Principes van revalidatie

Principes van revalidatie Inleiding

Het doel van revalidatie is patiënten inzicht te geven, vaardigheden aan te leren en evt. hulpmiddelen te verschaffen opdat ze in staat zijn zo actief en zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Essentiële onderdelen van het revalidatieproces zijn voorlichting opdat de patiënt begrijpt wat in het kader van beter functioneren wel en niet goed is om te doen, training van vaardigheden opdat de patiënt het gedrag voor noodzakelijke veranderingen beheerst, en zelfstandigheid in de zin dat de patiënt leert zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn noodzakelijke gedragsveranderingen. Therapie in revalidatie is een actief leerproces.

Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie

Door verschuiving van stoornis/symptoomgericht behandelen van patiënten met chronische aspecifieke pijnsyndromen naar cognitief-gedragsmatig behandelen worden pijnpatiënten effectiever behandeld en hebben vooral FT(fysiotherapie) en ET(ergotherapie) een geheel andere rol gekregen binnen het leertheoretisch model; lag aanvankelijk binnen de cognitief-gedragsmatige benadering de nadruk op beter leren omgaan met je klachten, in toenemende mate komt de nadruk te liggen op beter omgaan met jezelf, met je omgeving en met je belastingspatroon; uit onderzoek blijkt steeds meer dat chronische aspecifieke pijn samenhangt met emotionele stressfactoren en daarom komt de nadruk in de behandeling meer te liggen op betere stresshantering, bijv. assertiviteit; daarbij wordt de rol van de psycholoog in feite steeds groter. Door verschuiving van passieve vormen van therapie naar actieve oefentherapie is het langdurig behandelen van patiënten drastisch gereduceerd, wat vooral geldt voor FT en ET; geleidelijk ontwikkelt het revalidatieproces zich van een passieve behandelsituatie naar een actieve leersituatie waarbij de patiënten minder behandelingen krijgen en meer met duidelijke instructie zelf thuis aan de slag gaan; alleen in het begin is behandeling met relatief hoge frequentie nodig, later in afnemende frequentie om de patiënt het geleerde in praktijk te laten oefenen/toepassen; behandeling meer dan 1 x per week is alleen rationeel in crisissituaties; langdurige onderhoudsgroepen zijn in het kader van een leersituatie waarbij de patiënt leert eigen verantwoordelijkheid te nemen niet rationeel. Bij PS(psychologie), MW(maatschappelijk werk) en ET zie je steeds duidelijker dat een op leren gericht afsprakenschema met patiënten wordt nagestreefd. Bij FT krijgt de patiënt vaak teveel de gelegenheid om alleen actief te zijn tijdens de therapie en vervolgens de volgende therapiesessie af te wachten; er is dus te weinig gelegenheid om het geleerde zelf in praktijk te brengen en geleerde principes zelfstandig verder te ontwikkelen. Een te hoge behandelfrequentie belemmert het proces van zelfstandigheid en zelf verantwoordelijkheid nemen voor noodzakelijke verandering; in die zin vindt bij FT overbehandeling plaats. Therapie is leren, is gedragsverandering; met name psychologen zijn als gedragswetenschappers en gedragstherapeuten geschoold in de methodologie van gedragsverandering in een leertheoretisch kader.

Discussiepunten

  • Ondanks allerlei positieve ontwikkelingen wordt er nog steeds stoornisgericht behandeld bij pijnpatiënten door arts, FT en ET: ontspanningsoefeningen, mindfulness, even de nek losmaken, RSI-muis, injecties voor peesschede-ontstekingen etc. i.p.v. onderliggende emotionele stress of overbelasting/vermijding aan te pakken
  • Vanuit het oogpunt van actief leren is een behandelfrequentie van meer dan 1 x per week bij FT contraproductief; dat zelfde geldt voor langlopende onderhoudsgroepen; te veel patiënten zijn alleen actief tijdens de therapie
  • Het stille verbond tussen FT-patiënt-boekhouder: Het verbond houdt in, dat de patiënt het prettig vindt dat hij vaak behandeling krijgt, waarin de therapeut het voortouw neemt; de patiënt voelt zich veilig, niet zozeer aangezet tot zelfwerkzaamheid en kan de eigen verantwoordelijkheid voor zich uit/ naar de therapeut blijven schuiven; de therapeut heeft bij hoogfrequent behandelen veel werk (hoewel de grote mate van herhaling het werk soms wel saai maakt) en de boekhouder glundert dat hij veel RBU’s(revalidatiebehandeluren) binnenhaalt, en als het FT betreft ook nog veel RBU’s tegen relatief lage loonkosten. Het resultaat is een systeem waarin patiënten overbehandeld worden, de nadruk veel te veel (weer) op de lichamelijkheid van de klachten komt te liggen, terwijl emotionele stress en overbelasting/vermijding de belangrijkste factoren zijn. Een revalidatieproces waarbij voor pijnpatiënten de meeste behandelingen worden gegeven op de fysieke dimensie, richt de aandacht van de patiënt op de verkeerde prioriteit en is daarom contraproductief. Er wordt tevens voorkomen dat de patiënt snel eigen verantwoordelijkheid neemt en patiënten krijgen ten onrechte het gevoel dat ze er lichamelijk slecht aan toe zijn, omdat ze zo intensief behandeld worden: een ziekmakend en ziektebestendigend systeem dat voor de korte termijn een win-win-win situatie genereert, maar in feite invaliderend werkt en op lange termijn de kosten alleen maar opjaagt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *