Onderwijs in conflicthantering (2)

M. de Winter (2011): “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” Vredesonderwijs Vredesonderwijs/educatie kennen we in Nederland al in vele vormen. Vaak is het zo dat kinderen leren hoe anderen met hun conflicten omgaan of zijn omgegaan en wat daar goed of fout aan is. Daarmee verwerven ze wel inzicht in conflicthantering, maar ontwikkelen nog niet de benodigde vaardigheden. Essentieel is volgens mij kinderen te leren hoe ze door met elkaar te praten hun onderlinge conflicten zonder geweld kunnen oplossen. Op school worden vooral intellectuele vaardigheden aangeleerd zoals taal en rekenen. Mijn stelling is dat sociaal-emotionele scholing net zo noodzakelijk is als intellectuele scholing. Die zou moeten bestaan uit het leren van:

  1. sociale regels
  2. sociaal-emotionele vaardigheden

1. Sociale regels Je mag niet slaan, schoppen, schelden, wapens dragen, eigendommen stukmaken, pesten, vernederen, belachelijk maken, dreigen, intimideren, discrimineren, etc. onder het motto “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet”. Sociale regels stellen en handhaven vormen volgens mij echter maar de helft van het verhaal, noodzakelijk maar niet voldoende. Zou het alleen bij corrigeren blijven, dan is er sprake van een autoritair systeem dat uitsluitend gehoorzaamheid aan de geboden en verboden eist. Kinderen leren dan wel gehoorzamen (vooral in aanwezigheid van de autoriteit), maar leren niet om op een andere manier met hun woede en frustratie om te gaan dan gewelddadig. Zodra ze zelf in een dominante positie komen, zullen ze ook alleen maar autoritaire regels aan anderen kunnen stellen en op hun beurt gehoorzaamheid eisen. Het is onacceptabel dat er leerkrachten zijn die zelf slecht zijn in taal en rekenen. Volgens mij is het even onacceptabel als leerkrachten sociaal-emotionele vaardigheden missen en aangewezen zijn op eenzijdig en verkrampt autoritair gedrag. 2. Sociaal-emotionele vaardigheden Bij geweldloze conflicthantering zijn volgens mij de volgende sociaal-emotionele vaardigheden van belang:

  1. verwoorden van eigen opvattingen, gevoelens en wensen
  2. luisteren naar de opvattingen, gevoelens en wensen van de ander
  3. hanteren van tegenstellingen en conflicten
  4. sluiten van compromissen
  5. dragen van verantwoordelijkheid
  6. samenwerken

