Geweld en economie (deel 2)

“Hoezo zinloos geweld? Denken we dan nog steeds dat er ook zinvol geweld bestaat?” – Rudy Kousbroek

“De sterkste is nooit sterk genoeg om de baas te zijn, tenzij hij kracht in recht vertaalt en gehoorzaamheid in plicht” – Jean Jacques Rousseau

Welk geweld is legitiem?

De vraag welk geweld legitiem is, is een verkeerde vraag om mee te beginnen. De bekende pedagogische truc bij kinderen die niet willen eten, is vooral niet de vraag te stellen of je wel of niet wilt eten, maar meteen te vragen “je mag kiezen, wil je worteltjes of spinazie?” De kans dat kinderen gaan kiezen, en dus gaan eten, is daarmee vergroot. We moeten de discussie dus niet beginnen met keuzes over welk soort wapens wel en niet mag, en of een preventieve oorlog of een vrijheidsoorlog nu wel of niet mag, etc., maar met de vraag of het überhaupt legitiem en zinvol is geweld te gebruiken. Sinds eeuwen is de mens opgegroeid in een cultuur waarin geweld gewoon was/is; we kunnen ons daaraan nauwelijks ontworstelen.

Wat heeft geweld opgeleverd?

Van de geschiedenislessen op school is mij vooral de eindeloze reeks conflicten en oorlogen bijgebleven, met bijbehorende jaartallen, oorzaak en aanleiding. Wie het boek “In Europa” leest van Geert Mak klimt over miljoenen doden heen. Al lezend overweldigt je de waanzin van al dat geweld. Je vraagt je af hoe gewone burgers, die het liefst rustig en vredig willen leven, iedere keer weer zodanig door hun leider kunnen worden opgeladen, dat ze uit naam van een of andere god, ideologie of vermeend onrecht weer verworden tot moordmachines tegen andere gewone mensen die door je eigen leider tot “vijand” zijn benoemd. Het gebruik van geweld door de eeuwen heen heeft er in ieder geval niet toe geleid dat geweld met succes is uitgebannen, terwijl dat bij aanvang van elke oorlog wel steeds door de leider wordt beloofd.

Oorlog en nog eens oorlog

Beschaafde mensen moeten in staat geacht worden zelfs de meest ingewikkelde tegenstellingen met praten en compromissen te kunnen oplossen, als ze dat willen. Echter, het zijn machts-economische elites die er wel bij denken te varen als de tegenstellingen met oorlog worden aangepakt: het draaiende houden van de lucratieve oorlogsindustrie (Nederland is het 5e wapenexporterende land ter wereld ad 1,2 miljard euro in 2005), het beheersen van de fossiele energiebronnen of het stillen van megalomane machtshonger. Het volk is gemakkelijk angstig te maken met uit zijn verband gerukte, verzonnen of geënsceneerde dreigende gebeurtenissen en is vanuit die aangewakkerde angst binnen de door de leider benoemde hogere waarden (op zogenaamd religieuze, ideologische en humanitaire gronden) gemakkelijk tot de tunnelvisie te brengen dat oorlog de enige oplossing is en dat het volk vooral achter de leider moet gaan staan. En daar staan ze dan met trillende stem van emotie te zingen “den vaderland getrouwe blijf ik tot in den doet”. Na de oorlog worden er jaarlijks herdenkingen gehouden waarin met van emotie trillende stem iedere keer opnieuw wordt geroepen “dat nooit weer”, om de herdenking weer te eindigen met het gezang waarin men alweer in dezelfde emotie door zingt: “den vaderland getrouwe blijf ik tot in den doet”. Leren de mensen het dan nooit?

Bevrijders en bezetters

Hitler en consorten hitsten talrijke Duitse mensen op om andere landen oorlogszuchtig binnen te vallen waarbij allerlei gruwelijkheden zijn bedreven. Over het algemeen overheerst de dankbaarheid jegens de geallieerden vanwege de bevrijding van het nazi-juk; anderzijds hebben onze bevrijders misschien net zoveel burgers als vijandelijke soldaten gedood; ze meenden ook Dresden te moeten platgooien en meenden ook atoombommen te moeten gooien: vele duizenden burgerdoden. Zo iets mag vooral geen genocide heten. Maar het zijn toch de Duitsers geweest die andere landen binnenvielen en de Joden hebben weggevoerd en gedood? Laten we daarbij niet vergeten de passiviteit en de coöperatie waarmee de landgenoten van deze Joden de Duitsers hun genocide lieten volvoeren. En laten we niet vergeten al die bedrijven die goede zaken bleven doen met nazi-Duitsland, en ook niet de rol van de USA en het Vaticaan bij de “deportatie”van de Duitse oorlogsmisdadigers naar Zuid-Amerika. We weten niet wat er zonder interventie van de bevrijders zou zijn gebeurd. De gewone mensen zouden na verloop van tijd misschien toch oorlogsmoe geworden zijn en zich tegen hun voorheen aanbeden leiders keren. Zie wat er met de Amerikaanse presidenten gebeurt en gebeurd is in de huidige Irak-oorlog en in de Vietnam-oorlog. Misschien hadden de gewone mensen van de nood een deugd gemaakt en was er al lang een Europese Unie geweest, het nationalisme beu van de oorlogszuchtige leiders, terwijl we nu nog steeds worstelen met de door de huidige leiders zorgvuldig gekoesterde nationaal-chauvinistische xenofobieën.

Leugens en “dubbelspraak”

De mythe van het goede versus het kwade blijft gretig aftrek vinden, terwijl de werkelijkheid altijd veel ingewikkelder is. Saddam werd door de Westerse landen jarenlang van wapens voorzien tegen de dreiging van Iran (en de dreiging van Russische invloed op de oliebronnen), maar moest bestreden worden omdat hij al Qaida steunde en over massavernietigingswapens beschikte. Het feit dat alom duidelijk is dat het de Westerse landen alleen om invloed op de olie gaat, en dat steeds meer drogredenen worden ontmaskerd, heeft echter nauwelijks verandering in het beleid tot gevolg. Nederland doet weer ijverig mee aan een “vredesmissie” in Afghanistan. De strategische en economische belangen worden weer keurig verpakt in een nobel doel, want je kunt die arme Afghanen toch niet aan hun lot overlaten. Zo zijn er nog 1000 gebieden op aarde waar je de mensen niet aan hun lot kunt overlaten, maar die liggen toevallig niet onder het machts-economisch vergrootglas van de USA. In zijn boek “1984” beschrijft George Orwell het fenomeen van de “dubbelspraak”: termen met een positieve betekenis worden toegepast om onderdrukkende maatregelen te rationaliseren, zodat ze in de praktijk het omgekeerde gaan betekenen. De huidige Westerse, oorlogszuchtige leiders maken gretig gebruik van “dubbelspraak”: het brengen van democratie, enduring freedom, vredesmissie, bestrijding van het Kwaad, zelfverdediging, preventieve actie, peace process, etc. Hoe durft de Nederlandse regering bij de Dodenherdenking op 5 mei te beweren dat herdenken belangrijk is om te voorkomen dat de gruwelijkheden van de oorlog weer zullen gebeuren, terwijl in diezelfde toespraak de “vredesmissie” in Afghanistan wordt toegejuicht. Een handjevol omgekomen Nederlandse soldaten brengt het hele land tot terechte ontroering en medeleven, terwijl de vele burgerdoden daar, het materiele verlies en de emotionele ontwrichting slechts “collateral damage” zijn. Waarom zou ons bloed bloed zijn en hun bloed water?

Wapenindustrie en zelfverdediging

Het produceren van wapens wordt gelegitimeerd door het recht van zelfverdediging. Het recht van zelfverdediging wordt steeds ruimer gedefinieerd: van persoonlijke zelfverdediging, naar landsverdediging, naar verdediging van bondgenoten, naar verdediging van vitale economische belangen elders tot preventieve aanvallen ter verdediging. Want wapenindustrie is gewoon handel: Er moet winst gemaakt worden, het marktaandeel moet vergroot worden, de afname van producten moet bevorderd worden, etc. Als er overal vrede is, stort de wapenindustrie in en dus storten ook alle economieën in van landen die afhankelijk zijn van de wapenindustrie, zoals USA, Rusland, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Engeland, Italië, Spanje, China en Zweden om de toptien van wapenexporterende landen in 2006 maar even op te sommen (Volkskrant dec. 2007). De oorlog in Irak voorkomt dat de USA in een recessie duikelt. Een stijging van 6% van de Amerikaanse defensie-uitgaven verklaart 0,3% van de Amerikaanse economie. In het eerste kwartaal van 2008 stegen de defensie-uitgaven naar 697 miljard dollar (Volkskrant april 2008). Om te voorkomen dat deze belangrijke steunpilaar van de economie wegvalt, zal er dus oorlog moeten zijn. Dat houdt in dat, als er geen oorlog is, die gecreëerd moet worden. En dat gebeurt iedere keer volgens hetzelfde stramien:

  1. benoem een vijand (bijv. communisten of moslimextremisten waarbij je de toevoeging extremisten al snel kunt weglaten om meer vijanden te hebben)
  2. maak het volk bang voor de gekozen “vijand” (van diaboliseren tot geënsceneerde aanslagen)
  3. beroep je op grootse waarden van religieuze, ideologische of humanitaire aard (leugens en/of “dubbelspraak”)
  4. breng het volk tot de tunnelvisie dat gewapend ingrijpen de enige oplossing is
  5. zet bondgenoten onder druk om mee te doen (wie niet met mij is, is tegen mij)

En de kassa kan blijven rinkelen.

Hoe meer wapens des te meer geweld

De geschiedenis leert dat het gebruik van geweld het geweld niet heeft doen afnemen, maar in omvang doet toenemen. De aanwezigheid van wapens doet het gebruik ervan toenemen. In de USA mogen burgers zich bewapenen ter zelfverdediging. Het gevolg is dat de USA het hoogste percentage moorden kent van burgers onderling. Er worden regimes in het zadel geholpen en gehouden om een land economisch te exploiteren. Het regime wordt van wapens voorzien om het volk te kunnen onderdrukken. Als het volk in opstand komt, wordt het volk ook van wapens voorzien. Als daardoor de economische belangen in gevaar komen, moet er militair ingegrepen worden door de exploitant. De wapenindustrie is “onpartijdig” zolang de kassa maar rinkelt.

Stellingen

De vraag stellen welk geweld legitiem is, betekent geweld accepteren. Elke gewonnen oorlog is een Pyrrusoverwinning. Oorlog heeft alles te maken met macht en geld van een machtselite en heeft niets te maken met idealen en hogere waarden Wet van behoud van geweld: ieder geweld roept de weerstand op die vroeg of laat leidt tot het volgende geweld. Wie op bevel schiet op een persoon die je nooit iets heeft misdaan, maar die tot vijand is benoemd, is een misdadiger. De wroeging die de meeste soldaten na de oorlog ervaren, bewijst dat ze dat zelf ook zo zien. Wie gelooft in een vredesoorlog, gelooft ook dat zwart wit is. Zolang de wapenindustrie winst moet maken, zal er oorlog zijn.

John Zant

Gepubliceerd in het VredesMagazine 2009, nr. 2, p. 12-14.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *