Feedback op het 1e rapport Ontwikkelteam Burgerschap

1. In hoeverre maakt de visie voldoende duidelijk wat de relevantie is van burgerschap in het onderwijs?

Een definitie van “goed burgerschap” ontbreekt. Suggesties:

Cognitief—  individuele autonomie, redeneren, argumenteren, kritisch denken, …, maar ook heteronomie (bereidheid en vermogen tot samenleven)

Sociaal-emotioneel—  empathie, niet-gewelddadigheid, tolerantie, betrokkenheid, ….

Noodzakelijke voorwaarden voor deze competenties zijn:

  • Het leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen
  • Het leren luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen
  • Het leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld (bijv. onderhandelen, compromissen sluiten, even goede vrienden blijven ondanks verschillen, modus vivendi zoeken, geven en nemen, wederkerigheid, verzoenen, vergeven, etc.)
  • Het leren samenwerken
  • Het leren verantwoordelijkheid te dragen en te nemen

“Feedback op het 1e rapport Ontwikkelteam Burgerschap” verder lezen

Burgerschapsvorming in het onderwijs: noodzakelijke voorwaarden

Aanbevelingen voor het Ontwikkelteam Burgerschap (Curriculum.nu)

  • Welke sociaal-emotionele vaardigheden zijn noodzakelijk voor “goed burgerschap”, om te kunnen uitgroeien tot een empathisch, tolerant, sociaal, niet-gewelddadig, samenwerkend en verantwoordelijk wereldburger? Volgens mij zijn noodzakelijke voorwaarden hiertoe: a. het kunnen verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen. b. het kunnen luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen. c. het kunnen omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld (compromissen, geven en nemen, verzoenen, etc.) d. het kunnen samenwerken.  e. het kunnen dragen en nemen van verantwoordelijkheid.
  • In een autoritair opvoedingssysteem moet het kind gehoorzamen, worden eigen afwijkende gedachten als ongewenst beschouwd, moet het kind emoties onderdrukken (brutaal, kinderachtig) en eigen wensen onuitgesproken laten (je hebt niks te willen, je moet doen wat je gezegd wordt). In een autoritair systeem wordt de ontwikkeling van autonomie, assertiviteit, zelfredzaamheid en eigen identiteit onderdrukt; persoonlijke ontplooiing wordt in de kiem gesmoord. Overigens komen in elke religie en elke cultuur zowel autoritaire als liberale opvoeders voor.
  • Lang niet alle leerkrachten hebben van huis uit of gedurende hun opleiding de noodzakelijke sociaal-emotionele vaardigheden aangeleerd. Er zijn veel leerkrachten die zich moeten vastklampen aan een autoritaire opvoedingsstijl, omdat ze zelf moeilijk met eigen en andermans emoties kunnen omgaan, en moeite hebben met conflicthantering. Veranderingen in het onderwijs op gebied van persoons- en burgerschapsvorming vereisen ook verregaande veranderingen in het pabo-curriculum. Leerkrachten met onvoldoende taal- en rekenvaardigheden horen niet voor de klas te staan. Datzelfde geldt m.i. voor leerkrachten met onvoldoende sociaal-emotionele vaardigheden.
  • Misschien wel de grootste uitdaging voor het Ontwikkelteam Burgerschap is het formuleren van toetsbare eindtermen voor het “vak” burgerschap. Hoe meet je sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden? Hopelijk gaat het Ontwikkelteam deze uitdaging niet uit de weg door burgerschap te beperken tot de gemakkelijk toetsbare kennisdimensie. Want dan verschraalt/verwordt burgerschapsvorming tot een soort inburgeringscursus voor kinderen of een soort maatschappijleer voor de basisschool.
  • Als het gaat om de kennisdimensie van burgerschapsvorming zou deze m.i.meer gericht moeten worden op wereldburgerschap. Alle kinderen het Wilhelmus leren en alle scholen langs de Nachtwacht sleuren zijn nogal nationaal-chauvinistische doelstellingen. Meer kennis over Erasmus en vrede, over mensen- en kinderrechten, het ontstaan en het nut van de Verenigde Naties, over de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN, etc. zijn in een tijd van toenemende globalisering m.i. noodzakelijk.

John Zant,   Mei 2018

Het Ontwikkelteam Burgerschap geeft een samenvatting van de feedback van 88 instellingen en particuliere inzenders.

Onder het kopje “Sterke punten” worden 4 onderwerpen genoemd, waarvan 2 uit mijn feedback:

  • “De nadruk op de unieke rol van de school als samenleving in het klein,waarin verschillende mensen elkaar tegenkomen en leerlingen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen tot kritische, actieve en betrokken burgers”
  • “Door toevoeging van de mondiale dimensie is de visie een stuk toekomstgerichter. Dit is erg belangrijk en een positief aspect. Burgerschapsonderwijs houdt niet op bij de landsgrenzen”

Onder het kopje “Aandachtspunten” worden 6 punten genoemd, waarvan 3 uit mijn feedback:

  • “Een definitie van ‘goed burgerschap’ ontbreekt. Essentieel zijn sociaal-emotionele competenties. Noodzakelijke voorwaarden hiervoor zijn bijvoorbeeld het leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen en het leren verantwoordelijkheid te dragen en te nemen”
  • “(Meer) aandacht voor verschillende religies, culturen (volkeren wereldwijd) en voor duurzaamheid”
  • “Globalisering, klimaat, energie, voedsel, water, armoede, geletterdheid, internet, sociale media, etc. zullen in toenemende mate om een internationaal georiënteerde aanpak vragen.

Soorten democratisch genoemde verkiezingen

Soorten democratisch genoemde verkiezingen

Je kunt m.i.  verschillende soorten democratisch genoemde verkiezingen onderscheiden:

  1. Onvrije verkiezingen, waarbij wordt gecontroleerd op wie je stemt en je eigenlijk wordt verplicht op één partij of kandidaat te stemmen
  2. Deels vrije verkiezingen,  waarbij een deel van de bevolking niet mee mag stemmen
  3. Zogenaamd vrije verkiezingen,  waarbij leden/partijen van de oppositie geen kans krijgen campagne te voeren, bijvoorbeeld door ze gevangen te nemen of geen zendtijd te geven
  4. Zogenaamd vrije verkiezingen waarbij eenmaal gekozenen zich laten leiden door de meest betalende: corruptie
  5. Zogenaamd vrije verkiezingen
  6. Vrije verkiezingen waarbij “the winner takes all”: dus er wordt geen rekening gehouden met minderheden of met de oppositie
  7. Vrije verkiezingen waarbij de meerderheid regeert met oog voor de belangen van minderheden en de oppositie

John Zant

Reactie op het Advies van het Platform Onderwijs 2032

Reactie op het Advies van het Platform Onderwijs 2032

Er wordt gelukkig veel aandacht besteed aan burgerschapsvorming: Het onderwijs van de toekomst besteedt niet alleen aandacht aan de waarden van de Nederlandse samenleving en het voortbestaan van de rechtsstaat. Het brengt leerlingen ook sociale vaardigheden bij, evenals kennis van en begrip voor andere culturen.  In het toekomstige onderwijs ligt de nadruk meer dan nu op leren deelnemen aan de democratische samenleving en respect voor elkaar hebben.

“Reactie op het Advies van het Platform Onderwijs 2032” verder lezen

Stellingen over onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden en burgerschapsvorming

  1. Het aanleren van sociale regels is noodzakelijk maar niet voldoende; daarnaast is het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden een noodzakelijke voorwaarde voor goed burgerschap.
  2. Het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden is in het onderwijs aan kinderen net zo belangrijk als het aanleren van taal- en rekenvaardigheden: je leert om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan door afwijzing, dreiging en geweld, je leert je gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en uit te spreken wat je wel en niet wil, je leert luisteren naar anderen en je te verplaatsen in de ander, je leert verantwoordelijkheid te dragen en te nemen, je leert wat de voordelen van samenwerken zijn, je leert bemiddelen in conflicten.
  3. Het is onacceptabel als leerkrachten over onvoldoende taal- en rekenvaardigheden beschikken en/of onvoldoende in staat zijn die vaardigheden op didactische wijze over te brengen op kinderen; even onacceptabel is het als leerkrachten over onvoldoende sociaal-emotionele en burgerschapsvaardigheden beschikken en/of die vaardigheden niet goed kunnen overdragen. In de pabo-curricula wordt wel veel aandacht besteed aan kennis over sociaal-emotionele ontwikkeling en burgerschap, maar relatief weinig aan de vaardigheden die aanstaande leerkrachten hierin zelf ontwikkelen/ontwikkeld hebben; lang niet allemaal hebben zij die in hun opvoeding en opleiding meegekregen.
  4. In evaluatie-onderzoeken m.b.t. burgerschapsvorming op scholen wordt meestal alleen het kennisaspect gemeten (makkelijker meetbaar dan sociaal-emotionele vaardigheden of belangrijker geacht in een rationeel georiënteerde maatschappij?). Veel kennis hebben over democratisch burgerschap betekent niet dat een mens zich ook als een goed burger gedraagt. Dus het meten van sociaal gedrag is noodzakelijk.
  5. Het aanpakken van maatschappelijke problemen en die bespreekbaar maken in de klas (pesten, radicalisering, discriminatie, etc.) zijn buitengewoon nuttige activiteiten. Echter, het betreft een aanpak van hinderlijke en in het oog springende symptomen en niet van onderliggende factoren, namelijk het gebrek aan sociaal-emotionele vaardigheden om met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders om te gaan dan met afwijzing, dreiging en geweld.  Als een arts de symptomen van de ziekte van een patiënt bestrijdt,doet hij de patiënt een groot plezier. Als de arts echter nalaat tevens de vermoedelijke oorzaak te bestrijden, kan hij geen goed arts genoemd worden en woekert de ziekte voort.
  6. Binnen de islam heb je mensen met flexibele/liberale/ tolerante opvattingen en mensen met starre/orthodoxe/fundamentalistische opvattingen; dat zelfde geldt voor mensen binnen het christendom of binnen het jodendom, of onder atheïsten.