Ieder onderdeel vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het volgende onderdeel. a. verwoorden Het leren van sociaal-emotionele vaardigheden begint met het mondig (assertief) maken van kinderen. Ze leren hun eigen mening onder woorden te brengen, ze leren in woorden uit te drukken wat ze voelen en ze leren te formuleren wat ze wel en wat ze niet willen. Het feit dat een kind zijn opvattingen, gevoelens en wensen mag uiten en dat er ook naar wordt geluisterd, geeft het kind de erkenning dat hij mag zijn zoals hij is. Dat geeft een kind een gevoel van eigenwaarde, het voedt het zelfvertrouwen en bouwt een gevoel van eigen identiteit op. Dat gebeurt allemaal niet of veel minder in autoritaire situaties waarin een kind vooral moet zwijgen, luisteren en gehoorzamen. Het kind ontwikkelt zich dan tot een soort kopie van zijn gebieder. b. luisteren Als je wil dat een ander aandacht heeft voor jou dan zul je ook de ander dat respect moeten betuigen. Door te luisteren kun je ontdekken dat de ander overeenkomsten met jou vertoont, of je kunt leren dat je tegen bepaalde zaken ook op een andere manier kunt aankijken, of dat het mogelijk is bepaalde gevoelens juist wel met anderen te delen. Je kunt leren daar je waardering over uit te spreken en de ander een compliment te geven. Je kunt ontdekken dat je ongelijk had of dat wat je wil, onmogelijk is. Voor leren toegeven en ongelijk bekennen is het noodzakelijk goed naar de argumenten van anderen te luisteren. Door te luisteren kun je ook ontdekken dat de ander opvattingen, gevoelens of wensen heeft die je onacceptabel vindt. Als je het contact met die ander wil voortzetten, zul je een manier moeten vinden om met die tegenstellingen om te gaan. c. hanteren van tegenstellingen en conflicten Als een ander zich op een onacceptabele manier gedraagt of onacceptabele dingen zegt, is het zaak daar niet met fysiek of verbaal geweld op te reageren, maar onder woorden te brengen waar je het niet mee eens bent en wat je niet bevalt in het gedrag en de houding van de ander. Het is belangrijk bij conflicten onderscheid te maken in inhoudelijke aspecten en relationele aspecten (bejegening). Bijvoorbeeld, als de ander tegen je zegt: “Ik wil dat jij de deur dicht doet”, kun je daarop op twee manieren antwoorden, inhoudelijk of relationeel. Je kunt antwoorden, dat het juist lekker koel is de deur open te laten (inhoudelijke reactie). Je kunt ook antwoorden dat je het niet prettig vindt gecommandeerd te worden (relationele reactie). Inhoudelijk reageren is makkelijker, omdat de inhoud al in woorden is gegeven. Commentaar geven op bejegening (metacommunicatie) is relatief moeilijk, omdat je woorden moet zoeken voor het onprettige gevoel dat de ander bij je teweeg heeft gebracht, niet door de inhoud van zijn woorden, maar door een neerbuigende intonatie, dwingende gebaren en een bevelende woordkeuze. Als je de ander aanspreekt op zijn manier van bejegening en als de ander prijs stelt op goede voortzetting van het contact, zal hij misschien zijn excuses aanbieden voor zijn houding en in het vervolg zich op een meer gelijkwaardige manier tegen je gedragen door iets te vragen in plaats van te bevelen. Er kunnen vervolgens situaties bestaan waarin twee mensen elkaar met alle respect bejegenen, maar inhoudelijk gezien het volstrekt met elkaar oneens blijven, zelfs nadat ze zorgvuldig kennis hebben genomen van elkaars argumenten. Je kunt dan definitief afscheid van elkaar nemen, maar zult iets onderling moeten regelen als je samen verder wilt, of als er maar één besluit kan worden genomen. d. compromissen sluiten Bij tegenstellingen en conflicten kunnen op verschillende manieren compromissen worden gesloten die voortgang in de relatie mogelijk maken: -Afspreken dat vandaag gebeurt wat de een wil en morgen wat de ander wil. -Bij meerdere tegenstellingen een soort uitruil doen, waarbij de een zijn zin krijgt in dit onderwerp en de ander in dat onderwerp. -Besluiten dat elk voor zijn tweede optie kiest (second best), als men het daar toevallig wel over eens is. -Afspreken dat als je toegeeft aan de ander, die ander extra diensten of goederen levert ter compensatie. -De tegenstelling laten rusten, omdat die niet belangrijk genoeg is binnen de relatie. Hoever je wil gaan in het sluiten van compromissen, hangt af van de mate waarin je voortgang van de relatie wenst. e. verantwoordelijkheid dragen Het is belangrijk dat kinderen zelf onderlinge afspraken maken over ruzie maken en pesten. Omdat ze zelf de regels hebben gemaakt en samen hebben afgesproken zich eraan te houden, kunnen ze er elkaar ook op aanspreken en elkaar corrigeren. Omdat de leerlingen de regels als van henzelf ervaren, voelen ze zich er ook aan gecommitteerd; het zijn regels die ze zelf willen en niet regels die ze door de leerkracht opgelegd hebben gekregen. In een autoritaire opvoedingssituatie blijft de verantwoordelijkheid grotendeels bij de leerkracht; de leerlingen voelen zich niet zelf verantwoordelijk en zijn zonder leerkracht ook minder goed in staat zelfstandig die verantwoordelijkheid te nemen. f. samenwerken Het is belangrijk dat kinderen niet alleen leren goede prestaties te leveren en in competitie leren het beste uit zichzelf te halen, maar ook kennismaken met de meerwaarde van samenwerken boven individuele inspanningen. Het al jong oefenen in de klas maakt kinderen vaardig voor sociaal functioneren in groepen en werken in teamverband. Ze leren tegenstellingen te overwinnen en leren tot gezamenlijke doelstellingen te geraken en tot gezamenlijke afspraken over taakverdeling; ze leren verantwoordelijk te zijn voor een gezamenlijk resultaat. Het project “de Vreedzame School” –inmiddels op 400 scholen in Nederland omarmd- is een goed voorbeeld van hoe kinderen leren zelf of met hulp van mediatie hun onderlinge conflicten op te lossen; kinderen worden vertrouwd gemaakt met een vredescultuur en opgevoed tot democratisch burgerschap. Besluit Bovenstaande vormt een raamwerk voor een curriculum voor leerkrachten. Ik pleit niet voor aparte leerkrachten voor het vak “geweldloze conflicthantering” of “vredeseducatie”. Het enerzijds zelf leren en anderzijds leren doceren van sociaal-emotionele vaardigheden zouden verplichte onderdelen moeten zijn voor elke opleiding tot leerkracht. Voor geweldloze conflicthantering zijn sociaal-emotioneel vaardige mensen nodig die de kunst van het constructief ruzie maken beheersen. John Zant Dit is een verkorte versie van een eerder gepubliceerd artikel op deze website. Deze verkorte versie is gepubliceerd in: Vredesmagazine, jaargang 4, nummer 3, 2011, p 8-9. Van: Rein Heijne (Huis van Erasmus) Aan: Theo Nuijten (Humanistisch Vredes Beraad) Datum: 3-10-2011 Beste Theo, Zoals je misschien weet had Huis van Erasmus een studiebijeenkomst op 21 september (Internationale Dag van de Vrede) over de Vreedzame School gepland. In samenwerking met het Nationaal Onderwijsmuseum (NOM) en de CED groep/Eduniek. Ondanks de gebleken belangstelling moesten wij deze bijeenkomst helaas afgelasten, daar wij de financiën ervoor niet rond kregen; de aangevraagde subsidies werden op het laatste moment afgewezen. Met onze samenwerkingspartners werd afgesproken om de mogelijkheid open te houden om deze bijeenkomst in een later stadium (februari/maart 2012) alsnog uit te voeren. Na het lezen van het uitstekende artikel van John Zant in het Vredesmagazine (nr.3-2011) over geweldloze conflicthantering, bedacht ik of het HVB misschien mogelijkheden ziet om ons te ondersteunen en mee te werken aan de uitvoering van een bijeenkomst over de Vreedzame School. Per slot van rekening is het HVB één van de medeoprichters van Huis van Erasmus. Wanneer jij en het HVB-bestuur hiertoe kans zien, kunnen wij in gezamenlijk overleg hierover nadere afspraken maken. Ik kijk uit naar jouw reactie. Vriendelijke groet, Rein PS. Graag wijs ik hierbij ook nog even op de recente uitgave van de tweede druk van het leerwerkschrift van Erasmus voor de Klas (voor basis- en voortgezet onderwijs).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *