mogelijk is dat de Vreedzame School voor 2023 een speciaal lespakket ontwikkelt, gewijd aan het belang van de VN en de EU en van de drie kostbare verworvenheden waarvan de jubilea in 2023 gevierd worden. Ik weet van de coördinator van SDG-Nederland, Ivy de Bruijn, dat daarvoor mogelijk financiën zijn vrij te maken.

Graag zou ik in het kader van kennismaking bovenstaande met u willen bespreken.

–Daaraan even later toegevoegd:

Vooruitlopend op onze ontmoeting op 13 december a.s., wil ik jullie, wellicht ten overvloede, attenderen op de “Coöperatie Leren voor Morgen”, waarin diverse scholen en onderwijsgerelateerde partijen zich inzetten voor duurzaamheid in het onderwijs. Met hun “Whole School Approach” (WSA) hebben ze al veel uitgewerkt.

Aangezien ik de Vreedzame School niet terugzag in de deelnemende partijen, vroeg ik mij af of deze coöperatie ook voor jullie interessant is om bij aan te sluiten. Zij hebben in ieder geval al een lespakket over de SDG’s en over duurzaamheid in het bijzonder.

2022

Van: John Zant
Verzonden: maandag 31 januari 2022 22:08
Aan: Rob van der Gaag; Eke Blijham
Onderwerp: overleg di 1 feb

Beste Eke en Rob,

Na ons kennismakingscontact eind december heb ik diverse partijen benaderd met de vraag of ze geïnteresseerd zijn mee te werken/bij te dragen aan het beoogde extra lesprogramma van de Vreedzame School. Ik heb contact gehad met:

  1. Ivy de Bruijn, projectleider van SDG Nederland
  2. Giuseppe van der Helm, directeur van Leren voor Morgen
  3. Simone Filippini, voorzitter van de NVVN en van de Leadership4SDGs Foundation, en collega Catharina van Staveren
  4. Pier Mulder, coördinator van diverse SDG-initiatieven door leerlingen en leerkrachten van het MBO Friesland College

Alle partijen willen graag overleg met jullie om ideeën uit te wisselen en eventueel te adviseren bij het aanvragen van subsidie. Ze voelen alle de urgentie dit programma voor 2023 operationeel te maken.

Naar mijn idee zou het voorgenomen lesprogramma van de Vreedzame School als centraal doel moeten hebben: “Wereldburgerschap voor Kinderen”.

De aanleiding/kapstok is het jubileumjaar 2023: Ned. Grondwet (175), UVRM (75), EVRM (70).  Ook de Universele Verklaring van de Rechten voor het Kind (UVRK) kan hierbij worden betrokken, al is 2023 geen jubileumjaar daarvoor. Vormen deze verdragen een wettelijk kader voor mensenrechten, de SDG’s zijn als het ware een operationalisatie daarvan, de vertaling naar praktische maatregelen en doelstellingen.

Naar mijn idee is het noodzakelijk dat de Vreedzame School z.s.m.  een subsidie-aanvraag schrijft, met daarin het centrale doel, de opzet van het programma en de te bereiken resultaten, met daarbij een begroting van personele en materiële kosten. Bovengenoemde partijen 1 t/m 3 kunnen daarmee hun contacten met eventuele subsidiegevers activeren. Alle bovengenoemde partijen zouden graag z.s.m. met jullie om de tafel willen om het plan/ de subsidie-aanvraag te bespreken.

Ivy (nr. 1) heeft mij in contact gebracht met Giuseppe (nr. 2)

Simone en Catharina (nr. 3) hebben mij op het spoor gezet van het Friesland College (nr. 4).

Na de vier partijen te hebben gesproken blijkt alleen nr. 4 een praktijkprogramma te hebben met o.a. Global Goals TV, SDG-game, een Paspoort waarmee studenten zo’n 40 bedrijven/functionarissen kunnen bezoeken die actief zijn met 1 of meer SDG’s, bijvoorbeeld een bezoek aan een biologische tuinderij, of een fabriek die uitsluitend draait op schone energie, of een recyclingbedrijf, of een jurist die zich met mensenrechtenzaken bezig houdt. De studenten moeten 5 stempels in hun paspoort vergaren. Pier Mulder nodigt jullie uit voor een demonstratie van hun activiteiten. Je kunt al een en ander bekijken op het YouTube kanaal van het Friesland College. Jullie zijn ook van harte uitgenodigd op hun festival in het Abe Lenstra stadion op 20 april, gewijd aan SDG’s en burgerschap.

Leren voor Morgen (nr. 2) is inmiddels verbonden met meer dan 100 onderwijsgerelateerde instellingen. Meer informatie kun je vinden op hun website www.lerenvoormorgen.org. Daar staat hun manifest op. Zij richten zich vooral op duurzaamheid en burgerschap. Ook is informatie te vinden op Wikiwijs. Zij publiceren een nieuwsbrief. Giuseppe gaf aan dat de Vreedzame School daar ook een artikel in kan plaatsen, bijvoorbeeld over het voorgenomen lesprogramma. Daar reageren dan weer de lezende instellingen op met adviezen, commentaren en suggesties.

Simone (nr. 3) wil graag z.s.m. met jullie overleggen, omdat zij betrokken is bij de organisatie van het jubileum van de URVM.

Zij suggereerde het SDG-spel van UNRIC aan te vragen, het voorlichtingsbureau van de VN in Brussel. Ik heb dat vorig jaar toegestuurd gekregen en speel het regelmatig met mijn kleinkinderen van 5 en 9 jaar. Ze kennen inmiddels de antwoorden op de vragen uit het hoofd. Is dat spel voor jullie bruikbaar?

Hiermee heb ik alvast een voorzet gegeven voor het overleg via Teams overmorgen om 10.00 uur.

Hartelijke groet, John

–Rob van der Gaag (dVS) neemt de regie en gaat zelf de contacten onderhouden. Hij stuurt mij het concept van de opzet voor een subsidieaanvrage voor het lespakket “wereldburgerschap”. De subsidieaanvrage heeft geen duidelijk mission statement (visie en doelstellingen) en richt zich op Europees burgerschap in plaats van op wereldburgerschap. Mijn kritiek wordt overgenomen. Echter pogingen om subsidie te verkrijgen via de NVVN of SDG-Nederland lopen op niets uit. Rob van der Gaag bericht mij:

Hallo John,

Ik waardeer je drive en enthousiasme zeer. Waar het voor mij nu in zit is dat ik geen collega’s kan inzetten voor initiatieven zonder subsidie en middelen vanuit verkoop.Ik wil dus graag en heb eerder ook naar je uitgesproken dat ik alles ging proberen rondom subsidies. Maar dat heeft tot op heden niets opgeleverd. En dat maakt dat het vieren echt light en inhoudsgericht zal worden. Als we plotseling wel kansen zien en budget gaan aanwenden vanuit onbekende hoek, dan weet ik je te vinden!

Groeten Rob

–Teleurgesteld dat dit een doodlopende weg is en ik hierbij ook de essentie van mijn contacten met de NVVN en SDG-Nederland kwijt raak, zoek ik op internet naar een organisatie die zich richt op onderwijs in wereldburgerschap. Ik vind “Cosmicus”. Dit zijn hun visie en doelstellingen:

Stichting Cosmicus bouwt bruggen tussen mensen en culturen, bevordert harmonie en dialoog in de samenleving en creëert aldus een wereld waarin iedereen meetelt en meedoet, en er duurzame verbindingen tussen mensen ontstaan binnen het onderwijs. Haar speerpunt is het opleiden van mensen tot wereldburgers. Daarom is gekozen voor de naam cosmicus, een Latijns woord dat afstamt van het Oudgriekse kosmos wat ‘van de wereld’ betekent. Het begrip symboliseert ‘wereldburger’. Cosmicus streeft naar een aarde waarop wereldburgers harmonieus met elkaar samenleven en samenwerken. Deze ideale situatie kan uitsluitend bereikt worden door mensen die respect en begrip hebben voor elkaars keuzen en leefwijzen, die alles wat afwijkt van hun eigen ideeën en overtuigingen zonder waardeoordeel accepteren en die hun omgeving benaderen met interesse, empathie en vertrouwen.

–Ik zoek contact met de voorzitter Gükan Celik en diens senior adviseur Ferd Stouten. Mijn introductiebrief:

Ik ben gepensioneerd klinisch psycholoog/gepromoveerd (voormalig) wetenschappelijk onderzoeker, en heb mij 40 jaar bezig gehouden met conflicthantering tussen partners, ouders en kinderen, werkgevers en werknemers, en met mensen die in conflict met zichzelf waren.

Tien jaar geleden werd ik door toenmalig projectleider, Ger Roos, benoemd tot “ambassadeur” van de Vreedzame School naar aanleiding van mijn artikel “Onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden”, een functie zonder functieomschrijving. In de loop der jaren heb ik veel contact gehad met Leo Pauw en met Mirjam van der Ven.

Als “ambassadeur” van de Vreedzame School heb ik overleg gevoerd met de wethouders van jeugd en onderwijs van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Almere met als doel hen ervan te overtuigen dat de Vreedzame School een essentiële bijdrage levert aan burgerschapsvorming. Ik had hierover ook overleg met de Onderwijsraad en met de Tweede Kamercommissie Onderwijs.

Voorts heb ik regelmatig overleg gehad met twee leden van het Ontwerpteam Burgerschap en met de staatssecretaris van onderwijs Dekker. Mijn bijdrage over (wereld)burgerschapsvorming is als bijlage opgenomen in het eindrapport van Curriculum.nu aan minister Slob. In de nieuwe onderwijswet van minister Slob neemt burgerschap een belangrijke plaats in.

De problemen waarmee de wereld wordt geconfronteerd, vereisen wereldwijde samenwerking: opwarming van de aarde, voedsel, water, energietransitie, uitputting van grondstoffen, vervuiling, etc.

Door te focussen op Europa, worden weer entiteiten (machtsblokken) tegenover elkaar geplaatst, Europa, Amerika, Rusland, China, Afrika, Zuid-Amerika, etc. Dan houden we het pijnlijke verschil, dat vluchtelingen uit Oekraïne welkom zijn, en vluchtelingen uit Azië en Afrika niet.

Mijn wens is kinderen op te voeden als wereldburgers, die oog leren krijgen voor de problemen die de hele wereld bedreigen en die zich bekommeren om mensen en niet uitsluitend om Europeanen of Nederlanders. Het is zaak ze een gevoel van wereldwijde verantwoordelijkheid bij te brengen en hun visie niet te beperken tot de belangen van Nederland of Europa.

Om de wereld te redden moeten we af van de eigen-volk-eerst mentaliteit.

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne is de waanzin ten top. De Pavlov-reactie om de defensiebudgetten te verhogen en dus de tegenstellingen te verscherpen, doet de verantwoordelijkheid om gezamenlijk klimaatrampen te voorkomen,  te niet.

We bewapenen ons de afgrond in en de enige die profiteert  is de wapenindustrie,  o ja, en een paar machtswellustelingen.

Het huidige politieke klimaat in de wereld vertoont een sterke tendens richting verdere bewapening en militarisering, en vorming van tegengestelde machtsblokken. En dat, terwijl de klimaatveranderingen ons aller toekomst bedreigen en rampen dientengevolge alleen voorkomen kunnen worden door wereldwijde samenwerking. Dat vergt een wereldwijd besef van wereldburgerschap i.p.v. gerichtheid op de belangen van het eigen land of het eigen machtsblok.

Ik zie met name het 75-jarig jubileum van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van de VN in 2023 als mogelijkheid om kinderen het besef van wereldburgerschap bij te brengen met als uiteindelijk doel wereldburgerschap in het onderwijs te integreren: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” (Micha de Winter).

Politiek gezien getuigt een partij als Volt van een ruimere visie, een Europese in plaats van een nationale. In toenemende mate echter is er behoefte aan en ontstaat er een noodzaak tot een Partij voor Wereldburgers (zie ook mijn artikel in de bijlage).

Graag zou ik met uw Alliantie nader van gedachten willen wisselen over het bevorderen van wereldburgerschap in het onderwijs (en in de politiek). Ik zie uit naar uw reactie.

Bijlage mijn artikel: “Nationalisme en Algemeen Belang” (2019)

–Ik word uitgenodigd en krijg diverse taken aangeboden:

  1. Cosmicus benoemt me tot ambassadeur voor wereldburgerschap in het onderwijs
  2. Cosmicus wil een netwerk opzetten van organisaties uit de hoek van de wetenschap en het onderwijs die zich richten op wereldburgerschap, een Alliantie. Cosmicus heeft al contacten met diverse organisaties, waaronder Unescoscholen, Nuffic, Marnix Academie, jeugdblad SamSam, diverse universiteiten, NWO. Vanuit mijn contacten uit heden en verleden zou ik verbinding kunnen leggen met: De Vreedzame School (Rob van der Gaag), Universitaire Pabo van de UvA plus Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Inholland, Hogeschool Fontys, Huis van Erasmus, Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO), Oxfam/Novib, Coöperatie Leren voor Morgen (Guiseppe van der Helm)
  3. Mijn suggestie om als noodzakelijke voorwaarde voor het opzetten van een Alliantie je corebusiness te definiëren met een visie en met concrete doelstellingen is meteen omarmd. Nog dit weekend zal mij een concept worden toegestuurd met de uitnodiging mijn commentaar en aanvullingen te leveren.
  4. In het voorjaar wil Cosmicus in de UvA een conferentie organiseren om leden en potentiële leden van die Alliantie aan te trekken en te binden. Als eventuele sprekers op die conferentie heb ik voorgesteld de voorzitter van de Nederlandse Vereniging van de Verenigde Naties (NVVN), Simone Filippini, en de voorzitter van SDG-Nederland (SDG’s zijn de 17 Social Development Goals van de Verenigde Naties), Ivy de Bruijn. Met beiden heb ik goed contact. Tevens heb ik voorgesteld het 75-jarig jubileum van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (URVM) hierbij te betrekken evenals de 17 SDG’s die een concreet handelingsformat vormen van de URVM, en de Universele Verklaring van de Rechten van het Kind (UVRK)
  5. Cosmicus wil ook een expertisecentrum opzetten voor wereldburgerschap en vraagt mij daarbij te adviseren
  6. Cosmicus is druk bezig met het opzetten van een doorlopende leerlijn wereldburgerschap voor voorschool, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en hoger onderwijs en vraagt mij daarbij te adviseren
  7. Cosmicus is bezig een scan/meetinstrument te ontwikkelen voor het “meten” van vaardigheden die noodzakelijk zijn voor goed wereldburgerschap, vooralsnog voor het primair en voortgezet onderwijs, en vraagt mij daarbij te adviseren
  8. Cosmicus wil een bundel met artikelen over wereldburgerschap samenstellen en uitgeven voor deelnemers aan de Alliantie en met name ook voor Pabo-curricula. Er is al een hoofdstukindeling gemaakt. Voorgesteld wordt dat mijn artikel “Nationalisme en Algemeen Belang” als Inleiding kan fungeren. Ik heb het geschreven in 2019 en zal het actualiseren voor dit doel.

2023

–ik schrijf voor Cosmicus een mission statement: “Cosmicus en Wereldburgerschap”

–mijn artikel “Nationalisme en Algemeen Belang” wordt gestroomlijnd tot “Eigenbelang en Algemeen Belang”; het wordt gepubliceerd in “Één Wereld”, het blad van de Wereld Federalisten Beweging Nederland (WFBN) dat 2xper jaar verschijnt

–Cosmicus wijzigt de naam Alliantie in Coalitie Wereldburgerschap; potentiële daarin deelnemende organisaties worden op 29 juni uitgenodigd voor nadere toelichting en het maken van afspraken tot samenwerking; op  29 september vindt de conferentie plaats voor leerkrachten en schoolleiders “De leerling als wereldburger”; Simone Filippini (NVVN) houdt een presentatie, en Ivy de Bruijn (SDG-Nederland) verzorgt een workshop.

–de conferentie is uitgesteld, omdat meerdere andere organisaties gericht op wereldburgerschap in september ook een conferentie houden

–ik stuur een e-mail naar Frans Timmermans en Bas Eickhout (zie onder) met de vraag of ze zich willen inzetten voor een Partij voor Wereldburgers; als bijlage stuur ik mijn artikel “Eigen belang en Algemeen belang”; beiden staan sympathiek ten opzichte van de gedachte, maar vinden een nieuwe partij niet opportuun; beiden zetten zich in voor een combinatie van PvdA/GL; in zijn Abel Herzberglezing op 10 september spreekt Frans Timmermans uitvoerig over eigen belang en algemeen belang (toeval?)

Geachte heren Timmermans en Eickhout.

In toenemende mate worden wij geconfronteerd met mondiale vraagstukken en problemen, die om mondiale oplossingen vragen, en niet alleen Nederlandse of Europese. Naar analogie van de partij Volt als Europese partij gaan mijn gedachten uit naar een Partij voor Wereldburgers als Mondiale partij.

Mijn eerste vraag is of u ook een Partij voor Wereldburgers als wenselijk en noodzakelijk ziet.

Mijn tweede vraag is of u een initiërende en leidende rol zou willen spelen bij de oprichting van zo’n partij. U heeft een mondiale visie, veel politieke ervaring en een relevant netwerk.

Mijn derde vraag is of u andere personen weet die (ook) die initiërende en leidende rol zouden kunnen vervullen.

Ik zie uit naar uw reactie.

Autoritair opvoedingssysteem

Stagnerende ontwikkeling

In gezinnen waarin sprake is van een autoritair opvoedingssysteem eisen ouders gehoorzaamheid en onderwerping, en dulden zij geen tegenspraak. Het gevolg hiervan is dat kinderen niet leren hun gedachten, gevoelens en wensen te uiten en te verwoorden. Boosheid wordt opgevat als brutaal, verdriet als kinderachtig gezeur, een eigen mening als ongehoorzaamheid en eigen wensen als ongewenst. Kinderen leren dus niet een eigen identiteit te ontwikkelen, met erkenning van hun gedachten, gevoelens en wensen, en ontwikkelen zich dus niet tot mondige (assertieve) sociale wezens. Pogingen daartoe worden systematisch afgestraft. Ze ontwikkelen zich tot kopieën van hun gebieders en eisen, zodra mogelijk, op hun beurt gehoorzaamheid en onderwerping van anderen. Ze reageren even allergisch op afwijkende meningen als hun ouders, even afwijzend op emoties van anderen, en even intolerant jegens andere wensen van anderen dan ze zelf hebben. Een autoritair opvoedingssysteem is vaak de “boosdoener”, terwijl wordt gewezen naar de afwijkende culturele of religieuze gewoonten. Binnen de islam heb je mensen met liberale en mensen met orthodoxe opvattingen, evenals binnen het christendom en onder atheïsten. Autoritaire personen discrimineren meer omdat ze intoleranter zijn ten aanzien van afwijkende meningen, gevoelens, wensen, gewoonten, kenmerken, etc. Behalve door scholingsachterstand wordt taalachterstand dus ook veroorzaakt doordat je je mond moet houden en moet gehoorzamen, doordat je niet je emoties mag uiten en ze dus niet leert verwoorden. Sociale aanpassingsproblemen ontstaan doordat je wordt afgeleerd voor jezelf op te komen, voor je mening, je gevoelens, je wensen. Een autoritaire opvoeding is een systematische onderdrukking van verbale, emotionele en sociale expressie en ontwikkeling, en resulteert in een negatief zelfbeeld en het onvermogen relaties te ontwikkelen op basis van een gelijkwaardige uitwisseling. Vanuit gevoelens van minderwaardigheid wordt respect geëist, terwijl respect alleen maar verdiend kan worden met positief voorbeeldgedrag. Even voor de duidelijkheid: een liberale opvoedingsstijl houdt niet in dat kinderen het voor het zeggen moeten krijgen. Kinderen hebben leiding, sturing en structuur van hun ouders nodig. Daarbinnen echter hebben ouders de plicht de individuele persoonlijkheid van hun kind tot ontwikkeling te laten komen door aandacht te hebben en erkenning te geven voor de gedachten, meningen, gevoelens en wensen van hun kinderen. Kinderen moeten enerzijds worden gestimuleerd zich te uiten en anderzijds leren dat ze niet in alles gelijk of hun zin kunnen krijgen, uitgelegd in termen van redelijkheid en rechtvaardigheid. Pas dan leert een kind om te gaan met de teleurstelling dat hij niet gelijk of zijn zin heeft gekregen, omdat hij zich wel gehoord, begrepen, erkend en gerespecteerd voelt. Autoritair opgevoede kinderen kunnen geen teleurstellingen incasseren en verwerken; zij voelen zich alleen maar miskend en verongelijkt.

Onderwijs

Onderwijs is een opvoedingssysteem, waarin kennis en inzicht wordt aangeleerd, maar ook praktische, sociale en emotionele vaardigheden. Een leerkracht dient kennis en inzicht te hebben met betrekking tot de diverse opvoedingsstijlen. Hoe werken symmetrische relaties en hoe complementaire relaties? Wat is de rol van macht in relaties en hoe werkt een up-via-down relatie? Wat houdt die gouden eigenschap van “het natuurlijk gezag” in? In de praktijk zou de leerkracht eigenlijk van iedere leerling moeten weten volgens welke opvoedingsstijl die is opgegroeid, opdat de leerkracht weet welk gedrag hij wel en welk gedrag hij niet van zijn leerlingen kan verwachten, en weet welke aspecten, van huis uit niet meegekregen, de leerkracht zal moeten “aanvullen” dan wel corrigeren. Maar de leerkracht is ook maar een mens met zijn eigen opvoedingsachtergrond. Wat nu als de leerkracht is opgevoed in een autoritair opvoedingssysteem? Mijn stelling is, dat deze persoon dan niet geschikt is voor het onderwijs, tenzij hij in zijn (Pabo-)opleiding alsnog de benodigde sociaal-emotionele vaardigheden verwerft.

Mogelijke combinaties

  1. autoritair opgevoede leerkracht en autoritair opgevoede leerling: een strenge en autoritaire leerkracht met een gehoorzame leerling zoals vóór de jaren zestig; de intellectuele kennis en vaardigheden kunnen adequaat overgedragen worden; er vindt weinig sociaal-emotionele ontwikkeling plaats; de autoriteit van de leerkracht geldt vooral in diens aanwezigheid; de leerling leert niet zelfstandig te werken, initiatief te nemen, creatief te denken, samen te werken en verantwoordelijkheid te dragen/te nemen; de leerling leert niet om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten; als de leerkracht een zwakke persoonlijkheid heeft kan de onderdrukte meerderheid van leerlingen als collectief in opstand komen waarbij veel tijd en energie verloren gaat aan machtsstrijd
  2. autoritair opgevoede leerkracht en sociaal-emotioneel vaardige leerling: chaos, up-via-down situatie, waarbij de leerkracht hoewel in naam de baas geen enkel gezag heeft en speelbal wordt van de leerling; er gaat veel tijd en energie verloren waarbij ontwikkeling van de leerling eerder ondanks dan dankzij de leerkracht tot stand komt
  3. sociaal-emotioneel vaardige leerkracht en autoritair opgevoede leerling: de leerkracht kan de leerling sociaal-emotionele vaardigheden aanleren; daarmee opent hij voor de leerling de weg tot meer zelfstandig werken, initiatief nemen, creatief denken, samenwerken, verantwoordelijkheid dragen/nemen en beter omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten; aldus levert hij een zeer belangrijke aanvulling op de opvoeding door de ouders; hij dient er echter rekening mee te houden dat de leerling daarmee in conflict kan/zal komen met zijn ouders; dus er is allerlei voorzorg en begeleiding nodig m.b.t. de ouders
  4. sociaal-emotioneel vaardige leerkracht en sociaal-emotioneel vaardige leerling; een ideale leersituatie waarbij nauwelijks tijd en energie verloren gaan aan relationele schermutselingen; al die tijd en energie kan besteed worden aan ontwikkeling; uiteindelijk zal het leerrendement van deze combinatie verreweg het hoogst zijn

Typeringsystemen en bijbehorende scholing

Net zoals het voor de leerkracht van groot belang is te weten volgens welk opvoedingssysteem de leerling is opgevoed, zo belangrijk is het ook het opvoedingssysteem van de aanstaande leerkracht op te sporen. Een typeringsysteem voor opvoedingsstijl en een systeem voor het in kaart brengen van sociaal-emotionele vaardigheden zouden als diagnostische instrumenten gehanteerd kunnen worden. Aanstaande leerkrachten die zelf zwak zijn in taal en rekenen kunnen worden bijgeschoold voordat ze voor de klas komen. Dat kan en zou ook moeten voor aanstaande leerkrachten met beperkte sociaal-emotionele vaardigheden als gevolg van een autoritaire opvoeding. Het verwerven van kennis en inzicht in het eigen functioneren is niet voldoende; het onder begeleiding aanleren van de benodigde sociaal-emotionele vaardigheden is noodzakelijk.

Onderwijs in conflicthantering (3) Onderwijsraad

ONDERWIJS IN CONFLICTHANTERING

M. de Winter (2011): “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”

Vredesonderwijs

Vredesonderwijs/educatie kennen we in Nederland al in vele vormen. Vaak is het zo dat kinderen leren hoe anderen met hun conflicten omgaan of zijn omgegaan en wat daar goed of fout aan is. Daarmee verwerven ze wel inzicht in conflicthantering, maar ontwikkelen nog niet de benodigde vaardigheden. De laatste jaren zijn er veel projecten en initiatieven op dit terrein, echter van wisselende kwaliteit, vaak zonder duidelijke coördinatie of afstemming en vaak zonder duidelijk resultaat. Essentieel is volgens mij kinderen te leren hoe ze door met elkaar te praten hun onderlinge conflicten zonder geweld kunnen oplossen. Op school worden vooral intellectuele vaardigheden aangeleerd zoals taal en rekenen. Mijn stelling is dat sociaal-emotionele scholing net zo noodzakelijk is als intellectuele scholing. Deze sociaal-emotionele scholing zou moeten bestaan uit het leren van:

  1. sociale regels
  2. sociaal-emotionele vaardigheden

1. Sociale regels

Je mag niet slaan, schoppen, schelden, wapens dragen, eigendommen stukmaken, pesten, vernederen, belachelijk maken, dreigen, intimideren, discrimineren, etc. onder het motto “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Sociale regels stellen en handhaven vormen volgens mij echter maar de helft van het verhaal, noodzakelijk maar niet voldoende. Zou het alleen bij corrigeren blijven, dan is er sprake van een autoritair systeem dat uitsluitend gehoorzaamheid aan de geboden en verboden eist. Kinderen leren dan wel gehoorzamen (vooral in aanwezigheid van de autoriteit), maar leren niet om op een andere manier met hun woede en frustratie om te gaan dan gewelddadig. Zodra ze zelf in een dominante positie komen, zullen ze ook alleen maar autoritaire regels aan anderen kunnen stellen en op hun beurt gehoorzaamheid eisen. Het is onacceptabel dat er leerkrachten zijn die zelf slecht zijn in taal en rekenen. Volgens mij is het even onacceptabel als leerkrachten sociaal-emotionele vaardigheden missen en aangewezen zijn op eenzijdig en verkrampt autoritair gedrag.

2. Sociaal-emotionele vaardigheden

Bij geweldloze conflicthantering zijn volgens mij de volgende sociaal-emotionele vaardigheden van belang:

  1. verwoorden van eigen opvattingen, gevoelens en wensen
  2. luisteren naar de opvattingen, gevoelens en wensen van de ander
  3. hanteren van tegenstellingen en conflicten
  4. sluiten van compromissen
  5. dragen van verantwoordelijkheid
  6. samenwerken

Ieder onderdeel vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende onderdeel.

a. verwoorden

Het leren van sociaal-emotionele vaardigheden begint met het mondig (assertief) maken van kinderen. Ze leren hun eigen mening onder woorden te brengen, ze leren in woorden uit te drukken wat ze voelen en ze leren te formuleren wat ze wel en wat ze niet willen. Het feit dat een kind zijn opvattingen, gevoelens en wensen mag uiten en dat er ook naar wordt geluisterd, geeft het kind de erkenning dat hij mag zijn zoals hij is. Dat geeft een kind een gevoel van eigenwaarde, het voedt het zelfvertrouwen en bouwt een gevoel van eigen identiteit op. Dat gebeurt allemaal niet of veel minder in autoritaire situaties waarin een kind vooral moet zwijgen, luisteren en gehoorzamen. Het kind ontwikkelt zich dan tot een soort kopie van zijn gebieder.

b. luisteren

Als je wil dat een ander aandacht heeft voor jou dan zul je ook de ander dat respect moeten betuigen. Door te luisteren kun je ontdekken dat de ander overeenkomsten met jou vertoont, of je kunt leren dat je tegen bepaalde zaken ook op een andere manier kunt aankijken, of dat het mogelijk is bepaalde gevoelens juist wel met anderen te delen. Je kunt leren daar je waardering over uit te spreken en de ander een compliment te geven. Je kunt ontdekken dat je ongelijk had of dat wat je wil, onmogelijk is. Voor leren toegeven en ongelijk bekennen is het noodzakelijk goed naar de argumenten van anderen te luisteren. Door te luisteren kun je ook ontdekken dat de ander opvattingen, gevoelens of wensen heeft die je onacceptabel vindt. Als je het contact met die ander wil voortzetten, zul je een manier moeten vinden om met die tegenstellingen om te gaan.

c. hanteren van tegenstellingen en conflicten

Als een ander zich op een onacceptabele manier gedraagt of onacceptabele dingen zegt, is het zaak daar niet met fysiek of verbaal geweld op te reageren, maar onder woorden te brengen waar je het niet mee eens bent en wat je niet bevalt in het gedrag en de houding van de ander. Het is belangrijk bij conflicten onderscheid te maken in inhoudelijke aspecten en relationele aspecten (bejegening). Bijvoorbeeld, als de ander tegen je zegt: “Ik wil dat jij de deur dicht doet”, kun je daarop op twee manieren antwoorden, inhoudelijk of relationeel. Je kunt antwoorden, dat het juist lekker koel is de deur open te laten (inhoudelijke reactie). Je kunt ook antwoorden dat je het niet prettig vindt gecommandeerd te worden (relationele reactie). Inhoudelijk reageren is makkelijker, omdat de inhoud al in woorden is gegeven. Commentaar geven op bejegening (metacommunicatie) is relatief moeilijk, omdat je woorden moet zoeken voor het onprettige gevoel dat de ander bij je teweeg heeft gebracht, niet door de inhoud van zijn woorden, maar door een neerbuigende intonatie, dwingende gebaren en een bevelende woordkeuze. Als je de ander aanspreekt op zijn manier van bejegening en als de ander prijs stelt op goede voortzetting van het contact, zal hij misschien zijn excuses aanbieden voor zijn houding en in het vervolg zich op een meer gelijkwaardige manier tegen je gedragen door iets te vragen in plaats van te bevelen. Er kunnen vervolgens situaties bestaan waarin twee mensen elkaar met alle respect bejegenen, maar inhoudelijk gezien het volstrekt met elkaar oneens blijven, zelfs nadat ze zorgvuldig kennis hebben genomen van elkaars argumenten. Je kunt dan definitief afscheid van elkaar nemen, maar zult iets onderling moeten regelen als je samen verder wilt, of als er maar één besluit kan worden genomen.

d. compromissen sluiten

Bij tegenstellingen en conflicten kunnen op verschillende manieren compromissen worden gesloten die voortgang in de relatie mogelijk maken: -Afspreken dat vandaag gebeurt wat de een wil en morgen wat de ander wil. -Bij meerdere tegenstellingen een soort uitruil doen, waarbij de een zijn zin krijgt in dit onderwerp en de ander in dat onderwerp. -Besluiten dat elk voor zijn tweede optie kiest (second best), als men het daar toevallig wel over eens is. -Afspreken dat als je toegeeft aan de ander, die ander extra diensten of goederen levert ter compensatie. -De tegenstelling laten rusten, omdat die niet belangrijk genoeg is binnen de relatie. Hoever je wil gaan in het sluiten van compromissen, hangt af van de mate waarin je voortgang van de relatie wenst.

e. verantwoordelijkheid dragen

Het is belangrijk dat kinderen zelf onderlinge afspraken maken over ruzie maken en pesten. Omdat ze zelf de regels hebben gemaakt en samen hebben afgesproken zich eraan te houden, kunnen ze er elkaar ook op aanspreken en elkaar corrigeren. Omdat de leerlingen de regels als van henzelf ervaren, voelen ze zich er ook aan gecommitteerd; het zijn regels die ze zelf willen en niet regels die ze door de leerkracht opgelegd hebben gekregen. In een autoritaire opvoedingssituatie blijft de verantwoordelijkheid grotendeels bij de leerkracht; de leerlingen voelen zich niet zelf verantwoordelijk en zijn zonder leerkracht ook minder goed in staat zelfstandig die verantwoordelijkheid te nemen.

f. samenwerken

Het is belangrijk dat kinderen niet alleen leren goede prestaties te leveren en in competitie leren het beste uit zichzelf te halen, maar ook kennismaken met de meerwaarde van samenwerken boven individuele inspanningen. Het al jong oefenen in de klas maakt kinderen vaardig voor sociaal functioneren in groepen en werken in teamverband. Ze leren tegenstellingen te overwinnen en leren tot gezamenlijke doelstellingen te geraken en tot gezamenlijke afspraken over taakverdeling; ze leren verantwoordelijk te zijn voor een gezamenlijk resultaat. Het project “de Vreedzame School” –inmiddels op ruim 400 scholen in Nederland omarmd- is een goed voorbeeld van hoe kinderen leren zelf of met hulp van mediatie hun onderlinge conflicten op te lossen; kinderen worden vertrouwd gemaakt met een vredescultuur en opgevoed tot democratisch burgerschap. Voor geweldloze conflicthantering zijn sociaal-emotioneel vaardige mensen nodig die de kunst van het constructief ruzie maken beheersen.

Leerkrachten

Bovenstaande vormt een raamwerk voor een curriculum voor leerkrachten. Ik pleit niet voor aparte leerkrachten voor het vak “geweldloze conflicthantering” of “vredeseducatie” of “burgerschapsvorming”. Het enerzijds zelf aanleren en anderzijds leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden zouden verplichte onderdelen moeten zijn voor elke opleiding tot leerkracht. In de praktijk zijn er te veel leerkrachten met onvoldoende sociaal-emotionele vaardigheden. Daardoor gaan veel tijd en energie verloren aan chaotisch, agressief en non-coöperatief gedrag met eindeloos waarschuwen, corrigeren, schreeuwen en straffen, terwijl die zelfde tijd en energie aan nuttige zaken kunnen worden besteed door een sociaal-emotioneel vaardige leerkracht. Het resultaat is: betere leerprestaties, onderlinge relaties en burgervaardigheden, meer zelfvertrouwen, coöperatief gedrag, etc. Op maatschappelijk niveau is het resultaat: betere, meer assertieve, sociaal betrokken burgers, een efficiënter onderwijssysteem met een hoger rendement en met meer kwaliteit, aanzienlijk minder kosten door minder gedragsproblemen en sociale spanningen voor politie, justitie en gezondheidszorg. En hopelijk op internationaal niveau te zijner tijd minder gewapende conflicten. Het aanleren van voldoende taal- en rekenvaardigheden kan niet alleen aan de ouders worden overgelaten, omdat sommige ouders dat wel goed kunnen maar veel andere ouders niet; vanwege het maatschappelijk belang van deze vaardigheden zijn deze taken daarom aan het onderwijssysteem toevertrouwd. Sommige ouders zijn sociaal-emotioneel vaardig, veel andere ouders niet. Om die reden zou het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden ook aan het onderwijssysteem moeten worden toevertrouwd. Het bijbrengen van kennis en inzicht op dit gebied is onvoldoende; de implementatie in de praktijk door het daadwerkelijk zelf aanleren en praktisch leren toepassen van de benodigde sociaal-emotionele vaardigheden is essentieel. Maar dan moeten er door de opleiding van de leerkrachten wel garanties worden gegenereerd dat de leerkrachten daartoe ook goed in staat zijn, want zij hebben het ook niet allemaal van huis uit meegekregen. John Zant Geachte heer Zant, hierbij de reactie van Adrie van der Rest op uw mail: Geachte heer Zant, Helaas was ik door drukke werkzaamheden niet eerder in de gelegenheid u te antwoorden. Excuses daarvoor. Ik kan u melden dat ik na ons gesprek uw contactgegevens heb door gegeven aan onze projectleider. Zij zal, indien zij daar aanleiding toe ziet contact met u opnemen. U wordt niet opgenomen in een projectgroep van de Onderwijsraad o.i.d. Dat is simpelweg niet de werkwijze van de raad. Wel gebeurt het dat bij de voorbereiding van een advies externe deskundigen worden geconsulteerd. In deze zin bedoel ik dat de projectleider mogelijk met u contact opneemt. Ik hoop hiermee u voldoende geïnformeerd te hebben en een mogelijk misverstand uit de wereld geholpen te hebben.

Met vriendelijke groet,

Adrie van der Rest
Onderwijsraad
drs. Maria Gresnigt-Bakx
Hoofd Algemene Zaken

Geachte heer Zant,
Dank voor uw mailbericht.
Uw artikel heeft mij en – nog belangrijker- de projectleider van het advies over burgerschapsonderwijs zeker bereikt.
Een nader gesprek hierover staat mijn agenda niet toe. Maar wees ervan verzekerd dat er binnen de Onderwijsraad kennis is genomen van uw visie, mede door het gesprek dat u met de heer Van de Rest gevoerd heeft.
Met vriendelijke groet,
Geert ten Dam
Geachte Prof. ten Dam,
Uw collega Mw. Tonkens verwees mij in onze e-mailwisseling naar u (zie bijlage)
U bent hoogleraar onderwijskunde en voorzitter van de Onderwijsraad.
Voor het eerste kwartaal van 2012 las ik dat de Onderwijsraad zich ten doel heeft gesteld de minister te adviseren over de wijze waarop scholen in brede zin ondersteund zouden kunnen worden in hun vormgeving van burgerschap en hoe burgerschapsonderwijs in het verlengde daarvan van bruikbare instrumenten kan worden voorzien. Het gaat daarbij om een kennisdeel en om attitudevorming. Mijn stelling is dat kennis- en attitudevorming niet zonder het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden kunnen. Daarover heb ik bijgevoegd artikel geschreven dat ik in november 2011 reeds met Adrie van der Rest mocht bespreken ten huize van de Onderwijsraad. Hij stemde in met de uitgangspunten. Ik weet echter niet in hoeverre u het artikel ook onder ogen hebt gekregen.
Het structureel aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden is mijns inziens net zo essentieel als het structureel aanleren van taal- en rekenvaardigheden op school. Aangezien een groot deel van de leerkrachten zelf over onvoldoende sociaal-emotionele vaardigheden beschikt, lijkt het mij noodzakelijk dat op de PABO’s structureel sociaal-emotionele vaardigheden aan toekomstige leerkrachten worden aangeleerd en tevens wordt aangeleerd hoe die te doceren.
Het structureel aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden door leerlingen en leerkrachten is mijns inziens noodzakelijk voor succesvolle burgerschapsvorming en burgerschapsonderwijs.
Gaarne zou ik met u, en eventueel met Mw. Tonkens, hierover nader van gedachten willen wisselen.
Met vriendelijke groet,
John Zant

Geachte John Zant

Hartelijk dank voor uw bijdrage over burgerschapsvorming; het lijken me allemaal relevante aspecten; interessant om deze te leggen naast andere voorstellen op dit vlak bijvoorbeeld van Geert ten Dam ea. Van gedachten wisselen is zeker interessant maar omdat ik het erg druk heb, moet ik dat beperken tot situaties waar een (gezamenlijke) actie beoogd is;

Met vriendelijke groet
Evelien Tonkens

Geachte Prof. Tonkens,

In het kader van burgerschapsvorming en actief burgerschap wil ik bij deze mijn bijdrage leveren. Graag zou ik met u hierover nader van gedachten willen wisselen. Ik hoor graag van u.

Met vriendelijke groet,
John Zant

Onderwijs in conflicthantering (2)

M. de Winter (2011): “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” Vredesonderwijs Vredesonderwijs/educatie kennen we in Nederland al in vele vormen. Vaak is het zo dat kinderen leren hoe anderen met hun conflicten omgaan of zijn omgegaan en wat daar goed of fout aan is. Daarmee verwerven ze wel inzicht in conflicthantering, maar ontwikkelen nog niet de benodigde vaardigheden. Essentieel is volgens mij kinderen te leren hoe ze door met elkaar te praten hun onderlinge conflicten zonder geweld kunnen oplossen. Op school worden vooral intellectuele vaardigheden aangeleerd zoals taal en rekenen. Mijn stelling is dat sociaal-emotionele scholing net zo noodzakelijk is als intellectuele scholing. Die zou moeten bestaan uit het leren van:

  1. sociale regels
  2. sociaal-emotionele vaardigheden

1. Sociale regels Je mag niet slaan, schoppen, schelden, wapens dragen, eigendommen stukmaken, pesten, vernederen, belachelijk maken, dreigen, intimideren, discrimineren, etc. onder het motto “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Sociale regels stellen en handhaven vormen volgens mij echter maar de helft van het verhaal, noodzakelijk maar niet voldoende. Zou het alleen bij corrigeren blijven, dan is er sprake van een autoritair systeem dat uitsluitend gehoorzaamheid aan de geboden en verboden eist. Kinderen leren dan wel gehoorzamen (vooral in aanwezigheid van de autoriteit), maar leren niet om op een andere manier met hun woede en frustratie om te gaan dan gewelddadig. Zodra ze zelf in een dominante positie komen, zullen ze ook alleen maar autoritaire regels aan anderen kunnen stellen en op hun beurt gehoorzaamheid eisen. Het is onacceptabel dat er leerkrachten zijn die zelf slecht zijn in taal en rekenen. Volgens mij is het even onacceptabel als leerkrachten sociaal-emotionele vaardigheden missen en aangewezen zijn op eenzijdig en verkrampt autoritair gedrag. 2. Sociaal-emotionele vaardigheden Bij geweldloze conflicthantering zijn volgens mij de volgende sociaal-emotionele vaardigheden van belang:

  1. verwoorden van eigen opvattingen, gevoelens en wensen
  2. luisteren naar de opvattingen, gevoelens en wensen van de ander
  3. hanteren van tegenstellingen en conflicten
  4. sluiten van compromissen
  5. dragen van verantwoordelijkheid
  6. samenwerken

Ieder onderdeel vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende onderdeel. a. verwoorden Het leren van sociaal-emotionele vaardigheden begint met het mondig (assertief) maken van kinderen. Ze leren hun eigen mening onder woorden te brengen, ze leren in woorden uit te drukken wat ze voelen en ze leren te formuleren wat ze wel en wat ze niet willen. Het feit dat een kind zijn opvattingen, gevoelens en wensen mag uiten en dat er ook naar wordt geluisterd, geeft het kind de erkenning dat hij mag zijn zoals hij is. Dat geeft een kind een gevoel van eigenwaarde, het voedt het zelfvertrouwen en bouwt een gevoel van eigen identiteit op. Dat gebeurt allemaal niet of veel minder in autoritaire situaties waarin een kind vooral moet zwijgen, luisteren en gehoorzamen. Het kind ontwikkelt zich dan tot een soort kopie van zijn gebieder. b. luisteren Als je wil dat een ander aandacht heeft voor jou dan zul je ook de ander dat respect moeten betuigen. Door te luisteren kun je ontdekken dat de ander overeenkomsten met jou vertoont, of je kunt leren dat je tegen bepaalde zaken ook op een andere manier kunt aankijken, of dat het mogelijk is bepaalde gevoelens juist wel met anderen te delen. Je kunt leren daar je waardering over uit te spreken en de ander een compliment te geven. Je kunt ontdekken dat je ongelijk had of dat wat je wil, onmogelijk is. Voor leren toegeven en ongelijk bekennen is het noodzakelijk goed naar de argumenten van anderen te luisteren. Door te luisteren kun je ook ontdekken dat de ander opvattingen, gevoelens of wensen heeft die je onacceptabel vindt. Als je het contact met die ander wil voortzetten, zul je een manier moeten vinden om met die tegenstellingen om te gaan. c. hanteren van tegenstellingen en conflicten Als een ander zich op een onacceptabele manier gedraagt of onacceptabele dingen zegt, is het zaak daar niet met fysiek of verbaal geweld op te reageren, maar onder woorden te brengen waar je het niet mee eens bent en wat je niet bevalt in het gedrag en de houding van de ander. Het is belangrijk bij conflicten onderscheid te maken in inhoudelijke aspecten en relationele aspecten (bejegening). Bijvoorbeeld, als de ander tegen je zegt: “Ik wil dat jij de deur dicht doet”, kun je daarop op twee manieren antwoorden, inhoudelijk of relationeel. Je kunt antwoorden, dat het juist lekker koel is de deur open te laten (inhoudelijke reactie). Je kunt ook antwoorden dat je het niet prettig vindt gecommandeerd te worden (relationele reactie). Inhoudelijk reageren is makkelijker, omdat de inhoud al in woorden is gegeven. Commentaar geven op bejegening (metacommunicatie) is relatief moeilijk, omdat je woorden moet zoeken voor het onprettige gevoel dat de ander bij je teweeg heeft gebracht, niet door de inhoud van zijn woorden, maar door een neerbuigende intonatie, dwingende gebaren en een bevelende woordkeuze. Als je de ander aanspreekt op zijn manier van bejegening en als de ander prijs stelt op goede voortzetting van het contact, zal hij misschien zijn excuses aanbieden voor zijn houding en in het vervolg zich op een meer gelijkwaardige manier tegen je gedragen door iets te vragen in plaats van te bevelen. Er kunnen vervolgens situaties bestaan waarin twee mensen elkaar met alle respect bejegenen, maar inhoudelijk gezien het volstrekt met elkaar oneens blijven, zelfs nadat ze zorgvuldig kennis hebben genomen van elkaars argumenten. Je kunt dan definitief afscheid van elkaar nemen, maar zult iets onderling moeten regelen als je samen verder wilt, of als er maar één besluit kan worden genomen. d. compromissen sluiten Bij tegenstellingen en conflicten kunnen op verschillende manieren compromissen worden gesloten die voortgang in de relatie mogelijk maken: -Afspreken dat vandaag gebeurt wat de een wil en morgen wat de ander wil. -Bij meerdere tegenstellingen een soort uitruil doen, waarbij de een zijn zin krijgt in dit onderwerp en de ander in dat onderwerp. -Besluiten dat elk voor zijn tweede optie kiest (second best), als men het daar toevallig wel over eens is. -Afspreken dat als je toegeeft aan de ander, die ander extra diensten of goederen levert ter compensatie. -De tegenstelling laten rusten, omdat die niet belangrijk genoeg is binnen de relatie. Hoever je wil gaan in het sluiten van compromissen, hangt af van de mate waarin je voortgang van de relatie wenst. e. verantwoordelijkheid dragen Het is belangrijk dat kinderen zelf onderlinge afspraken maken over ruzie maken en pesten. Omdat ze zelf de regels hebben gemaakt en samen hebben afgesproken zich eraan te houden, kunnen ze er elkaar ook op aanspreken en elkaar corrigeren. Omdat de leerlingen de regels als van henzelf ervaren, voelen ze zich er ook aan gecommitteerd; het zijn regels die ze zelf willen en niet regels die ze door de leerkracht opgelegd hebben gekregen. In een autoritaire opvoedingssituatie blijft de verantwoordelijkheid grotendeels bij de leerkracht; de leerlingen voelen zich niet zelf verantwoordelijk en zijn zonder leerkracht ook minder goed in staat zelfstandig die verantwoordelijkheid te nemen. f. samenwerken Het is belangrijk dat kinderen niet alleen leren goede prestaties te leveren en in competitie leren het beste uit zichzelf te halen, maar ook kennismaken met de meerwaarde van samenwerken boven individuele inspanningen. Het al jong oefenen in de klas maakt kinderen vaardig voor sociaal functioneren in groepen en werken in teamverband. Ze leren tegenstellingen te overwinnen en leren tot gezamenlijke doelstellingen te geraken en tot gezamenlijke afspraken over taakverdeling; ze leren verantwoordelijk te zijn voor een gezamenlijk resultaat. Het project “de Vreedzame School” –inmiddels op 400 scholen in Nederland omarmd- is een goed voorbeeld van hoe kinderen leren zelf of met hulp van mediatie hun onderlinge conflicten op te lossen; kinderen worden vertrouwd gemaakt met een vredescultuur en opgevoed tot democratisch burgerschap. Besluit Bovenstaande vormt een raamwerk voor een curriculum voor leerkrachten. Ik pleit niet voor aparte leerkrachten voor het vak “geweldloze conflicthantering” of “vredeseducatie”. Het enerzijds zelf leren en anderzijds leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden zouden verplichte onderdelen moeten zijn voor elke opleiding tot leerkracht. Voor geweldloze conflicthantering zijn sociaal-emotioneel vaardige mensen nodig die de kunst van het constructief ruzie maken beheersen. John Zant Dit is een verkorte versie van een eerder gepubliceerd artikel op deze website. Deze verkorte versie is gepubliceerd in: Vredesmagazine, jaargang 4, nummer 3, 2011, p 8-9. Van: Rein Heijne (Huis van Erasmus) Aan: Theo Nuijten (Humanistisch Vredes Beraad) Datum: 3-10-2011 Beste Theo, Zoals je misschien weet had Huis van Erasmus een studiebijeenkomst op 21 september (Internationale Dag van de Vrede) over de Vreedzame School gepland. In samenwerking met het Nationaal Onderwijsmuseum (NOM) en de CED groep/Eduniek. Ondanks de gebleken belangstelling moesten wij deze bijeenkomst helaas afgelasten, daar wij de financiën ervoor niet rond kregen; de aangevraagde subsidies werden op het laatste moment afgewezen. Met onze samenwerkingspartners werd afgesproken om de mogelijkheid open te houden om deze bijeenkomst in een later stadium (februari/maart 2012) alsnog uit te voeren. Na het lezen van het uitstekende artikel van John Zant in het Vredesmagazine (nr.3-2011) over geweldloze conflicthantering, bedacht ik of het HVB misschien mogelijkheden ziet om ons te ondersteunen en mee te werken aan de uitvoering van een bijeenkomst over de Vreedzame School. Per slot van rekening is het HVB één van de medeoprichters van Huis van Erasmus. Wanneer jij en het HVB-bestuur hiertoe kans zien, kunnen wij in gezamenlijk overleg hierover nadere afspraken maken. Ik kijk uit naar jouw reactie. Vriendelijke groet, Rein PS. Graag wijs ik hierbij ook nog even op de recente uitgave van de tweede druk van het leerwerkschrift van Erasmus voor de Klas (voor basis- en voortgezet onderwijs).

Onderwijs in conflicthantering

ONDERWIJS IN CONFLICTHANTERING (1) Vredesonderwijs Vredesonderwijs kan vanuit vele invalshoeken worden opgezet: vanuit historische en actuele wereldconflicten, vanuit vredesinstellingen zoals de Verenigde Naties, vanuit belangrijke personen zoals Gandhi of Mandela, vanuit discriminatie, etc. Hierbij leren kinderen hoe anderen met hun conflicten omgaan of zijn omgegaan. Het voornaamste doel van vredesonderwijs is volgens mij echter kinderen te leren hoe ze door met elkaar te praten hun eigen conflicten met iemand anders zonder geweld kunnen oplossen in plaats van het doordrukken van het eigen gelijk met behulp van slaan, schoppen, schelden, dreigen of vernederen. Worden we het eens of blijven we het oneens? Door met elkaar te praten ziet één van beiden in dat hij ongelijk heeft en geeft dat toe, of er blijkt sprake van een misverstand, of van een ongelukkige samenloop van omstandigheden; beiden kunnen met een gelijk standpunt verder. Als het niet mogelijk blijkt het conflict op te lossen, is het zaak het conflict zonder gebruik van geweld te leren hanteren, in die zin, dat de tegenstelling blijft bestaan, maar dat je ermee leert omgaan dat de ander iets anders vindt, denkt, doet of wil dan jij. Dat noemen we dan respect hebben in de zin dat je respect hebt voor het anders zijn van de ander, in tegenstelling tot respect eisen door van de ander te eisen net zo te denken, handelen en streven als jij. Leren omgaan met een tegenstelling tussen jou en een ander kan het volgende inhouden:

  1. Door met elkaar te praten kun je leren dat in het standpunt van de ander ook iets redelijks zit, een andere vorm van redelijkheid dan die aan je eigen standpunt ten grondslag ligt. Hiermee leer je je oriëntatie op de werkelijkheid, je beleving van wat waar is, te verbreden. Je leert je eigen voor absoluut gehouden waarheid relativeren.
  2. Je stelt vast dat jouw standpunt en het standpunt van de ander onverenigbaar zijn, maar accepteert en tolereert dat als een gegeven en leert op realistische wijze een compromis of modus te zoeken om ondanks tegenstellingen in standpunten met elkaar verder te kunnen zonder dat de tegenstelling het contact domineert.

