Batig saldo, vluchtelingen en wereldburgerschap

Batig saldo, vluchtelingen en wereldburgerschap

Batig saldo betekent: Wat is voor mij de winst op dit moment. Daarbij wordt niet gekeken naar de negatieve gevolgen op langere termijn en ook niet gekeken naar wat hierdoor de materiële en immateriële nadelen zijn voor anderen. De kosten zijn voor latere generaties, de maatschappij en vooral anderen. De VOC en WIC hanteerden de term batig saldo. De materiële en immateriële schade die door het kolonialisme is veroorzaakt, is niet verdisconteerd in het batig saldo. Dat landen in Azië, Afrika, Amerika, Australië en Oceanië van hun grondstoffen werden beroofd en hun bewoners iedere baat en ontwikkeling werd onthouden, zo ze niet als slaaf werden gebruikt, wordt niet gerekend. Kijkend naar het heden is er maar weinig veranderd.

De Westerse landen zijn rijk geworden over de ruggen van de mensen in zogenoemde derdewereldlanden. Nog steeds worden bodemschatten geoogst zonder dat de lokale bevolking daarvan profiteert. Nog steeds is er moderne slavernij in de lagelonenlanden. De rijke Westerse landen belasten het milieu in veel hogere mate dan de derdewereldlanden, terwijl die laatste het meest te lijden hebben van de stijgende temperatuur en andere klimatologische veranderingen. Door armoede, gebrek aan werk, droogte, hitte, oorlog, uitbuiting, onderdrukking, honger ontstaat in de derdewereldlanden in toenemende mate de behoefte de vertrouwde leefomgeving te verlaten en een risicovolle poging te wagen in een van de Westerse landen een betere toekomst te vinden. In de Westerse landen bestaat een vrij algemene vrees, dat de toestroom, sommigen spreken van een tsunami, van vluchtelingen de economisch welvaart bedreigt. Het denken in termen van batig saldo in plaats van in termen van medemenselijkheid en verantwoordelijkheid is nog steeds overheersend. De Westerse landen voelen zich niet verantwoordelijk voor de slechte leefomstandigheden in de derdewereldlanden. Ook voelen zij zich niet verantwoordelijk voor de milieurampen die zich in de derdewereldlanden in veel ernstiger mate manifesteren dan in de Westerse landen die in hoofdzaak deze milieurampen hebben veroorzaakt.

De pogingen van Europa om vluchtelingen buiten de deur te houden met de Turkije-deal, de Tunesië-deal, Frontex, grenshekken, het creëren van een vluchtelingen maffia waardoor honderden vluchtelingen om het leven komen, eindeloze bureaucratische toelatingsprocedures, mensonterende opvangkampen, het verbod om te werken met alle verveling en frustratie van dien, drukken nog steeds de mentaliteit van het batig saldo uit. Opvang in de regio betekent niet opvang in de eigen (verbeterde) leefomgeving, maar is een eufemisme voor overal, het geeft niet hoe, maar vooral niet bij ons. Eeuwenlang geprofiteerd van de derdewereldlanden, hun milieu verpest, de bevolking hun ontwikkelingskansen ontnomen, en nu die mensen uit wanhopige noodzaak hun leefomgeving moeten verlaten, zich in het geheel niet voor hen verantwoordelijk voelen: wel de lusten, niet de lasten. Daarbij betoont het Westen zich ook nog eens racistisch, in de zin dat mensen uit Oekraïne eerder geholpen worden dan mensen uit Azië en Afrika.

Het wordt tijd dat mensen gaan denken en handelen als wereldburgers. We zijn echter producten van onze cultuur en die is nog steeds gedefinieerd in termen van naties, economisch belang boven sociaal belang, wij-versus-zij denken, machtsblokken, toenemende bewapening, doorgaan met milieuvervuilende productie en consumptie, etc. Het verst gevorderd in het denken in termen van wereldburgerschap zijn de Verenigde Naties en ook de VN zullen de problemen niet oplossen, omdat die gegrondvest zijn op naties en machtsblokken. De Veiligheidsraad is daardoor een vleugellam instituut.

Er is een mentaliteitsomslag noodzakelijk richting wereldburgerschap, en, zoals Micha de Winter dat formuleerde: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”. De oplossing zal voortkomen uit de lange termijn investering in het onderwijs aan onze kinderen, opdat een burgerij ontstaat, die buiten de grenzen van het eigen belang, de eigen natie, het eigen geloof en het eigen werelddeel leert denken en handelen. Onderwijs in wereldburgerschap is m.i. een noodzakelijke voorwaarde om burgers voort te brengen

  1. die zich verantwoordelijk voelen voor het leven op de hele aarde
  2. die mensen uit alle delen van de wereld als gelijkwaardig zien
  3. die beseffen dat er grenzen zijn aan eigen belang en eigen vrijheid als die ten koste van de belangen en vrijheid van anderen gaan.

John Zant

2023

Geloof maakt meer kapot dan je lief is

Geloof maakt meer kapot dan je lief is

Geloof biedt houvast

Geloof in goden of in een godheid heeft vele voordelen. Allerlei onverklaarbare verschijnselen kun je toeschrijven aan een godheid die verder onkenbaar is. Het is prettig als een hogere macht over je waakt en -als je die hogere macht gunstig stemt met goede daden, met bidden en met offers- je wellicht uitzicht hebt op een hemels hiernamaals. Het bestaan van een godheid legitimeert ook je leven en geeft daar zin en betekenis aan. Immers je leeft om de godheid te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te worden. Door de godheid te gehoorzamen, worden ook allerlei lasten en verantwoordelijkheden van je schouders genomen, want de godheid is almachtig en ook nog eens barmhartig en vergevingsgezind.

Zonder geloof geen naastenliefde?

Het is een misverstand te denken, dat een mens de godheid of een religie nodig heeft om een goed mens te kunnen zijn. Ook daarzonder zal een mens ontdekken dat, als hij zich volledig egocentrisch gedraagt, hij door andere mensen gemeden en veroordeeld zal worden. Een verstandig mens heeft al gauw het principe van wederkerigheid door. Als ik iets doe voor een ander, is de ander wellicht ook bereid iets voor mij te doen. Aangezien anderen over kennis, vaardigheden en middelen beschikken die ik mis, maar wel nodig heb, is samenwerking op basis van wederkerigheid al snel ontdekt als een noodzaak tot een prettig leven. Bovendien leert een mens dat vriendschap en liefde je boven jezelf kunnen laten uitstijgen volgens de formule 1+1=3, omdat je wederzijds profiteert van elkaars kennis, vaardigheden en middelen. Dus wederkerigheid of naastenliefde behoeft volstrekt geen godheid of religie om die te genereren.

Alleen op de wereld

Mensen hebben behoefte aan houvast en voorspelbaarheid. Als je niet gelooft in het bestaan van een godheid, sta je er op deze wereld en in dit leven alleen voor. Met allerlei onverklaarbare en onvoorspelbare verschijnselen moet je leren omgaan. Dat brengt een hoop onzekerheid met zich mee. Als je niet gelooft in een godheid en niet in een hiernamaals, lijkt ook de zin van je leven weg te vallen. Je zult moeten leren dat het leven om grotendeels onbegrijpelijke redenen er gewoon is zonder vooraf bepaalde zingeving, en dat, in de korte tijd die je te leven hebt, het aan jou is welke zin je eraan wil en kan geven. Als je niets doet of alleen voor jezelf leeft, is de kans op een prettig leven klein. Als je wederkerige samenwerking met anderen zoekt en je talenten ontwikkelt en aanwendt voor gemeenschappelijk welzijn, is de kans op een prettig leven groter, ook al is daar geen garantie voor. Ziekte, ongeluk, nare mensen, slecht bestuur, natuurgeweld en dergelijke kunnen een prettig leven frustreren. Helaas, zo is het leven. Het enige wat erop zit, is er het beste van te maken, wat in je vermogen ligt.

Geloofsvrijheid

Het staat ieder mens vrij in een godheid te geloven, als hij meent daar gelukkiger van te worden, als hij zich daardoor minder onzeker voelt in het leven, duidelijk zin en doel ziet in zijn leven en zich de teleurstelling bespaart, dat er na zijn dood niets meer van hem rest dan wat stof en met de tijd vervagende herinneringen aan hem door nog levenden. Vrijheid om in een godheid te geloven is een groot goed. Het gaat echter mis, als een mens zijn eigen geloof als absolute waarheid gaat zien, en gaat menen dat andere mensen op dezelfde manier moeten geloven zoals hij. Geloof is geen empirische kennis, al proberen theologen, predikanten etc. hun geloof met allerlei argumenten te beredeneren. De godheid is onkenbaar en toch storten theologen, predikanten etc. hun “zekerheden” met betrekking tot de betreffende godheid over de goedgelovige mensen uit. Zij putten hun zekerheden uit oude boeken, die gebaseerd zijn op allerlei verhalen en overleveringen van lang geleden en die ooit zijn opgeschreven door verhalen- en overleveringenverzamelaars, die ook wel apostelen of kerkvaders worden genoemd. Sommige verhalen en overleveringen werden wel geselecteerd, andere niet. Behalve persoonlijke voorkeuren, speelden daar ook politieke en strategische keuzes een rol bij. Kortom de kerkelijke “waarheden” zijn selectieve en bewerkte verhalen en overleveringen. Dat gelovigen in een godheid deze “waarheden” als door de godheid gegeven beschouwen, is een cirkelredenering. Gelovigen moeten ook leren omgaan met schijnbaar onoplosbare dilemma’s. Enerzijds wordt van de godheid beweerd, dat hij oneindig goed is en almachtig. Anderzijds kent de mensheid een overvloed aan ziektes, oorlogen en andere rampspoed. Enerzijds mag een mens van de godheid niet doden, anderzijds moet de mens op “de vijand” schieten op commando en vaak uit naam van de betreffende godheid. Ga er maar aanstaan als gelovige…

Het “ware” geloof

Geloof zou eigenlijk een strikt individuele aangelegenheid moeten zijn, want zodra geloof een groepsproces wordt en wordt geïnstitutionaliseerd in kerkgemeenschappen, dreigen er allerlei ontsporingen. Om te beginnen vormt gemeenschappelijk geloven een van de wortels van het wij-versus-zij denken: Wij hebben het ware geloof, zij zijn ongelovigen, dwalers of ketters. Dat wordt van kwaad tot erger, als het wij-versus-zij denken overgaat in het wij-versus-zij handelen. Ongelovigen, dwalers en ketters moeten bekeerd worden, en anders vervolgd, onderworpen, gestraft en/of gedood worden. In geloofs-en kerkgemeenschappen staan ook geestelijk leiders aan het hoofd, die zich afficheren als spreekbuis dan wel vertegenwoordiger van de godheid. Sommigen bekleden zich zelfs met goddelijke onfeilbaarheid. De geestelijk leiders claimen dat zij de “waarheid” omtrent de godheid in pacht hebben en voelen zich vrij stellige uitspraken te doen over wat de godheid wel en niet wil en bedoelt. De gelovigen, die met hun godsgeloof alleen maar houvast en zekerheid zoeken in dit onzekere en onvoorspelbare leven, zijn vaak blij dat ze zich kunnen overleveren aan geestelijk leiders, die wel “weten” hoe het allemaal moet in dit ingewikkelde leven.

Geloof en macht

Niet geloven in een godheid is een ongemakkelijk besluit, omdat een mens dan in de korte tijd dat hij leeft zelf verantwoordelijk is voor dat leven, zonder enige steun van bovenaf. Omdat ook de zin van het leven niet door de religie is gegeven, moet de mens ook zelf bedenken welke zin hij aan zijn leven wil en kan geven. Vertrouwen in kerkelijk leiders en in wereldlijke leiders die met goddelijk gezag zijn begiftigd, is comfortabel in die zin dat een mens allerlei verantwoordelijkheden en sturing aan de leiders kan overlaten. Vaak is dat vertrouwen terecht, maar vaak wordt ook vanuit een dergelijke machtspositie misbruik van het vertrouwen gemaakt. Al eeuwenlang misbruiken leiders het vertrouwen van hun ondergeschikten om uit naam van een religie of ideologie de ondergeschikten in te zetten voor eigen economische en/of machtsaspiraties. Uit naam van de godheid, of uit naam van de religie, of uit naam van de vorst en het vaderland, of uit naam van welk ideaal dan ook worden gewone burgers gemobiliseerd om de strijd aan te gaan met andere gewone burgers, terwijl ze elkaar niet kennen, elkaar nooit een strobreed in de weg hebben gelegd en met pijn in het hart hun geliefden hebben achtergelaten om hun leven in de waagschaal te stellen voor de economische en/of machtsaspiraties van hun leiders, verhuld achter nobele idealen. Zij worden aangezet tot moord en doden soms per ongeluk of expres ook vrouwen en kinderen die niet aan de strijd deelnemen met levenslange trauma’s tot gevolg. Ze worden gebruikt als kanonnenvoer. Eigen verantwoordelijkheid nemen wordt door de leiders beschouwd als ongehoorzaamheid, lafheid, landverraad, desertie, ketterij, etc. Het is moeilijk voor een individu zich aan deze druk te onttrekken.

