Antipest programma’s zijn symptoombestrijding

Pesten is vervelend en daar moet iets aan gedaan worden. Pijn is vervelend en daar moet iets aan gedaan worden. Zo maar pijnstillers geven zonder te weten wat de pijn veroorzaakt (kanker, hartfalen, etc.) is niet verstandig en heet symptoombestrijding zonder dat de oorzaak wordt behandeld. Zo maar antipest programma’s lanceren is ook symptoombestrijding zonder dat aandacht wordt besteed aan de oorzaken van pesten. Die oorzaken moeten gezocht worden in het tekort aan sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn om met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders om te gaan dan door dreigen, pesten en geweld; vaardigheden die maken dat je kunt luisteren, conflicten goed kunt hanteren, goed kunt samenwerken en verantwoordelijkheid kunt dragen en nemen. Dit zijn de vaardigheden die staatssecretaris Dekker in zijn brief aan de Tweede Kamer van 16 december 2013 samenvat met de term burgerschap. Hij zegt: “Burgerschap behoort tot de kerntaken van het onderwijs”. Zijn brief was een reactie op het rapport van de Onderwijsraad uit 2012 “Verder met burgerschap in het onderwijs”. Daarin wordt de methode van de Vreedzame School met name als “best practice” genoemd als het gaat om burgerschapsvorming; ruim 600 scholen in Nederland gebruiken reeds deze methode. Mijn vraag is daarom: Waarom worden er 60 antipest programma’s onderzocht, terwijl er een onderzocht en effectief bevonden programma is dat niet alleen de symptomen maar ook de oorzaken aanpakt. Dus geen antipest programma, maar burgerschapsvorming!

John Zant, Amsterdam


Mooi, kort en krachtig stukje, John!

Groet, Leo.


John, wat een prachtig stukje!

Met groet, Mirjam


Geachte heer Zant,

In uw e-mail van 28 mei 2014 noemt u programma’s tegen pesten op school symptoombestrijding, waarbij er niets aan de oorzaak wordt gedaan. U vraagt waarom het Nationaal Jeugd Instituut (NJI) programma’s tegen pesten heeft onderzocht, terwijl er al een effectief bevonden programma bestaat, namelijk burgerschapsvorming. Vorig jaar presenteerden staatssecretaris Dekker en de Kinderombudsman het Plan van aanpak tegen pesten. Dit plan is opgesteld na gesprekken en in overleg met belangen- en onderwijsorganisaties. Ook ouders, leerlingen, leraren en wetenschappers zijn hierbij betrokken. Een van de maatregelen tegen pesten die in het plan van aanpak is vastgelegd is het anti-pestprogramma, waarmee scholen moeten gaat werken. Burgerschapsvorming is geen programma; het maakt onderdeel uit van het onderwijsprogramma. Het gaat niet specifiek over pesten en voldoet daarom niet aan de criteria op grond waarvan het NJI de anti-pestprogramma’s heeft beoordeeld. De criteria vindt u in de bijlage van de Rapportage beoordeling anti-pestprogramma’s, die u hier kunt inzien. Meer informatie over dit onderwerp vindt u hier. Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd over de huidige stand van zaken rond pesten.

Met vriendelijke groet,

Margriet Koopmans
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Afdeling Bestuur en Burger


Geachte heer Zant,

In uw e-mail van 6 juni 2014 reageert u op mijn antwoord op uw eerdere vragen over pesten en burgerschapsvorming. U bent van mening dat het vak burgerschapsvorming voldoet als anti-pestprogramma. U vindt dat de staatssecretaris zijn voorgenomen beleid ondergraaft door zijn aanpak te versmallen tot symptoom bestrijdende anti-pestprogramma’s. In mijn antwoord heb ik uitgelegd dat burgerschapsvorming als vak verplicht deel uitmaakt van het onderwijsprogramma. U kunt dit nalezen op de volgende website van het SLO: http://www.slo.nl/primair/themas/burgerschap/ Het anti-pestprogramma kan een zeer nuttige aanvulling zijn op burgerschapsvorming. Mogelijk hebt u de indruk dat het anti-pestprogramma het verplichte vak burgerschapsvorming vervangt. Dat is beslist niet het geval. Burgerschapsvorming is nu en in de toekomst een belangrijk deel van het onderwijsprogramma.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *