Bloedzuigertje spelen

BLOEDZUIGERTJE SPELEN

De regels van het moordende machtsspel tussen een ondergeschikte en een bovengeschikte

Inleiding

Over het algemeen wordt het nuttig geacht een leider aan te stellen als er een groepsproduct moet worden geleverd. Het erkennen van het nut van leiderschap is snel geaccepteerd, het opvolgen van de aanwijzingen van de leider is minder makkelijk te accepteren, zeker als diens aanwijzingen afwijken van de wensen en verwachtingen van het groepslid; de legitimering van de leider door het groepslid is in het geding en de machtsstrijd kan beginnen. Een van de krachtigste pogingen om het gezag van de leider te ondermijnen is het bloedzuigertje spelen.

De spelregels

  • Het groepslid neme een inhoudelijk onderwerp bij de kop; het maakt niet uit of het een belangrijk of een onbelangrijk onderwerp is. Het gaat om het machtsspel en niet om de inhoud.
  • Het groepslid begint te zuigen: Het groepslid geeft aan het niet eens te zijn met de aanwijzingen van de leider en gaat de strijd met de leider aan op een beschuldigende toon. Het groepslid betoogt dat hem geen enkele blaam treft en kiest voor systematisch externaliseren van de verantwoordelijkheid.
  • Essentieel is dat de verantwoordelijkheid voor het conflict bij de leider wordt gelegd. De argumentatie is van ondergeschikt belang; het doel is niet gelijk te hebben, maar gelijk te krijgen, een subtiel doch belangrijk verschil.
  • Het groepslid doet er goed aan verbaal en vooral nonverbaal te zoeken naar steun van de andere groepsleden en speculeert erop dat er altijd andere groepsleden zullen zijn die ook nog een appeltje met de leider hebben te schillen, ook al betreft het inhoudelijk een heel ander onderwerp.
  • Door de beschuldigende toon is de leider meteen in het defensief gedrukt en des te sterker naarmate andere groepsleden hun kans ook schoon zien de leider eens stevig aan te pakken. Vanuit die defensieve positie is het zeer lastig opereren voor de leider: Hij kan op vele wijzen verkeerd reageren en maar op één, nogal ingewikkelde manier, correct.
  • Door de beschuldigende opmerking te negeren en niet te reageren, laadt de leider het verwijt op zich van desinteresse, veronachtzaming, lafheid, etc. De leider wordt gedwongen te reageren.
  • Door met het groepslid in discussie te gaan over de inhoud van de beschuldiging, is de leider gedoemd te verliezen, omdat zowel het onderwerp als de inhoudelijke argumentatie er volstrekt niet toe doen; door te pogen het groepslid op inhoudsniveau te bestrijden delft de leider het onderspit, zelfs als hij in staat is aan te tonen dat hij inhoudelijk gelijk heeft, want de bereidheid om hem zijn gelijk te geven ontbreekt. Met speels gemak brengt het groepslid desnoods een nieuw onderwerp in en laat het spel gewoon weer opnieuw beginnen.
  • De enig correcte manier om te reageren is met metacommunicatie die neerkomt op de opmerking: “jij bent bloedzuigertje aan het spelen”. Dit is weliswaar de enig juiste voortzetting, maar geen voldoende voorwaarde voor succes.
  • Het groepslid kan verontwaardigd ontkennen dat er sprake is van bloedzuigertje spelen en met droge ogen beweren dat het hem uitsluitend om een inhoudelijk verschil van mening gaat. Dit is een effectieve leugen op het moment dat de leider zich alsnog laat verleiden tot een inhoudelijke discussie.
  • Ook als de leider niet in deze val trapt en persisteert in de stelling dat het groepslid bloedzuigertje aan het spelen is, is de strijd nog steeds niet in zijn voordeel beslecht.
  • Als het groepslid merkt dat hij ontmaskerd dreigt te worden en de strijd niet op het inhoudsniveau kan houden, staat hem nog een uiterst krachtige manoeuvre ter beschikking: de slachtofferrol, de troefkaart bij uitstek in ieder machtsspel.
  • Met opgezwollen aderen en rode vlekken in de hals kan het groepslid met door opwellende tranen verstikte stem naar voren brengen dat hij het gevoel heeft dat het vertrouwen bij de leider in het groepslid ontbreekt of dat het gedrag van de leider het groepslid een verdrietig gevoel bezorgt. Aangezien het een gevoel van het groepslid betreft, heeft de leider daar geen enkele grip op, zeker niet – het zij nogmaals benadrukt – met inhoudelijke argumenten.
  • Juist door het slachtoffergedrag op agressieve wijze in de machtsstrijd te brengen verschaft het groepslid de leider een valide reden tot wantrouwen; door dit te doen bewijst het groepslid dat hij niet te vertrouwen is.
  • Ieder mens die verbaal maar vooral non-verbaal zijn emotionele nood kenbaar maakt, kan rekenen op bijna reflexmatige, dus niet op de ratio gebaseerde, emotionele steun van andere groepsleden. Dus het groepslid hoeft slechts hulpeloos met betraande ogen de groepsgenoten aan te kijken en de kans dat vervolgens meer groepsleden beschuldigend naar de leider kijken is bijna honderd procent.
  • Dit is het spannendste moment; de leider loopt het risico zich emotioneel te laten meeslepen in dit machtsspel en kan door de verwarring in de verleiding komen alsnog de strijd terug te brengen naar het inhoudsniveau. Dat heeft het ogenschijnlijk voordeel dat daarmee de emotionele spanning terzijde wordt geschoven, maar het groepslid ruikt bloed en zal het spel vanuit de oersterke emotionele slachtofferrol blijven spelen.
  • Opnieuw dient gesteld te worden, dat het groepslid door te externaliseren en de slachtofferrol uit de hoed te toveren poogt de leider onderuit te halen in plaats van een zogenaamd inhoudelijk probleem op te lossen.
  • De leider kan nu op twee manieren reageren: 1. De leider deelt de rode kaart uit onder het uitspreken van de formule: “Jij bent bloedzuigertje aan het spelen en dat is verboden”. Bij pogingen dit spel voort te zetten worden harde sancties in het vooruitzicht gesteld en bij herhaling worden deze sancties geëffectueerd. 2. De leider onderkent dat iemand die vaak bloedzuigertje speelt een gekwetst ego heeft als gevolg van verregaande krenking door belangrijke autoriteitsfiguren in het verleden. De persoon met het gekwetste ego is voortdurend op zoek naar erkenning en bevestiging met name van autoriteitsfiguren en neemt daardoor altijd veel tijd en aandacht in beslag. Kenmerkend is dat hierbij ieder gevoel van (zelf)relativering ontbreekt. Door een kleinigheid kan het groepslid zich wederom gekwetst voelen door de leider. Anderzijds nodigt het gedrag van het groepslid de leider niet bepaald uit tot erkenning en bevestiging. Zo ontstaat gemakkelijk een vicieuze cirkel. De oplossing kan uitsluitend worden gevonden door wederzijds inzicht en erkenning van deze vicieuze cirkel, waarbij het groepslid afziet van verder bloedzuigertje spelen, externaliseren en de slachtofferrol zoeken, en waarbij de leider extra aandacht besteedt aan het geven van erkenning en bevestiging. Misschien dat dan alsnog wederzijds vertrouwen kan groeien in het besef dat krachten die buiten de relatie van de leider en het groepslid liggen hun relatie belasten. Misschien dat het groepslid uiteindelijk zelfs tot een uitspraak kan komen zoals die van een wereldberoemd gekwetst ego dat uiteindelijk veel internationale erkenning heeft gekregen: “I burn a lot of calories to be me”.