Conclusie

Ieder mens is vrij te geloven wat hij wil. Problemen ontstaan als het geloof wordt geïnstitutionaliseerd en tot een vorm van wij-versus-zij denken en handelen verwordt. Vaak wordt een religie of ideologie misbruikt door leiders om gewone burgers te mobiliseren tot een strijd voor de economische en/of machtsaspiraties van de leiders. Geloof wat je wil, maar dring dat geloof niet aan anderen op, want dan maakt geloof meer kapot dan je lief is.

John Zant, 2023

Cosmicus en Wereldburgerschap, mission statement

Cosmicus en Wereldburgerschap

Doelstellingen

  1. Cosmicus wil wereldburgerschapsvorming structureel integreren in het onderwijs. Onderwijs in wereldburgerschap moet net zo belangrijk worden als onderwijs in taal en rekenen. Daartoe zijn en worden leerprogramma’s ontwikkeld en Cosmicus begeleidt ook scholen daarin.
  2. Cosmicus wil allerlei organisaties die zich richten op het bevorderen van wereldburgerschap samenbrengen in een netwerk, de “Coalitie Wereldburgerschap” en een jaarlijkse ontmoeting organiseren in de vorm van een conferentie om de nieuwste inzichten uit de wetenschap en uit de ervaring van scholen met elkaar te delen.

Visie

De wereld om ons heen is diverser dan ooit tevoren. Mensen en culturen komen vaker en intensiever met elkaar in contact dan voorheen. Steeds luider klinkt de roep om oplossingen voor wereldwijde problemen, want de ongelijkheid groeit, de aarde warmt op en klimaatrampen bedreigen de hele mensheid, de oorlogen duren voort, velen leven onder de armoedegrens. Onontkoombaar is de vraag hoe jonge generaties zich ontwikkelen tot wereldburgers, opdat zij oog krijgen voor de nieuwe realiteiten en antwoorden kunnen vinden op globale en lokale vraagstukken, onder het motto “verbeter de wereld, begin bij de opvoeding” (Micha de Winter)

–Hoe leren zij waarden als respect voor anderen, empathie, betrokkenheid en sociale cohesie te verinnelijken

–Hoe leren zij vrij en kritisch te denken en om te gaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld

–Hoe leren zij balanceren tussen eigenbelang en gemeenschappelijk belang, tussen het denken over maatregelen voor de korte termijn en een strategie voor de lange termijn?

–Hoe leren zij te bouwen aan een betere wereld, waar mensen zich met elkaar verbonden voelen en zich verantwoordelijk voelen en betonen voor het leefklimaat onze deze aarde?

Het gaat om universele waarden als vrijheid, gelijkwaardigheid, solidariteit en verantwoordelijkheid, een streven naar een wereld die rechtvaardiger, vreedzamer, inclusiever, veiliger en duurzamer is. Deze waarden zijn gevat in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (URVM) waarvan in 2023 het 75-jarig jubileum wordt gevierd.

Een belangrijke stap in die richting is de nieuwe wet Burgerschapsonderwijs. Deze wet verplicht scholen kennis over en respect voor de democratische rechtsstaat aan de leerlingen bij te brengen. Bij het realiseren van deze verplichting en de verbreding ervan naar wereldburgerschap hebben we elkaar nodig. Daarom heeft Cosmicus het initiatief genomen tot de vorming van de “Alliantie Wereldburgerschap”.

Tot nu toe vindt samenwerking plaats met Nuffic, UNESCO, Oxfam-Novib, SamSam, Marnix Academie Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam en De Academische PABO.

Wat doet de Alliantie Wereldburgerschap?

  • Wij richten een leernetwerk en een online platform op voor de uitwisseling van kennis en expertise.
  • Wij organiseren elk jaar een conferentie aandacht te vestigen op de bevordering van wereldburgerschap in het onderwijs en in de samenleving.
  • Wij komen minimaal eenmaal per jaar bijeen om de koers en de voortgang te bespreken.

Tot slot

Floor Wibaut:

Er is maar één land, de aarde

Er is maar één volk, de mensheid

Er is maar één geloof, de liefde

John Zant, 2023

Eigen Belang en Algemeen Belang

EIGEN BELANG en ALGEMEEN BELANG

Egocentrisme en algemeen belang

Van egocentrisme wordt gesproken als iemand zijn eigen visie en belangen centraal stelt. Dat gaat vaak samen met een verminderd vermogen zich te verplaatsen in de standpunten en gevoelens van anderen – een gebrek aan empathie. Als iedereen op de wereld zich louter egocentrisch zou gedragen, zou er geen liefde, vriendschap of samenwerking kunnen bestaan. Met louter egocentrisme doet een mens zichzelf tekort, want juist in liefde, vriendschap en samenwerking vindt een mens meerwaarde in zijn eigen leven. Rekening houden met anderen, juist vanwege liefde, vriendschap en samenwerking, zou men in die zin een vorm van eigen belang kunnen noemen. Er is niets mis met het goed zorgen voor jezelf en je dierbaren. Maar een relatie kan alleen goed functioneren als er sprake is van geven en nemen. Het is noodzakelijk rekening te houden met de standpunten en gevoelens van de anderen.

Nationalisme en algemeen belang

Een dergelijke redenering kan men ook opzetten voor de verhouding tussen nationalisme en algemeen belang. Al degenen die roepen “Eigen volk eerst!” geven blijk van een verminderd vermogen zich te verplaatsen in de leefomstandigheden en belangen van andere mensen, landen en volken. Nationalisten doen zichzelf tekort, want zij verkleinen de kans op samenwerking die noodzakelijk is bij het aanpakken van problemen die de nationale grenzen overschrijden. Waar het in de praktijk op aan komt is een rechtvaardige balans te vinden tussen het behartigen van het eigen/nationale belang en het behartigen van het algemeen belang. Het is niet een kwestie van òf nationalisme òf algemeen belang, maar van een evenwichtige combinatie van beide.

Populisme

Vast ingrediënt van populisme is een volksmenner die de volksmassa’s ervan probeert te overtuigen dat ze benadeeld of bedreigd worden door een hen vijandige kracht waar ze het slachtoffer van zijn of worden. Of het nu de zwarten, de joden, de communisten, de Chinezen, de moslims, de Russen, de roomsen, de protestanten, de Amerikanen, de ongelovigen, de migranten, de asielzoekers of de Brusselse regenten zijn, volgens de volksmenner/populist hebben ze alleen maar slechte bedoelingen en dienen ze met alle mogelijke middelen te worden bestreden. Want die vijanden willen de macht, ze domineren het geld, ze pikken onze banen, onze huizen, onze vrouwen, ze hebben geen of een slechte moraal, ze zijn nu eenmaal inferieure mensen of zelfs niet menselijk. Binnen het populisme heeft “de ander” het altijd gedaan. Het is bevrijdend die ander de schuld te geven en het is heerlijk te mopperen en te kankeren. Het ontslaat je tevens van de verantwoordelijkheid zelf iets aan je lot te verbeteren, want jij bent het slachtoffer. De ander moet veranderen of weg uit je leven, en de zelfbenoemde leider zal de problemen die de benoemde vijand je bezorgt, ook wel “simpel” voor je oplossen. De volksmenner/populist appelleert aan en bevordert angst bij de bevolking. Niet om die te helpen, maar om parasiterend op de angst en de daaruit gemobiliseerde woede de eigen macht te vergroten. Hij groeit naarmate het ervaren slachtofferschap groter wordt. Tegelijk wordt er flink op de trom der nationale trots geroffeld. Hij presenteert de problemen zwart-wit: “Wie niet met mij is, is tegen mij”. De gecreëerde tegenstellingen, vijandigheid en haat vormen de opmaat voor gewelddadige confrontatie of zelfs tot een oorlog.

Neokolonialisme

De grootste bedreiging voor de wereldvrede is een politiek van (neo)kolonialisme, overheersing en uitbuiting. Met een merkwaardig gevoel van superioriteit voelen sommige landen zich gerechtigd om uit strategische en economische motieven macht te verwerven in landen waar ze niet thuis horen. In dat kader wordt verzet (vanuit die overheerste, uitgebuite en vaak van een corrupte marionettenregering voorziene landen) tegen de schending van hun soevereiniteit geduid als terrorisme, waartegen met geweld mag/moet worden opgetreden. Dit geweld wordt gerechtvaardigd en gerationaliseerd in termen van humanitaire interventie, van beschaving brengen, van het afwenden van het kwaad of zelfs in termen van zelfverdediging. De prioriteitsstelling van humanitaire hulp aan een bepaalde bevolkingsgroep heeft vaak minder te maken met de daadwerkelijke noden van de betreffende bevolkingsgroep dan wel met de belangen en prioriteiten van de hulpverlenende landen. Zo gebeurt het vaak, dat andere bevolkingsgroepen met vergelijkbare of zelfs ernstiger noden, van hulp verstoken blijven, omdat deze bevolkingsgroepen voor de hulpverlenende landen niet van economisch of strategisch belang zijn.

Kolonisatie van de toekomst

In de Huizingalezing van David van Reybrouck (december 2021), getiteld “De kolonisatie van de toekomst”, beschrijft hij hoe de huidige generatie door uitstoot van broeikasgassen, door uitputting van grondstoffen, door vervuiling, kortom door eigen belang toekomstige generaties opzadelt met klimaatrampen, met schaarste aan allerlei grondstoffen, etc. Momenteel ontnemen wij, als kolonisatoren van de toekomst, onze kinderen en kleinkinderen een leefbare wereld door eigen belang en korte termijn denken. Tijdens de klimaatconferentie in Caïro (2022) vatte secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, de huidige situatie als volgt samen: “De mensheid heeft de keuze tussen samenwerken of ten onder gaan. We zitten op de snelweg naar een klimaathel met onze voet op het gaspedaal”.

Verenigde Naties als leidraad

Er spelen in toenemende mate wereldwijde en wereldbedreigende problemen als klimaatverandering, voedsel- en drinkwaterschaarste, energievoorziening, etc. De aanpak hiervan vergt een mondiaal beleid voor de lange termijn. Dat houdt in dat voor onze 21e eeuw een verschuiving teweeg gebracht moet worden van korte termijn beleid (gericht op het eigen economisch en strategisch belang) naar het nemen van verantwoordelijkheid als wereldburgers. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties (UVRM) en de daaruit afgeleide 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals, SDG’s) vormen de leidraad voor wereldburgerschap.

Verenigde Naties als arena

Het lijkt echter of het belang van de Verenigde Naties (VN) in de perceptie van de mensen verflauwt. Dat heeft te maken met het disfunctioneren van de Veiligheidsraad van de VN zelf, die de vrede in de wereld zou moeten bewaken, maar in feite een arena is van gevestigde machtsblokken als de VS, Rusland, China en Europese landen. Landen in Afrika, Azië en Zuid- en Midden-Amerika voelen zich niet of te weinig vertegenwoordigd. In toenemende mate wordt een oorlog begonnen zonder instemming van de VN. De VN worden gemarginaliseerd door landen die hun eigen strategische en economische belangen nastreven ten koste van het algemeen belang. Daarmee wordt dit uiterst belangrijke, internationale forum -deze verworvenheid van onschatbare waarde- ondergraven.

Nationaal leger, NAVO of VN

Hans van Mierlo pleitte in Nederland ooit voor een internationale brigade van de Verenigde Naties (UN Stand-by Force) bestaande uit snel inzetbare eenheden uit diverse landen die gelijkwaardig zijn getraind en toegerust. De vraag is aan de orde: Blijft het nationale leger ingezet worden als instrument van een (op zichzelf gerichte, neokoloniale) nationale staat of wordt het als instrument ingezet voor een organisatie van wereldburgers met een verantwoordelijkheid die verder strekt dan het eigenbelang en dat van zijn bondgenoten. De NAVO is sterk afhankelijk van de VS. De VS zijn niet meer bereid het financiële voortouw te nemen. De Nederlandse regering zou door op termijn niet te kiezen voor een eigen nationaal leger binnen het kader van de NAVO, maar voor een legermacht ten dienste van de VN-brigade een internationale impuls kunnen geven aan de versterking van de VN. Misschien wordt het mogelijk dat in verre de toekomst staten hun onderlinge geschillen zullen voorleggen aan het Internationaal Gerechtshof, gevestigd in het Vredespaleis in Den Haag, in plaats van de wapens op te pakken en het uit te vechten. De Nederlandse regering, als hoeder van dit instituut, zou deze mogelijkheid nadrukkelijker onder de aandacht kunnen brengen bij (dreigende) internationale conflicten.

Wapenindustrie

Ieder bedrijfstak heeft te maken met de markt: vraag en aanbod. Als de vraag afneemt, doet een bedrijf er alles aan de vraag te stimuleren, door reclame, het maken van nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product. De wapenindustrie is, economisch gezien, voor veel landen een factor van groot belang (Nederland hoort tot de top 10 van wapenexporterende landen). Als er op grote schaal door regeringen wordt bezuinigd op defensie-uitgaven, neemt de vraag af en probeert de wapenindustrie met reclame, nieuwe en betere producten en het kweken van behoeften aan het product, de vraag te stimuleren. Als het overal vrede zou zijn, zou de wapenindustrie instorten en zouden diverse landen daardoor grote economische problemen krijgen. Daarom wordt op alle mogelijke manieren geprobeerd de vraag te stimuleren, misschien, als er vrede dreigt, zelfs door het creëren van een oorlog als daarmee de economisch zo belangrijke bedrijfstak gehandhaafd kan worden. Alle ethische afspraken ten spijt zullen er wapens geleverd blijven worden aan vriend en vijand in een oorlogsconflict, rechtstreeks of via een bevriend ander land. Bovendien kan door bewapening de machtsuitoefening buiten de eigen grenzen gehandhaafd worden en de neokoloniale exploitatie voor het eigen belang gegarandeerd blijven. Machthebbers/zoekers worden op hun wenken bediend. Handel is handel. De fabrikant acht zich niet verantwoordelijk voor het gebruik van zijn producten. Zolang de wapenindustrie winst moet maken, zal er altijd oorlog blijven.

Wereldburgerschap

Scholing voor alle kinderen in de wereld is een noodzakelijke voorwaarde voor vrede en veiligheid. Daarbij dient het onderwijs zich niet te beperken tot het aanleren van taal- en rekenvaardigheden, maar dient het onderwijs zich tevens te richten op het aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden die nodig zijn voor goed burgerschap: kinderen leren omgaan met verschillen, tegenstellingen en conflicten anders dan met afwijzing, dreiging en geweld, kinderen leren wat empathie is, kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen en zo nodig te nemen, kinderen leren wat de meerwaarde is van samenwerken. Dit zijn noodzakelijke vaardigheden voor de opbouw van een vreedzame samenleving. Burgerschapsvorming behoort tot de kerntaken van het onderwijs en is sinds 2021 wettelijk verplicht.

Het is zaak kinderen niet alleen op te voeden als goede Nederlandse burgers, maar ook als goede wereldburgers, die oog leren krijgen voor de problemen die de hele wereld bedreigen en die zich bekommeren om mensen en niet uitsluitend om Nederlanders. Het is zaak ze een gevoel van wereldwijde verantwoordelijkheid bij te brengen en hun visie niet te beperken tot de belangen van Nederland of Europa. 

Een bruikbaar motto kan aan Micha de Winter worden ontleend: “Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding”.

Tot slot

F. Wibaut:

 Er is maar één land, de aarde

Er is maar één volk, de mensheid

Er is maar één geloof, de liefde

John Zant (2023)

Vreedzame beslechting van internationale geschillen

Vreedzame beslechting van internationale geschillen

Inleiding

Tijdens de eerste Haagse vredesconferentie in 1899 werd een verdrag gesloten voor beslechting van internationale geschillen. Tijdens de tweede Haagse vredesconferentie in 1907 werd het verdrag uitgebreid van 61 naar 97 artikelen. Dit Verdrag voor Beslechting van Internationale Geschillen is tot op heden van kracht en de meeste staten maken deel uit van dit verdrag. Deze diplomatieke vorm van conflictbeslechting kan bestaan uit adviezen, bemiddeling en internationale onderzoekscommissies.

In 1899 werd ook het Permanent Hof van Arbitrage opgericht, dat weliswaar geen scheidsgerecht is, maar oplossingen door vreedzame middelen faciliteert tussen staten, maar ook tussen staten en andere partijen. Het betekende de eerste stap tot institutionalisering van oplossing van geschillen door vreedzame middelen. De betrokken partijen benoemen elk maximaal vier leden voor dit Hof. Het is sinds 1901 gevestigd in Den Haag in het Vredespaleis. Later voegden ook andere landen zich als gastland toe.