Tja, de theorie is mooi! Water naar de zee dragen? Waar begin je aan als leerkracht die vredesonderwijs wil geven? -Sommige kinderen moeten thuis alleen maar gehoorzaam zijn; een eigen mening wordt niet op prijs gesteld en als je die toch geeft, kun je een klap voor je kop krijgen. Praten over conflicten is er thuis niet bij. -Tijdens godsdienstles wordt verteld dat God/Allah liefde is, terwijl in de geschiedenisles kruistochten tegen de heidenen en de jihad tegen de ongelovigen worden gerechtvaardigd. -Ons volkslied gewaagt van vechten tot in de dood voor het vaderland; over de Verenigde Naties en over internationaal recht wordt niet gerept. -In ons tweede volkslied wordt Piet Hein bezongen, de zeeheld die ons de zilvervloot heeft bezorgd. Als een buitenlandse zeeheld onze zilvervloot zou veroveren, zouden we hem een ordinaire zeerover noemen. -Onze nationale voetbaltrots Oranje wordt bejubeld ondanks bruut en onsportief gedrag. Volgens de commentator heet een doorgebroken speler neerleggen een logische en professionele overtreding; de overtreder kon niet anders. -Het Nederlandse leger wordt op Vredesmissie gestuurd en heeft de dood van onschuldige burgers, waaronder vrouwen en kinderen, op zijn geweten. -Onze minister-president prijst de VOC-mentaliteit in de wetenschap dat de VOC bijvoorbeeld de bevolking van Banda heeft uitgemoord om zich meester te maken van de nootmuskaatplantages, concurrerende landen als Engeland en Portugal gewapenderhand heeft verdreven, en zijn rijkdom heeft verworven door het roven van producten uit andere landen, door gebruik te maken van slaven en door het monopolie op de handel in opium; een betere definitie van de maffia is niet te geven. -Onze democratische politieke partijen en onze onafhankelijke journalisten menen negatief gedrag van mensen te moeten verbinden met hun religie en etniciteit in plaats van met hun sociaal-economische omstandigheden, misschien in een poging een racistische partij die veel steun trekt, de wind uit de zeilen te nemen, of misschien vanuit hun eigen racistische neigingen. Dit zijn dan onze rolmodellen. Probeer daar als leerkracht vredesonderwijs maar eens tegenwicht aan te bieden! Vredesonderwijs op iedere school in iedere klas Op school worden vooral intellectuele vaardigheden aangeleerd: taal, rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, godsdienst/maatschappijleer. Al vroeg hebben beleidsmakers ingezien dat voor iedere school en iedere klas ook lichamelijke opvoeding nodig is. Zelfs opvoeding in creatieve vaardigheden heeft in veel scholen ingang gevonden. Mijn stelling is dat sociaal-emotionele scholing net zo noodzakelijk is als intellectuele scholing. Die zou moeten bestaan uit het leren van:

  1. sociale regels
  2. sociaal-emotionele vaardigheden

Dit zijn volgens mij noodzakelijke ingrediënten voor vredesonderwijs waarin kinderen leren hun conflicten met anderen zonder gebruik van geweld te hanteren of op te lossen. Sociale regels: geboden en verboden Je mag niet slaan, schoppen, schelden, wapens dragen, eigendommen stukmaken, pesten, vernederen, belachelijk maken, dreigen, intimideren, discrimineren, etc. onder het motto “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Bij overtreding van deze sociale regels volgen sancties die eenduidig en voor ieder gelijk zijn. Het is zaak hierbij alert en consequent te corrigeren en zo nodig preventief in te grijpen, zodat kinderen leren dat ze met zulk gedrag niet weg kunnen komen, zelfs niet stiekem. Sociale regels stellen en handhaven vormen volgens mij echter maar de helft van het verhaal, noodzakelijk maar niet voldoende. Je zult je als opvoeder ook moeten verdiepen in de motieven en emoties van het kind dat zich gewelddadig gedraagt. Als je de achtergrond van het gewelddadig gedrag beter begrijpt, zul je toekomstig geweld beter kunnen voorkomen. Zou het alleen bij corrigeren blijven, dan is er sprake van een autoritair systeem dat uitsluitend gehoorzaamheid aan de geboden en verboden eist. Kinderen leren dan wel gehoorzamen (vooral in aanwezigheid van de autoriteit), maar leren niet om op een andere manier met hun woede en frustratie om te gaan dan gewelddadig. Zodra ze zelf in een dominante positie komen, zullen ze ook alleen maar autoritaire regels aan anderen kunnen stellen en op hun beurt gehoorzaamheid eisen. Als je als kind ergens boos over bent en je ouders vragen niet wat je zo boos maakt, maar eisen dat je je rustig houdt en je brutale mond dicht houdt; als je ouders je niet leren je emoties te uiten en erover te praten, kun je als je boos bent niet anders dan uit pure machteloze woede fysiek en verbaal exploderen. Veel ouders maar ook veel leerkrachten hebben zelf moeite met het uiten van en praten over hun emoties en zijn daardoor ook minder goed in staat het emotionele gedrag van hun kinderen te hanteren. Zij zijn het juist die vervallen tot autoritair gedrag met louter geboden en verboden. Een goede leerkracht is niet alleen goed in het aanleren van intellectuele vaardigheden, maar is ook goed in het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden. Het is onacceptabel dat er leerkrachten zijn die zelf slecht zijn in taal en rekenen. Volgens mij is het even onacceptabel als leerkrachten sociaal-emotionele vaardigheden missen en aangewezen zijn op eenzijdig en verkrampt autoritair gedrag. ONDERWIJS IN CONFLICTHANTERING (2) Sociaal-emotionele vaardigheden Bij geweldloze conflicthantering zijn volgens mij de volgende sociaal-emotionele vaardigheden van belang:

  1. het kunnen verwoorden van eigen opvattingen, gevoelens en wensen
  2. het kunnen luisteren naar de opvattingen, gevoelens en wensen van de ander
  3. het kunnen hanteren van conflicten
  4. het kunnen sluiten van compromissen
  5. het kunnen dragen van verantwoordelijkheid
  6. het kunnen samenwerken

