Antwoord op vraag 1:
Bij de indeling in 5 delen: democratie, diversiteit, technologisch burgerschap, globalisering en duurzaamheid, ligt de nadruk vooral op het aspect “kennis” en komen “basishouding” en “sociale competenties” weinig systematisch aanbod. Een indeling in 3 dimensies biedt meer structuur en helderheid (zie onder vraag 2). Voorts ontbreekt een definitie van “goed” burgerschap die de basis moet vormen voor het formuleren van de doelstellingen (en voor eventuele latere toetsing) van burgerschapsonderwijs. Voorstel: Het beschikken over zodanige kennis, empathie/respect en sociaal-emotionele competenties, dat men kan functioneren in de maatschappij als een mondig, kritisch, empathisch, niet-gewelddadig, tolerant, sociaal, betrokken, samenwerkend, verantwoordelijk en toekomstgericht burger, die zich gedraagt en zich oriënteert als wereldburger, open staat voor andere culturen, hecht aan algemeen menselijke waarden en milieubewust is.
Antwoord op vraag 2:
Een indeling in drie dimensies:
A. Kennis
B. Empathische houding en respect
C. Sociaal-emotionele competenties
A. Kennis
Leren over Mensenrechten, de geschiedenis en het belang van de EU en van de Verenigde Naties, (parlementaire) democratie, machtsrelaties (gelijkwaardig versus ongelijkwaardig), technologische ontwikkelingen, sociale media, globalisering, en vooral ook de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN
B. Empathische houding en respect
- leren openstaan voor en luisteren naar de gedachten, gevoelens en wensen van anderen
- leren je te verplaatsen in de gedachten, gevoelens en wensen van anderen
- leren iemand te respecteren zoals hij is en te accepteren dat er altijd verschillen zullen zijn
- leren omarmen van universele menselijke waarden
C. Sociaal-emotionele competenties
- leren verwoorden van eigen gedachten, gevoelens en wensen
- leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld: bijvoorbeeld onderhandelen, compromissen sluiten, even goede vrienden blijven ondanks verschillen, modus vivendi zoeken, geven en nemen, wederkerigheid, verzoenen, vergeven
- leren reflecteren op en praten over hoe je met elkaar omgaatmetacommunicatie): samen en gelijkwaardig versus de baas spelen, aardig en sociaal versus vijandig en egoïstisch, etc.
- leren samen te werken
- leren verantwoordelijkheid te dragen en te nemen
Antwoord op vraag 3:
Op de kennisdimensie heel behoorlijk met name wat betreft globalisering en duurzaamheid. De 17 duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties zouden expliciet betrokken dienen te worden.
Op de dimensie empathische houding en respect en op de dimensie sociaal-emotionele competenties kleeft de oriëntatie nog te veel aan de problemen van het heden en verleden. Hoe kunnen we kinderen zodanig opvoeden en scholen dat in de toekomst verschillen,tegenstellingen en conflicten veel minder met afwijzing, dreiging en geweld gepaard gaan? Hoe leren we kinderen, behalve taal en rekenen, ook aardig en sociaal met elkaar om te gaan? Kernvraag voor beleidsmakers is: hoe organiseren we verbinding in de samenleving, zowel de Nederlandse, de Europese als de mondiale? Kernvraag voor het onderwijs is: hoe leren we kinderen zo vroeg mogelijk het maken van verbinding aan? “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” (Micha de Winter, 2011).
Antwoord op vraag 13:
- Bij het focussen op diversiteit wordt in feite steeds het verschil tussen mensen benadrukt. Door de ander voortdurend aan te spreken op het anders-zijn (gekleurd, moslim, homo,vrouw, etc.), wordt die persoon vastgespijkerd op het anders-zijn, terwijl het maar één aspect van de vele aspecten van zijn/haar identiteit betreft. Het gevolg kan zijn dat die persoon steeds meer dit anders-zijn als zijn/haar totale identiteit gaat ervaren, omdat hij/zij steeds op dat ene aspect van zijn/haar identiteit wordt aangesproken. Het gefocust blijven op het verschil bevordert juist wij-versus-zij denken, discriminatie en uitsluiting. Er ontstaat ééndimensionale communicatie tussen mensen. Ondanks de goede bedoelingen achter termen als diversiteit, tolerantie en verdraagzaamheid, kun je er ook de definitie van de onderling waargenomen en/of gewenste machtsrelatie in bespeuren: de welwillende dominante persoon die het beste voorheeft met die pechvogel die helaas anders is.
- De pabo-curricula besteden te weinig aandacht aan de ontwikkeling van empathie en sociaal-emotionele competenties van kinderen en nog minder aan die van de aanstaande leerkrachten, die vaak nog een autoritaire opvoedingsstijl hanteren in plaats van een “autoritatieve”.
- Tot “wereldburger” gevormde kinderen zullen botsen met hun autoritaire opvoeders en met andere autoritair ingestelde mensen waarmee ze te maken krijgen.
Juni 2018, John Zant
De Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN) heeft deze door mij gecomponeerde feedback ingezonden namens de NVVN.