In 1922 werd het Permanent Hof van Internationale Justitie opgericht, dat in 1945 door de VN werd vervangen door het Internationaal Gerechtshof, dat zich bezig houdt met rechtsgeschillen tussen staten. Het bestaat uit 15 rechters die worden benoemd door de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad van de VN. Het is gevestigd in het Vredespaleis in Den Haag. In de praktijk is het niet altijd duidelijk of er sprake is van een rechtsgeschil of van een politiek of belangengeschil. Het Hof is alleen bevoegd bij conflicten tussen staten als de toepassing van een rechtsregel in het geding is. Het Hof heeft geen bevoegdheid een oordeel/advies dwingend op te leggen. Als het politieke of belangengeschillen betreft kan men zich wenden tot het Permanent Hof van Arbitrage.

Bemiddeling of Confrontatie zoeken

Conflicten zijn er altijd geweest en zullen ook altijd blijven ontstaan. De vraag is hoe conflicten te hanteren. Ook na twee wereldoorlogen en na de oprichting van de VN doen zich talrijke conflicten voor die men met militaire middelen en/of met economische drukmiddelen in eigen voordeel tracht te beslissen. Hiermee vergeleken wordt er slechts mondjesmaat gebruik gemaakt van vreedzame middelen om een conflict tot een oplossing te brengen die beide partijen recht doet. De klimaatcrisis maakt het noodzakelijk dat alle landen samenwerken om hun gemeenschappelijke leefwereld te redden. Doorgaan met proberen conflicten te winnen ten koste van anderen lijkt voor de korte termijn misschien aantrekkelijk, maar leidt onherroepelijk tot “overwinnaars” in een verwoeste leefwereld. Korte-termijn-denken en eigen-belang-eerst-denken hebben nog steeds volop de overhand. Lange-termijn-denken en streven naar een leefbare, sociale en rechtvaardige samenleving voeren nog lang niet de boventoon. Wordt er al van de kostbare verworvenheden zoals het Permanent Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof bitter weinig gebruik gemaakt, ook het respect voor de uitspraken en adviezen van deze organen laat veel te wensen over.

Nederland

Nederland heeft materieel en immaterieel veel geïnvesteerd in militaire oplossingen of zogenaamde humanitaire interventies met militaire middelen voor conflicten. Denken we aan Nederlandse interventies in Indonesië, Nieuw-Guinea, Joegoslavië, Irak, Afghanistan, Syrië, Mali, dan kan men niet stellen dat de betreffende volkeren daardoor beter af zijn. De interventies dienen de eigen militair-strategische en economische belangen, niet die van de betreffende bevolking. Het resultaat is heel veel burgerdoden, maatschappelijke ontwrichting, economische malaise, miljoenen vluchtelingen en ontheemden, en vaak een burgeroorlog nadat de interventie is beëindigd.

Nederland is al eeuwenlang ook het land dat rijk is geworden ten koste van anderen en met alle rijkdom een relatief grote bijdrage levert aan de klimaatverandering. Ondanks dat Nederland een democratische rechtsstaat heet, hebben rijke belangengroepen (lobby’s) vaak meer invloed dan de Tweede Kamer en weet de regering grote bevolkingsgroepen onrechtvaardig te bejegenen.

Van confrontatie naar bemiddeling

Nederland is de grote eer ten deel gevallen zulke kostbare instituties als het Permanent Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof te mogen huisvesten in het Vredespaleis te Den Haag. Behalve dat dit een grote eer is, schept dit ook een grote morele verantwoordelijkheid. Zelden horen we de Nederlandse regering over deze instituties. Wel veel over partijpolitiek, veel over onze veiligheid, veel over onze economie, veel over militaire solidariteit met onze bondgenoten, veel over angst voor andere machtsblokken, veel over de waan van de dag.

Nederland zou zich moeten opwerpen als internationaal promotor en pleitbezorger van het internationaal recht zoals te verkrijgen in het Vredespaleis te Den Haag. Gezien de klimaatcrisis is het recht van de sterkste niet langer een garantie voor survival in een leefbare wereld. Samenwerking en rechtvaardigheid zijn meer dan ooit noodzakelijk. Het is hoog tijd dat staten in plaats van elkaar te bevechten, bemiddeling zoeken en de uitspraken en adviezen van de bemiddelaar respecteren en uitvoeren. De middelen en de mankracht die Nederland besteedt aan militaire macht, kunnen beter aangewend worden om de promotie van het Permanent Hof van Arbitrage en het Internationaal Gerechtshof te dienen!

John Zant