Stellingen over onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden en burgerschapsvorming

  1. Het aanleren van sociale regels is noodzakelijk maar niet voldoende; daarnaast is het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden een noodzakelijke voorwaarde voor goed burgerschap.
  2. Het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden is in het onderwijs aan kinderen net zo belangrijk als het aanleren van taal- en rekenvaardigheden: je leert om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan door afwijzing, dreiging en geweld, je leert je gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en uit te spreken wat je wel en niet wil, je leert luisteren naar anderen en je te verplaatsen in de ander, je leert verantwoordelijkheid te dragen en te nemen, je leert wat de voordelen van samenwerken zijn, je leert bemiddelen in conflicten.
  3. Het is onacceptabel als leerkrachten over onvoldoende taal- en rekenvaardigheden beschikken en/of onvoldoende in staat zijn die vaardigheden op didactische wijze over te brengen op kinderen; even onacceptabel is het als leerkrachten over onvoldoende sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden beschikken en/of die vaardigheden niet goed kunnen overdragen. In de pabo-curricula wordt wel veel aandacht besteed aan kennis over sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschap, maar relatief weinig aan de vaardigheden die aanstaande leerkrachten hierin zelf ontwikkelen/ontwikkeld hebben; lang niet allemaal hebben zij die in hun opvoeding en opleiding meegekregen.
  4. In evaluatie-onderzoeken m.b.t. burgerschapsvorming op scholen wordt meestal alleen het kennisaspect gemeten (makkelijker meetbaar dan sociaal-emotionele vaardigheden of belangrijker geacht in een rationeel georiënteerde maatschappij?). Veel kennis hebben over democratisch burgerschap betekent niet dat een mens zich ook als een goed burger gedraagt. Dus het meten van sociaal gedrag is noodzakelijk.
  5. Het aanpakken van maatschappelijke problemen en die bespreekbaar maken in de klas (pesten, radicalisering, discriminatie, etc.) zijn buitengewoon nuttige activiteiten. Echter, het betreft een aanpak van hinderlijke en in het oog springende symptomen en niet van onderliggende factoren, namelijk het gebrek aan sociaal-emotionele vaardigheden om met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders om te gaan dan met afwijzing, dreiging en geweld.  Als een arts de symptomen van de ziekte van een patiënt bestrijdt,doet hij de patiënt een groot plezier. Als de arts echter nalaat tevens de vermoedelijke oorzaak te bestrijden, kan hij geen goed arts genoemd worden en woekert de ziekte voort.
  6. Binnen de islam heb je mensen met flexibele/liberale/ tolerante opvattingen en mensen met starre/orthodoxe/fundamentalistische opvattingen; dat zelfde geldt voor mensen binnen het christendom of binnen het jodendom, of onder atheïsten.

Burgerschapsvorming in Rotterdam

Aan:
De heer H. de Jonge, wethouder Onderwijs Jeugd en Zorg te Rotterdam
De heer J. Eerdmans, wethouder Veiligheid, Handhaving en Buitenruimte
De heer R. Schneider, wethouder Stedelijke Ontwikkeling en Integratie c.c. commissie Zorg, Onderwijs, Cultuur en Sport

Datum:
16 december 2014

Betreft:
Burgerschapsvorming in het onderwijs om Rotterdamse kinderen ‘op te voeden’ tot verantwoordelijke Rotterdammers die omkijken naar elkaar!

Geachte heren,

Op 18 maart 2013 zond de heer de Jonge onderstaand bericht naar de heer Zant:

“Geachte heer Zant,

U heeft mij op 19 februari 2013 een e-mail gestuurd, waarin u het belang van het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden bij leerlingen in het basisonderwijs onder de aandacht brengt. In uw e-mail stelt u, dat het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden van onschatbaar belang is voor de vorming van democratisch burgerschap. Hierin legt u de verbinding met de Vreedzame school en met de pabo opleidingen. Ik onderschrijf uw standpunt. Het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden hoort bij de kerndoelen van het onderwijs. De gemeente heeft echter geen directe bemoeienis bij de methoden die scholen gebruiken om de sociaal-emotionele vaardigheden bij kinderen aan te leren. Omdat ik sympathiek tegenover uw idee sta, heb ik aan de directie Jeugd en Onderwijs gevraagd met u in contact te treden om u verder op weg te helpen in het Rotterdamse onderwijsveld. Op 18 maart 2013 heeft u hierover een afspraak met de heer S. van Ee van de afdeling Onderwijs. Ik wens u veel succes met het uitvoeren van uw plan en ik laat mij op de hoogte houden van uw vorderingen.”

“Burgerschapsvorming in Rotterdam” verder lezen

Exclusief versus inclusief denken en handelen

Om het maatschappelijk functioneren van mensen te analyseren kun je kijken naar de politieke voorkeur, naar de beleden religie, naar afkomst, naar socio-economische status, en dergelijke variabelen. Volgens mij is de tegenstelling tussen exclusief denken en handelen (wat is het beste voor mij, ook als dat ten koste van anderen gaat) en inclusief denken (wat is het beste voor mij, zonder dat anderen daardoor benadeeld worden) een betere leidraad om maatschappelijk functioneren te analyseren en (beter) beleid voor de toekomst te ontwikkelen. In het exclusief denken en handelen voeren zelfverrijking, machtswellust, buitensluiten van andersdenkenden, en geweld de boventoon; in het inclusief denken en handelen zijn eerlijke verdeling, verantwoordelijkheid dragen en nemen, en omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met dreigen en geweld, bepalend. Representanten van beide stijlen vind je terug in alle ideologieën en religies: Dus het zijn niet de ideologieën of religies die de boosdoener zijn, maar de exclusief denkende en handelende mensen uit alle ideologieën en alle religies en uit alle tijden. Daarom is het op school aanleren van inclusief denken en handelen, van sociaal-emotionele vaardigheden en attitudes die noodzakelijk zijn voor burgerschapsvorming van essentieel belang. En precies dit is voor mij de drijfveer achter mijn ambassadeurschap voor de Vreedzame School.

Antipest programma’s zijn symptoombestrijding

Pesten is vervelend en daar moet iets aan gedaan worden. Pijn is vervelend en daar moet iets aan gedaan worden. Zo maar pijnstillers geven zonder te weten wat de pijn veroorzaakt (kanker, hartfalen, etc.) is niet verstandig en heet symptoombestrijding zonder dat de oorzaak wordt behandeld. Zo maar antipest programma’s lanceren is ook symptoombestrijding zonder dat aandacht wordt besteed aan de oorzaken van pesten. Die oorzaken moeten gezocht worden in het tekort aan sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn om met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders om te gaan dan door dreigen, pesten en geweld; vaardigheden die maken dat je kunt luisteren, conflicten goed kunt hanteren, goed kunt samenwerken en verantwoordelijkheid kunt dragen en nemen. Dit zijn de vaardigheden die staatssecretaris Dekker in zijn brief aan de Tweede Kamer van 16 december 2013 samenvat met de term burgerschap. Hij zegt: “Burgerschap behoort tot de kerntaken van het onderwijs”. Zijn brief was een reactie op het rapport van de Onderwijsraad uit 2012 “Verder met burgerschap in het onderwijs”. Daarin wordt de methode van de Vreedzame School met name als “best practice” genoemd als het gaat om burgerschapsvorming; ruim 600 scholen in Nederland gebruiken reeds deze methode. Mijn vraag is daarom: Waarom worden er 60 antipest programma’s onderzocht, terwijl er een onderzocht en effectief bevonden programma is dat niet alleen de symptomen maar ook de oorzaken aanpakt. Dus geen antipest programma, maar burgerschapsvorming!

John Zant, Amsterdam

“Antipest programma’s zijn symptoombestrijding” verder lezen

Volle Kracht Vooruit met Burgerschapsvorming in Rotterdam

Na de gemeenteraadsverkiezingen dit voorjaar hebben Leefbaar Rotterdam, D66 en het CDA een coalitieakkoord gesloten “Volle Kracht Vooruit” waarin ze hun gezamenlijke ambities voor de periode 2014-2018 hebben beschreven. Vorig jaar heeft wethouder van onderwijs in Rotterdam, Hugo de Jonge (CDA), een werkgroep “Burgerschapsvorming in Rotterdam” in het leven geroepen. Deze werkgroep staat onder leiding van zijn beleidsadviseur en bestaat verder uit vertegenwoordigers van het project “De Vreedzame School/Wijk”, van de CED-groep, van Huis van Erasmus en van Rotterdamse pabo’s. Het doel van de werkgroep is burgerschapsvorming te stimuleren in Rotterdam op scholen, in de wijken en in de opleidingen tot leerkracht. Sinds 2006 is burgerschapsvorming op scholen wettelijk verplicht en afgelopen december heeft staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs in de Tweede Kamer hierover gezegd: “Burgerschap is een kerntaak van het onderwijs”.

“Volle Kracht Vooruit met Burgerschapsvorming in Rotterdam” verder lezen