Je zou daarbij kunnen zeggen dat ieder onderdeel een noodzakelijke voorwaarde vormt voor het volgende onderdeel. Verwoorden Het leren van sociaal-emotionele vaardigheden begint met het mondig (assertief) maken van kinderen. Ze leren hun eigen mening onder woorden te brengen, ze leren in woorden uit te drukken wat ze voelen en ze leren te formuleren wat ze wel en wat ze niet willen. Het feit dat een kind zijn meningen, gevoelens en wensen mag uiten en dat er ook naar wordt geluisterd, geeft het kind de erkenning dat hij mag zijn zoals hij is (ook al heeft een ander andere meningen, gevoelens en wensen, waar hij op zijn beurt rekening mee moet leren houden). Dat geeft een kind een gevoel van eigenwaarde, het voedt het zelfvertrouwen en bouwt een gevoel van eigen identiteit op. Dat gebeurt allemaal niet of veel minder in autoritaire situaties waarin een kind vooral moet zwijgen, luisteren en gehoorzamen. Het kind ontwikkelt zich dan tot een soort kopie van zijn gebieder. Luisteren De volgende stap is dat een kind leert luisteren naar een ander kind als die zijn meningen, gevoelens en wensen naar voren brengt. Als je wil dat een ander aandacht heeft voor jouw meningen, gevoelens en wensen en als je wil dat daar respectvol mee wordt omgegaan, dan zul je dat respect ook de ander moeten betuigen als die probeert zijn persoonlijke roerselen te uiten. Door te luisteren kun je ontdekken dat de ander overeenkomsten met jou vertoont, of je kunt leren dat je tegen bepaalde zaken ook op een andere manier kunt aankijken, of dat het mogelijk is bepaalde gevoelens juist wel met anderen te delen. En je kunt leren daar je waardering over uit te spreken en leren de ander daarvoor een compliment te geven. Je kunt ontdekken dat je ongelijk had of dat wat je wil, onmogelijk is. Voor leren toegeven en ongelijk bekennen is het noodzakelijk goed naar de argumenten van anderen te luisteren. Door te luisteren kun je ook ontdekken dat de ander opvattingen, gevoelens of wensen heeft die je onacceptabel vindt. Als je het contact met die ander wil voortzetten, zul je een manier moeten vinden om met die tegenstellingen om te gaan. Hanteren van conflicten Als een ander zich op een onacceptabele manier gedraagt of onacceptabele dingen zegt, is het zaak daar niet met fysiek of verbaal geweld op te reageren, maar onder woorden te brengen waar je het niet mee eens bent en wat je niet bevalt in het gedrag en de houding van de ander. Het is belangrijk bij conflicten onderscheid te maken in inhoudelijke aspecten en relationele aspecten (bejegening). Bijvoorbeeld, als de ander tegen je zegt: “Ik wil dat jij de deur dicht doet”, kun je daarop op twee manieren antwoorden, inhoudelijk of relationeel. Je kunt antwoorden, dat het juist lekker koel is de deur open te laten (inhoudelijke reactie). Je kunt ook antwoorden dat je het niet prettig vindt gecommandeerd te worden (relationele reactie). De ander had ook kunnen zeggen: “Zou je de deur willen dichtdoen?” Dit is een verzoek op basis van gelijkwaardigheid en geen bevel tegen een vermeende ondergeschikte. Praten over hoe je je behandeld voelt door de ander, praten over bejegening, wordt ook wel metacommunicatie genoemd in tegenstelling tot communicatie over de inhoud van wat er gezegd is. Inhoudelijk reageren is makkelijker, omdat de inhoud al in woorden is gegeven. Metacommunicatie is relatief moeilijk, omdat je woorden moet zoeken voor het onprettige gevoel dat de ander bij je teweeg heeft gebracht, niet door de inhoud van zijn woorden, maar door een neerbuigende intonatie, dwingende gebaren en een bevelende woordkeuze. Als je de ander aanspreekt op zijn manier van bejegening en als de ander prijs stelt op goede voortzetting van het contact, zal hij misschien zijn excuses aanbieden voor zijn houding en in het vervolg zich op een meer gelijkwaardige manier tegen je gedragen door iets te vragen in plaats van te bevelen. Er kunnen vervolgens situaties bestaan waarin twee mensen elkaar met alle respect bejegenen, maar inhoudelijk gezien het volstrekt met elkaar oneens blijven, zelfs nadat ze zorgvuldig kennis hebben genomen van elkaars argumenten. Je kunt dan definitief afscheid van elkaar nemen, maar zult iets onderling moeten regelen als je samen verder wilt, of als er maar één besluit kan worden genomen. Compromissen sluiten Als de fase van elkaar met argumenten proberen over te halen van standpunt te veranderen voorbij is en van beide kanten is besloten de relatie voort te zetten, kunnen er op verschillende manieren compromissen worden gesloten die voortgang in de relatie mogelijk maken. -Je kunt met elkaar afspreken dat vandaag gebeurt wat de een wil en morgen wat de ander wil. -Je kunt bij meerdere tegenstellingen een soort uitruil doen, waarbij de een zijn zin krijgt in dit onderwerp en de ander in dat onderwerp. -Je kunt ook besluiten dat elk voor zijn tweede optie kiest (second best), als men het daar toevallig wel over eens is. -Je kunt afspreken dat als je toegeeft aan de ander, die ander extra diensten of goederen levert ter compensatie. -Je kunt de tegenstelling laten rusten, omdat die niet belangrijk genoeg is binnen de relatie. Hoever je wilt gaan in het sluiten van compromissen, hangt af van de mate waarin je voortgang van de relatie wenst. Verantwoordelijkheid dragen Het aanleren van geweldloze conflicthantering moet natuurlijk niet het verhaal van de leerkracht blijven waar leerlingen welwillend naar luisteren. Het is belangrijk dat ze zelf met de aangedragen regels en principes aan de slag gaan. Zo is er een school in Montfoort waar leerlingen aan het begin van het schooljaar zelf afspraken maken over ruzie maken en pesten (bron: International Fellowship Of Reconciliation (IFOR), J. Poort-van Eeden). Omdat ze zelf de regels hebben gemaakt en samen hebben afgesproken zich eraan te houden, kunnen ze er elkaar ook op aanspreken en elkaar corrigeren. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor het nakomen van de afgesproken regels. Omdat de leerlingen de regels als van henzelf ervaren, voelen ze zich er ook aan gecommitteerd. Het zijn regels die ze zelf willen en niet regels die ze door de leerkracht opgelegd hebben gekregen. In een autoritaire opvoedingssituatie blijft de verantwoordelijkheid meestal uitsluitend bij de leerkracht; de leerlingen voelen zich niet zelf verantwoordelijk en zijn zonder leerkracht ook minder goed in staat zelfstandig die verantwoordelijkheid te nemen. Samenwerken Onze maatschappij is sterk gericht op concurrentie, competitie en prestatie. Op zich is daar niks mis mee. Het kan een mens boven zichzelf uit doen stijgen, helpen zijn grenzen te verleggen en mogelijkheden te vergroten. Voorwaarde is wel, dat er eerlijke regels zijn en men niet zijn macht misbruikt ten koste van anderen. In de praktijk van de vrije markt wordt deze voorwaarde nog al eens veronachtzaamd of terzijde geschoven. De wil om te winnen en de beste te zijn is soms zo overheersend dat de regels worden genegeerd; in dat geval krijg je valse concurrentie en competitie, en winst ten koste van de ander. Het winnen is dan vaak belangrijker dan de kwaliteit van het resultaat. De redeloze drang tot winnen kan ook leiden tot een pyrrusoverwinning, waarbij eigenlijk allen verliezers zijn. Samenwerken heeft als voordeel dat daardoor een geheel tot stand kan komen dat meer is dan de som der delen; twee weten meer dan een. Samenwerken kan leiden tot een win-win situatie voor alle partijen in plaats van alleen winst voor de winnaar. Het is belangrijk dat kinderen niet alleen leren goede prestaties te leveren en in competitie leren het beste uit zichzelf te halen, maar ook kennismaken met de meerwaarde van samenwerken boven individuele inspanningen. Samenwerken vereist allerlei sociaal-emotionele vaardigheden: Het al jong oefenen in de klas maakt kinderen vaardig voor sociaal functioneren in groepen en werken in teamverband. Ze leren tegenstellingen te overwinnen en leren tot gezamenlijke doelstellingen te geraken en tot gezamenlijke afspraken over taakverdeling; ze leren verantwoordelijk te zijn voor een gezamenlijk resultaat. Curriculum Bovenstaande vormt een raamwerk voor een curriculum voor leerkrachten in vredesonderwijs, en dan met name in geweldloze conflicthantering, als vast onderdeel in hun opleiding. Voor ieder bestanddeel zijn praktijkvoorbeelden te bedenken die passen bij elke leeftijd en bij elk ontwikkelingsniveau van abstract denken. Je kunt een vierjarige al leren zeggen dat hij niet wil dat een ander de baas over hem speelt (metacommunicatie). Ik pleit niet voor aparte leerkrachten voor het vak “geweldloze conflicthantering”. Ik vind dat elke leerkracht behalve goed opgeleid in het doceren van intellectuele vakken (taal, rekenen, etc.) even goed opgeleid dient te zijn in het stellen en handhaven van sociale regels en in het doceren van vaardigheden die nodig zijn voor geweldloze conflicthantering. Het zelf leren en leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden zou een verplicht onderdeel moeten zijn voor elke opleiding tot leerkracht. Essentieel voor vredesonderwijs is volgens mij niet het leren over andermans conflicten in heden of verleden, maar in je eigen dagelijkse conflicten te leren vrede te sluiten en te handhaven. Vrede ontstaat niet door bewonderaar te zijn van iemand als Gandhi of veel te weten over polemologie, maar door sociaal-emotioneel vaardige mensen, die de kunst van het ruzie maken beheersen. John Zant augustus 2010 John, mijn compliment voor dit doorwrochte stukje werk. Ik heb er eigenlijk geen kommentaar op, het zit goed in elkaar en het is prima geschreven. Het enige is misschien dat je de titel iets aantrekkelijker kunt maken ( bijvoorbeeld “overleg kun je leren” of “een nieuw vak op school: vrede” ik noem zo maar wat) , dit is ook afhankelijk van de vraag in welk medium het gepubliceerd wordt. In een serieus blad als dat van het Vredesberaad kan het natuurlijk wel, maar ook daar moet je de lezer toch overhalen om in ieder geval aan het stuk te beginnen. Veel succes ermee en houd me op de hoogte! Groeten Willem Beste John, Ik heb nu eindelijk wat tijd gevonden om te reageren op je stuk: Onderwijs in conflicthantering. Allereerst complimenten voor het helder geschreven verhaal. Volgens mij heb je alle aspecten wel aan de orde laten komen. Toch heb ik nog wat aanvullingen/accenten bijgevoegd. Ik hoop dat je er wat aan hebt. Aanvullingen Onderwijs in conflicthantering De rol van de leerkrachten Deze is van wezenlijk belang. Die geeft het voorbeeld hoe je met elkaar omgaat. Op een autoritaire dan wel democratische manier. Zo zullen de kinderen ook met elkaar omgaan. Met andere leerkrachten dient te worden afgesproken welke regels en afspraken en in de school gehanteerd zouden moeten worden. Met de kinderen wordt ook op zoek gegaan welke belangrijk zijn voor een goede omgang met elkaar. De afspraken komen dan op een lijst te staan waar iedereen zijn naam onder schrijft. Ook een lesprogramma waarin sociale vaardigheden worden aangeleerd (bijvoorbeeld: zo los je een conflict op: eerst afkoelen, dan luisteren naar elkaars argumenten, dan afspraken maken/een compromis sluiten ) moet met elkaar besproken worden. Er dient op school een doorgaande lijn te zijn, ook wat het aanleren van deze vaardigheden betreft. De rol van de ouders Als het goed is hebben ouders en leerkrachten dezelfde belangen. Op ouderavonden wordt er gesproken over het belang van regels en afspraken thuis en op school. Ouders dienen ook te weten welke op school gehanteerd worden. Ouders maken zich vaak zorgen over pestgedrag. Hier moet de school een protocol voor hebben. Er is altijd sprake van een pester, gepeste , meelopers en toekijkers. Zij hebben allemaal een rol. De hele groep moet bij pestgedrag worden ingeschakeld. Als het ernstig is ook de ouders. Bij pestgedrag gaat iemand over de schreef wat betreft de afspraken die er gemaakt zijn zoals: elkaar gelijkwaardig behandelen, elkaar mee laten doen, elkaar respecteren, elkaar geen pijn doen, zorgvuldig met elkaars spullen omgaan enz. Wat voor de een een lolletje is, is voor de ander heel pijnlijk. Je moet altijd kijken naar de gevoelens van de gepeste. Die zijn maatgevend. De rol van de kinderen Zij moeten actief betrokken worden in het hele onderwijs in conflicthantering. Lessen sociale vaardigheden waarin ook dmv rollenspel allerlei situaties worden geoefend. (Kring-) gesprekken waarin zaken die in de groep spelen worden besproken. Iedereen mag zijn zegje doen en er wordt goed naar elkaar geluisterd. Verder kan de betrokkenheid verder worden vergroot door: Þ Ze mee te laten denken in het vormgeven van de afspraken Þ Ze presentaties te laten doen (ook in andere groepen) Þ Ze ruimte te geven om acties te bedenken en uit te voeren (anti pesten) Þ Ze af en toe mee te laten vergaderen met een stuurgroep pedagogisch klimaat waar ideeën kunnen worden ingebracht Met hartelijke groeten, Jaap Hemker, gepensioneerd onderwijzer Van: L.J.A.Vriens@uu.nl 24-02-2011 Prof.